Angst gen-voedsel slaat
over op consument in VS
door DANIELLE ROSSINGH - AMSTERDAM, zaterdag
De beslissing van de Europese Unie om genetisch
gemodificeerd voedsel verplicht van een etiket te voorzien heeft tot
gemengde reacties geleid. In Europa werd overwegend positief
gereageerd. De VS zullen er echter niet blij mee zijn. In navolging van
Europa wordt het Amerikaanse volk zich langzaam maar zeker bewust van
de gevolgen van het eten van genetisch gemanipuleerd voedsel. Met alle
gevolgen van dien voor de Amerikaanse landbouw, die gm-technieken
grootschalig toepast.
De Europese Commissie wil de vermelding van genetische
gemanipuleerde organismen (gmo's) in voedselproducten alleen
verplichten als het in de winkel meer dan 1% gm bevat. De etikettering
zal alleen gelden voor genetisch gemodificeerde maïs en soja.
De gm-kwestie zal waarschijnlijk ook een belangrijke rol
gaan spelen in de komende Millienniumronde van het Wereldhandelsoverleg
die begint op 30 november in de Amerikaanse stad Seattle. Behalve de EU
spelen ook Japan en Australië met het idee verplichte labels in te
voeren voor gm-voedsel. De Amerikaanse landbouw ondervindt op dit
moment flinke schade van het feit dat bepaalde gm-gewassen door het
strenge toelatingsbeleid Europa niet in komen.
Over genetisch gemanipuleerd voedsel werd aan
weerszijden van de Atlantische Oceaan totaal verschillend gedacht.
Amerikaanse multinationals als Monsanto en Cargill hebben grote
belangen in de teelt van genetisch gemanipuleerde gewassen als soja,
maïs en katoen. Meer dan de helft van alle in de VS verbouwde
sojagewassen en een derde van het maïsarreaal werd vorig jaar
verbouwd met een gm-variant. In Europa is de consument en in steeds
sterkere mate de politiek huiverig voor het gebruik van gm's in de
voedselketen.
Toch lijkt ook in de VS een kentering plaats te vinden.
"Omdat Europa zich zo'n zorgen maakt om gm's, is de discussie
daarover ook in de VS opgelaaid", zegt J. Butterman van de
Amerikaanse ambassade in Den Haag. "De Amerikanen worden zich er
steeds meer bewust van."
En dat zou weer grote gevolgen kunnen hebben voor de
Amerikaanse landbouw en aanverwante industrie.
Blijkbaar maakt Washington zich daar zorgen over. De
Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) kondigde namelijk
afgelopen week een opvallende beleidsverandering aan. De FDA wil een
aantal hoorzittingen gaan houden om te bepalen of etikettering van
gm-voedsel nodig is. De FDA hield tot deze week stug vol dat speciale
etiketten voor genetisch gemanipuleerd voedsel onnodig waren. Er zou
volgens de FDA geen verschil bestaan tussen gm-voedsel en voedsel
gemaakt volgens conventionele teelttechnieken.
Verder zal een taskforce van de FDA, het
Amerikaanse ministerie van Landbouw en de Environmental Protection
Agency het biotechnologisch beleid van de regering onderzoeken. De
Amerikaanse minister van Landbouw, Dan Glickman, drong er afgelopen
zomer bij de industrie al op aan om vrijwillige tot etikettering van
gm-voedsel over te gaan.
In Nederland is positief gereageerd op de beslissing van
de EU om verplichte gm-labels in te voeren. "Dankzij de verplichte
etikettering kan de consument straks zelf in de winkel een keuze maken
tussen gm- en gm-vrij voedsel ", zegt woordvoerster M. van Gool
van Greenpeace Nederland. "De drempelwaarde van 1% vinden we te
hoog, maar het belangrijkste is dat de etikettering er nu komt. Dit is
een goede stap in de richting naar gm-vrij voedsel."
Wel plaatst Van Gool een kanttekening bij de
beslissing. "Soja-olie en veevoeder vallen nog niet onder de
verplichte etikettering. Dat betekent dat er via die kanalen indirect
gm's in ons eten kunnen komen. Dat moet de consument ook weten."
Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) is blij
dat er eindelijk duidelijkheid is. "De consument heeft daar recht
op", zegt woordvoerster S. de Jong. Tot nu toe was etikettering in
Nederland verplicht voor sojameel, sojabloem, soja-eiwit, maïsmeel
en maïszetmeel. "Nu wordt zo'n gm-label ook verplicht gesteld
voor aroma's en additieven als gemodificeerd zetmeel. Hoe meer
duidelijkheid vanuit Brussel, hoe beter", aldus De Jong.
Het CBL vindt de drempelwaarde van 1% niet voldoende.
"Liever hadden we helemaal geen drempelwaarde gehad. Maar aan de
andere kant laat die 1% wel ruimte over voor toevalligheden. Geheel
gm-vrij is bijna onmogelijk te garanderen." Gm's kunnen immers ook
verspreid worden door natuurlijke invloeden als de wind of vogels.
|