![]() ![]() |
7 oktober 1999 |
|
Onvermijdelijk Wat moest gebeuren, is gebeurd. Alle drie nog zittende politieke hoofdrolspelers in het Zuid-Hollandse bankiers-debacle zijn nu opgestapt. Voor henzelf is het ongetwijfeld een persoonlijk drama. Maar gezien hun falen bleef hen niets anders over, ook al lijkt vooral de commissaris van de Koningin, mevrouw Leemhuis, geheel ten onrechte de schuld ook buiten haarzelf te zoeken. Ze hebben zich gelukkig niet overgegeven aan de 'sorry-democratie', waaraan nationale politici zich nogal eens schuldig hebben gemaakt na gebleken falen. Dat ze niet aan het pluche gehecht bleken te zijn, pleit wel voor hen. Dat de affaire ook nog gevolgen zal moeten hebben voor enkele provinciale ambtenaren, behoeft geen betoog. Ook die hebben grove steken laten vallen en kunnen niet buiten de schoonmaakactie vallen. Nu de provincie aan zelfreiniging heeft gedaan, rijst ook de vraag welke invloed landelijk Den Haag op het reilen en zeilen van de lagere overheden moet hebben. Die zijn op een te grote afstand van Den Haag geplaatst, waardoor de controle te gebrekkig wordt uitgevoerd; over de mogelijkheden tot die controle, dus over de medeverantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken voor provincies en gemeenten, mag geen onduidelijkheid bestaan. Die is er nu helaas wel.
|
Artikel 3 der Statuten |
Toegankelijk Staatssecretaris Van der Ploeg (Cultuur) heeft afgezien van zijn plan culturele instellingen te verplichten, drie procent van hun budget te gebruiken om nieuw publiek te werven. In plaats daarvan kunnen bijvoorbeeld toneel- en muziekgezelschappen en musea op vrijwillige basis dat deel van het geld besteden aan een grotere en meer gevarieerde toeloop. Als ze dat goed doen, kunnen ze zelfs extra subsidie krijgen. Terecht vindt een Kamermeerderheid deze aanpak veel redelijker dan de dwangwerving waarmee Van der Ploeg de instellingen wilde opzadelen, laat staan de strafkorting op subsidie waarmee hij in een nog eerder stadium heeft gedreigd. Niemand zal ontkennen dat de staatssecretaris het allemaal goed bedoelt met zijn pogingen een betere cultuurspreiding tot stand te brengen onder bijvoorbeeld allochtonen. Maar een rijkere cultuurbeleving laat zich nu eenmaal bij niemand door de strot duwen. Instellingen te verplichten dat toch te proberen, is niet realistisch en zorgt voor sancties die niet verdiend zijn. Iets anders is het, dat van alle gesubsidieerde kunst- en cultuurinstituten verlangd mag worden dat ze hun uitingen en bezittingen zo toegankelijk mogelijk maken. Daar ontbreekt het nogal eens aan.
|
|
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
|