Aandeelhouder heeft nog
steeds weinig te zeggen
DEN HAAG, zaterdag
Het is nog steeds droevig gesteld met de zeggenschap
van aandeelhouders. Het gemiddelde rapportcijfer dat de Vereniging van
Effectenbezitters Nederlandse beursfondsen geeft voor 'corporate
governance' blijkt in een jaar tijd mondjesmaat te zijn gestegen van
4,3 naar 4,4. Niettemin telt de ranglijst enkele opvallende stijgers.
Het is voor de tweede keer dat de VEB het
zeggenschapsbeleid van de AEX-fondsen onder de loep neemt. Vooral de
gangbare praktijk waarin aandelen bij een administratiekantoor worden
ondergebracht, dat vervolgens certificaten zonder stemrecht uitbrengt,
is de vereniging al jaren een doorn in het oog.
"Dat vindt je alleen in Nederland terug",
aldus VEB-directeur Peter Paul de Vries. "Als je dat in het
buitenland uitlegt, vallen mensen van hun stoel van verbazing."
Door rapportcijfers te geven maakt de VEB de ondernemingen ondanks de
enorme variëteit aan beschermingsconstructies onderling
vergelijkbaar.
ABN Amro, ASML en ING hebben in vergelijking met
vorig jaar belangrijke verbeteringen geboekt. De laatstgenoemde fondsen
hebben hun voorheen wel erg ruime emissiemachtiging ingeperkt.
"Het aandelenkapitaal kon eerst bijna worden verdubbeld zonder
terug te hoeven gaan naar de aandeelhouders", aldus De Vries.
"Daarmee hadden de raden van bestuur vrij spel met fusies of
overnames." ASML verdient daarom nu een 6,3 (1998: 4,6), en ING
een 2,7 (was 1,8).
ABN Amro heeft volgens De Vries "echt een forse
stap" gezet. Via de certificatie van preferente aandelen had het
administratiekantoor eerder meer dan de helft van het stemrecht op
aandeelhoudersvergadering. "Dat betekende dat je daar niet meer
naar toe hoefde", aldus De Vries. Inmiddels is het stemrecht van
het administratiekantoor teruggebracht tot 2,5%. ABN Amro, vorig jaar
'goed' voor een 2,1, krijgt daarmee een 4,3 van de VEB-schoolmeesters.
Geen voldoende dus, maar desalniettemin is ABN Amro het hoogst
geklasseerde financiële concern.
Formeel gezien gaat de trofee voor de grootste stijger
naar Hoogovens, dat na de fusie met British Steel (waardoor het
brandpunt van de handel zich naar Londen zal verplaatsen) echter uit de
AEX-index zal verdwijnen. Als een van de best beschermde beursfondsen
haalde het staalconcern vorig jaar niet meer dan een 2.
De Vries: "Maar door de fusie met British Steel
heeft een aanpassing aan de Britse structuur plaatsgevonden. De enorme
opeenhoping van beschermingsconstructies is overboord gezet. Dat geeft
het verschil tussen de Nederlandse en de Angelsaksische cultuur heel
goed aan." De combinatie Hoogovens/British Steel (dat verder gaat
onder de veelzeggende naam Corus) verdient hiermee een 6,7.
Van de overige 24 onderzochte ondernemingen behalen
slechts zes een voldoende, te weten Elsevier (6,7), Heineken (6,6),
Philips (6,3), ASML (6,3), Akzo Nobel (6,2) en Koninklijke Olie (5,9).
Helemaal onderaan bungelen Numico (2,5), Vendex (2,2) en Wolters Kluwer
(2,2).
De door het bedrijfsleven toegezegde zelfregulering op
het gebied van zeggenschap heeft dan ook gefaald, concludeert de VEB.
"Hiermee is aangegeven dat het tijd is voor wettelijke
maatregelen", stelt De Vries. "Alleen de makkelijke en
niet-controversiële aanbevelingen van het rapport van de commissie
Peters dat drie jaar geleden op verzoek van de effectenbeurs de
transparantie van fondsen onderzocht, red. zijn opgevolgd. Zoals het
bevorderen van een goede communicatie met analisten."
Later dit jaar krijgen ook de Midkap- en overige
fondsen op het Damrak een rapportcijfer toebedeeld. De VEB pleit alvast
voor het afschaffen van certificering.
|