Ajetoo buurman
Van onze correspondent - BOEDAPEST, woensdag
De KFOR-vredesmacht in Kosovo gaat strenger
patrouilleren in de straten van Pristina. De uitbreiding van de
veiligheidsmaatregelen komt een dag nadat in de hoofdstad van Kosovo op
klaarlichte dag een Serviër is doodgeschoten.
KFOR gaat meer personeel en materiaal naar Pristina
overbrengen. De maatregelen maken nog eens duidelijk hoe moeilijk het
de internationale troepenmacht valt de orde te handhaven. Na de
Servische misdaden vindt een deel van de Albanezen het nu tijd voor een
afrekening. In Kosovo is het leven voor de weinige achtergebleven
Serviërs een hel.
De Duitse KFOR-opperbevelhebber, generaal Klaus
Reinhardt, veroordeelde de moord als "een lafhartige
aanslag". Dergelijke geluiden maken tot nu toe echter weinig
indruk. Vorige week werd in Pristina nog een Bulgaarse VN-medewerker op
straat vermoord omdat hij Servisch sprak. Ook toen was er sprake van
"afschuw" en "een oproep tot kalmte."
De Servische gemeenschap in Kosovo heeft gezegd een
eigen beschermingskorps op te zullen richten. Ze zeggen ook zelfbestuur
te willen instellen in die enclaves waar de Serviërs nog in de
meerderheid zijn.
De Serviërs hebben geen enkel vertrouwen in het
onlangs gevormde Beschermingskorps van Kosovo (TMK) dat ze zien als een
voortzetting van het etnisch Albanese Kosovo Bevrijdingsleger (UCK).
Het TMK moet de toekomstige politie gaan vormen.
De internationale gemeenschap wijst de vorming van
eigen kantons en een eigen politiekorps af omdat men een multi-etnisch
Kosovo nastreeft.
Een Kosovaar bepleistert de muur van zijn huis waarin
een autodeur is verwerkt. De woning waar de veertien leden tellende
familie van de man woont, werd nagenoeg geheel verwoest tijdens het
Servische offensief eerder dit jaar.
FOTO: REUTERS
|