Profschaatsers dagen KNSB voor de rechter
UTRECHT, donderdag
De Vereniging van Professionele Schaatsteams (VPST) en de KNSB staan
maandag in Utrecht opnieuw voor de rechter. De VPST en de schaatsers
afzonderlijk, onder wie Marianne Timmer en Rintje Ritsma, hebben een
kort geding aangespannen om af te dwingen dat ze in neutrale kleding
mogen meedoen aan de World Cup wedstrijden in Inzell en Berlijn in
november.
Marianne Timmer, Tonny de Jong, Rintje Ritsma, Jan Bos, Erben
Wennemars, Jacco Jan Leeuwangh, Bob de Jong en Gianni Romme hebben zich
al gekwalificeerd voor deze wedstrijden. Zij willen zich echter niet
houden aan de kledingreglementen van de KNSB. Ze eisen samen met hun
Nederlandse ploeggenoten van Sanex, Spaar-Select en Unit-4 dat de KNSB
ze laat starten in schaatspakken zonder sponsoropdruk.
De KNSB wil de schaatsers alleen laten deelnemen in wedstrijdpakken
waar de bondssponsors Aegon en Deloitte & Touche groot op
adverteren. De drie andere sponsors mogen voor 450.000 gulden per ploeg
op het rechterbovenbeen van hun eigen schaatsers een beeldmerk
aanbrengen ter grootte van 200 vierkante centimeter.
Dan liever helemaal geen reclame, vindt de VPST. Volgens de advocaat
van de schaatsers, mr H. Knijff, maakt de KNSB misbruik van haar
machtspositie door als enige schaatsers voor internationale wedstrijden
te kunnen inschrijven. Knijff stelt dat de KNSB ook niet meewerkt aan
een redelijke verdeling van de reclame op de pakken.
Knijff noemt het bijzonder onredelijk dat de drie professionele teams
bijna anderhalf miljoen gulden op tafel moeten leggen voor een
bovenbeen. Dit steekt, omdat het geld in feite terechtkomt bij de
concurrent, de Aegon/KNSB-ploeg. Knijff heeft deze zaak aanhangig
gemaakt bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit.
|