Van een onzer verslaggeefsters - MSTERDAM, woensdag
De ouderenbond Anbo start een collectieve rechtszaak tegen de zorgverzekeraars namens alle wachtenden in de thuiszorg. "Via de rechter willen wij afdwingen dat iedereen binnen redelijke termijn zorg krijgt", aldus de 190.000 leden tellende bond voor vijftig-plussers.
Afgelopen week dwongen vier ouderen voor de rechter in Utrecht het recht op thuiszorg af. De rechter stelde dat de zorgverzekeraars verantwoordelijk waren voor het leveren van thuiszorg. Maar de politiek en de zorgverzekeraars zijn van mening dat de uitspraak van de rechter alleen geldt voor de vier eisers, aldus Anbo. Dat zou betekenen dat alle 23.000 wachtenden individueel de gang naar de rechter moeten maken. Wanneer de zaak dient en bij welke rechtbank is nog niet bekend.
Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de koepel van de zorgverzekeraars, vindt de actie van de Anbo voorbarig. ZN beraadt zich nog op de uitspraak van de rechtbank in Utrecht en bepaalt binnen anderhalve week of zij al dan niet beroep aantekent.
Advocaat A. Wijnberg zal de ouderenbond bijstaan. Wijnberg trad ook op namens de vier vrouwen in de regio Utrecht. Eind 1998 daagde de advocaat al de Staat voor de rechter om voor vijf andere mensen sneller thuiszorg af te dwingen. De rechtbank in Den Haag bepaalde in dat proefproces dat Wijnberg niet bij de Staat, maar bij de zorgverzekeraars of de instellingen voor thuiszorg moest zijn. Tegen die uitspraak heeft Wijnberg beroep aangetekend. Dat dient maandag.
Directeur F. Clevers van de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg spreekt van "een revolutionaire uitspraak". "Niemand had verwacht dat de rechter de zorgverzekeraars verantwoordelijk zou stellen voor de wachtlijsten." De zorgverzekeraars hebben via de zorgkantoren een contracteerplicht met de instellingen die op hun beurt de zorg verlenen.
Volgens Clevers treft ook de overheid blaam. "Nederland is ten onrechte gewend geraakt aan het bestaande systeem van wachtlijsten. Steeds meer mensen willen bij ziekte en ouderdom koste wat kost thuis blijven. Maar tegelijkertijd zijn de financiële middelen de laatste tien, vijftien jaar achtergebleven", aldus Clevers.
Clevers acht de kans dan ook groot dat de AWBZ-premie, (Algemene Wet bijzondere Ziektekosten) waar onder meer de thuiszorg uit wordt gefinancierd, zal worden verhoogd om het probleem op te lossen. "Maar die verhoging zal marginaal zijn." Jaarlijks wordt er 3,5 miljard uitgetrokken voor de thuiszorg. "Om de wachtlijst weg te werken zal er 250 miljoen extra nodig zijn. Dat komt overeen met een premieverhoging van 0,1%", rekent Clevers voor. "Dat kan toch geen onoverkomelijk probleem zijn."
Staatssecretaris Vliegenthart (Welzijn) benadrukt echter dat er meerjarenafspraken zijn gemaakt met de thuiszorg en dat er al extra geld is voor het wegwerken van de wachtlijsten. Verder moet er duidelijkheid komen over een norm voor een "acceptabele wachttijd". Die is er op dit moment nog niet.
Volgens de staatssecretaris legt de uitspraak de verantwoordelijkheid van de 'zorgplicht' bij de zorgverzekeraar en niet bij de staat. De PvdA-bewindsvrouwe ziet de uitspraak in Utrecht dan ook niet als een bedreiging voor haar beleid.