Zware test agenten op
schietvaardigheid
door Ernst Nordholt AMSTERDAM, zaterdag
Politiemensen die met een dienstwapen zijn uitgerust
moeten voortaan ieder half jaar een schietvaardigheidstoets afleggen.
Als zij niet slagen, wordt hun wapen onherroepelijk ingenomen.
Dat is een van de maatregelen die het ministerie van
Binnenlandse Zaken per 1 januari aanstaande neemt om de
schietvaardigheid van Nederlandse agenten op peil te houden.
In een vorig jaar verschenen rapport bleek dat het met
de schietvaardigheid van de Nederlandse politie zo belabberd was
gesteld dat een groot aantal agenten hun dienstwapen moest inleveren.
Het advies luidt nu dat politiemensen gemiddeld 32
uur per jaar, vier werkdagen, met hun vuurwapen zouden moeten oefenen
om hun vaardigheden op peil te houden. In de praktijk kwam tot voor
kort maar liefst 20 procent van de bewapende agenten niet voor de
verplichte schietoefeningen opdagen. Niet opkomen voor deze oefening
betekent voortaan onmiddellijke ongeschiktheid voor het werk op straat.
Bovendien moeten alle agenten die voorzien zijn van een
wapenuitrusting (handboeien, korte wapenstok en vuurwapen) vanaf 2002
twee aanvullende examens afleggen voordat ze de straat op mogen.
Geweld
Zij dienen jaarlijks een examen
geweldbeheersing af te leggen. Dit examen, in de vorm van een
multiplechoicetest, moet de wetskennis van de agenten testen met
betrekking tot het gebruik van geweld tijdens hun werkzaamheden.
Om te voorkomen dat korpsen problemen krijgen met de
inzetbaarheid van politiemensen die voor dit examen zakken, is bepaald
dat deze test net zo vaak mag worden herhaald totdat de agent wel
slaagt.
Daarnaast komt er een jaarlijkse test waarin de
aanhoudings- en zelfsverdedigingsvaardigheden van de straatagenten
worden gemeten. Zo moeten zij kunnen aantonen dat ze naar behoren met
hun handboeien en hun wapenstok uit de voeten kunnen. Ook het hele
scala aan zelfverdedigingstrucs en de zogeheten 'opbrenggrepen' moeten
ze vlekkeloos kunnen uitvoeren. Ook hier geldt het devies: zakken is
binnenblijven.
Voorzitter Joop Vogel van de politievakorganisatie
ACP zegt een warm voorstander van de nieuwe regeling te zijn, maar
maakt daarbij een aantekening. "Als je als korps strenge eisen aan
je mensen stelt, moet je er ook voor zorgen dat zij in de gelegenheid
zijn om die trainingen te kunnen volgen." Wij horen maar al te
vaak van onze leden dat ze die ruimte niet krijgen omdat andere
werkzaamheden voor gaan."
"Wel ben ik van mening dat wanneer je van
overheidswege met wapens bent uitgerust, er een zware
verantwoordelijkheid op je rust om daarmee goed getraind te kunnen
omgaan", aldus Vogel.
|