De Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst
(KNMG) hanteert als regel dat artsen verzekeraars níet mogen vertellen
wat de doodsoorzaak is van een polishouder. Ook mogen artsen geen mededelingen
doen over de gezondheidstoestand van de overledene tijdens het afsluiten
van de polis.
Verzekeraars vragen er toch naar, zo constateert de ombudsman. "Medisch
adviseurs (van de levensverzekeraars) vragen onbeschroomd inlichtingen
aan de behandelend arts, gebaseerd op de redenering dat vragen vrij staat
en het de verantwoordelijkheid van de behandelend arts is om de gevraagde
informatie te weigeren", zo schrijft de ombudsman.
"In de meeste gevallen wordt de informatie zonder mankeren verstrekt,
in strijd met de richtlijnen van de KNMG," zo voegt hij eraan toe. Als
de arts weigert, benaderd de verzekeraar gewoon een andere behandelend
arts.
Uit het jaarverslag blijkt verder dat de Ombudsman Levensverzekering
vorig jaar 16 procent meer klachten in ontvangst heeft genomen over verzekeringsmaatschappijen
of tussenpersonen dan een jaar eerder. Er werden zo'n 705 klachten afgehandeld.
In 232 gevallen (33%) werd de klager geheel of gedeeltelijk in het gelijk
gesteld. In 1997 gebeurde dat 206 keer, op een totaal aantal klachten
van 600 (34%).
Afkoop van de levensverzekering was ook in 1998 het onderwerp waarover
het meest werd geklaagd (voor het tiende achtereenvolgende jaar). Ongeveer
24 procent van alle klachten had daarop betrekking, aldus de ombudsman.
Een relatief grote stijging van het aantal klachten deed zich voor bij
waardeoverdracht, uitkeringen, gemaakte fouten en vergissingen en resultaten
winstdeling.
Per 1 augustus van dit jaar werd strakkere regelgeving van kracht die
de afkoopwaarden voor nieuw te sluiten levensverzekeringen moet verbeteren.
De Ombudsman Levensverzekering verwacht dan ook dat het aantal klachten
over dit onderwerp de komende jaren kan afnemen.
Naast alle klachten werd de ombudsman in 1998 ongeveer 2000 keer gebeld
met verzoeken om informatie en bemiddeling. De vragen hier hadden vooral
betrekking op medische acceptatie voor een levensverzekering, afkoop,
voorlichting en aanspraken uit verzekering.