Russisch leger
rukt verder op
in Tsjetsjenië
GROZNY, maandag
Russische troepen hebben het afgelopen weekeinde na
zware gevechten de strategische stad Bamoet in West-Tsjetsjenië
ingenomen. Volgens de Tsjetsjeense commandant Hamzat Gilajev is het
Russische leger de rivier de Terek overgestoken en probeert het steeds
verder op te rukken.
Na de inname van Bamoet zouden de Tsjetsjenen er
echter in zijn geslaagd de Russische troepen tegen te houden.
Commandant Gilajev zei dat zijn troepen een tank en twee pantserwagens
hadden vernietigd en vier Russische soldaten gevangen hadden genomen.
De Russische luchtmacht heeft de bombardementen rond
de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny opgevoerd. Bij de stad Chasavjoert in
het oosten bij de grens met Dagestan heeft het Russische leger gisteren
een konvooi met rebellen aangevallen. Acht voertuigen werden
vernietigd, zo maakte het leger bekend.
Russische grondtroepen hebben ongeveer eenderde van
Tsjetsjenië in handen in het noorden, waarmee ze volgens Moskou
proberen aanvallen van Tsjetsjeense moslimrebellen in Zuid-Russische
republieken te voorkomen.
De Russische premier Vladimir Poetin herhaalde
zaterdagavond op de tv dat hij slechts een veiligheidszone wil
instellen en niet de politiek in Tsjetsjenië wil beïnvloeden.
Volgens Tsjetsjeense functionarissen zijn zo'n 1.000
burgers gedood sinds het Russische leger twee weken geleden de aanval
inzette. Ruim 40 steden en dorpen zouden met de grond gelijk zijn
gemaakt. In Grozny is een groot tekort aan medicijnen.
"In de Tsjetsjeense oorlog van 1994-'96 overleefde
95 procent van de gewonden dankzij hulp van internationale
organisaties. Als die hulp nu niet komt, ben ik bang dat slechts 10
procent van de gewonden zal overleven", zei de Tsjetsjeense
minister van Gezondheid, Oemar Chanbijem.
Volgens het persbureau ITAR-Tass zijn in buurland
Ingoesjië tentenkampen opgezet voor ongeveer 5.000 Tsjetsjeense
vluchtelingen en verblijven er nog eens 2.600 in treinwagons. In totaal
zijn ongeveer 150.000 Tsjetsjeense burgers naar Ingoesjië
gevlucht. (AP)
|