Voorpagina
Nieuwsarchief
Xtra
El Cheapo
NieuwsLink
NieuwsFocus
Vacatures
Auto
Weer
QuickLink
Reageer!
QuickAlert
NetMail
ChatWeb
Interman
Autovisie
Privé
Mijn TelegraafNet
 &referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[De Financiële Telegraaf]
[Nederland]
 

 


maandag
4 oktober 1999

 


[V & L informatica]
[BOL, voor al uw boeken]
[Oce]
[Postbank WinstVastKoopsom]

De Financiële Consument

ondert redactie van Peter van der Tuin. Bijdrage: Theo Mebius

Het regime voor lijfrenteverzekeringen gaat in 2001 ingrijpend veranderen. Naar het oordeel van de fiscus is de algemene lijfrente-aftrek voor iedere Nederlander niet meer nodig. De stroom van jaarlijks af te sluiten koopsommen zal dus inkrimpen. Daarnaast zullen veel mensen die al eerder een lijfrenteverzekering tegen jaarlijkse premie hebben gesloten, die premiebetaling stopzetten.
Is er niets meer af te trekken, dan heeft zo'n verzekering immers geen zin meer. Dus zal men die polissen premievrij maken. Voor het verzekeringsbedrijf betekent dat een enorme terugval, want er gaan in de lijfrente- en koopsommensfeer miljarden om.

Belastingplan 21e eeuw (4)

Tot 1992 waren er in Nederland in ruime mate mogelijkheden om het belastbaar inkomen te verlagen via het afsluiten van een lijfrenteverzekering tegen jaarlijkse premiebetaling. Per persoon mocht je tot dat jaar ƒ17.459 aan lijfrentepremie aftrekken. Via de zogenoemde Brede Herwaardering heeft men daar in 1992 een eind aan gemaakt, althans voor nieuw te sluiten verzekeringen. Voor de oude polissen bleef die ruime aftrek gelden en deze werd bovendien jaarlijks voor de inflatie aangepast. Zo kun je nu dus nog voor lijfrentepolissen die voor 1992 zijn afgesloten per persoon circa ƒ20.000 aftrekken. In het jaar 2001 komt die aftrek helemaal te vervallen.

In 1992 is de maximale aftrek in het kader van de Brede Herwaardering teruggebracht naar ƒ5.000 per persoon. Ook dat bedrag is jaarlijks voor de inflatie aangepast, zodat je nu jaarlijks nog ruim ƒ6.000 per persoon kunt aftrekken als lijfrentepremie. Ook die aftrek komt in 2001 te vervallen. Waarom? De fiscus is van mening dat deze aftrek voor belastingontwijking wordt gebruikt en dat de mensen die van deze aftrek gebruik maken in het algemeen al genoeg mogelijkheden hebben om pensioen op te bouwen. Het is de vraag of die redenering wel juist is. Voordat ik op die vraag in ga echter wat cijfers.

Eind 1998 waren er in Nederland 112.000 lijfrentepolissen tegen periodieke premiebetaling die voor de Brede Herwaardering zijn afgesloten. In totaal gaat het daarbij om een verzekerd kapitaal van ƒ18 miljard. Gemiddeld per polis komt dat uit op ƒ157.000. Vanaf 1992 zijn onder het nieuwe regiem ruim een miljoen van deze polissen afgesloten voor een totaal verzekerd bedrag van ƒ80 miljard en gemiddeld per polis ƒ76.000. Verder zijn er sinds 1992 nog ruim 900.000 koopsompolissen afgesloten voor een totaal verzekerd bedrag van ƒ25 miljard en gemiddeld ƒ28.000 per polis. Al deze polissen zijn gesloten op basis van belastingaftrek van de premie of de koopsom.

Een dergelijke polis betekent echter aftrek van belasting bij sluiting, maar betaling van belasting als de polis tot uitkering komt. Het gaat dus om uitstel van belasting. Van die enorme massa aan uitstaande polissen komen er jaarlijks dus ook grote aantallen tot uitkering. In het jaar 2001 wordt er op die polissen in totaal ƒ3,3 miljard aan periodieke lijfrentebetalingen uitgekeerd. Een fors deel hiervan valt direct in de schatkist, want die ƒ3,3 miljard vormt immers belastbaar inkomen. Men kan veilig aannemen dat de fiscus uit deze polissen in 2001 zeker ƒ1,3 à ƒ1,5 miljard in de vorm van belastingopbrengst toucheert. Het uit te keren bedrag loopt in de toekomst jaarlijks op. Berekeningen tonen aan dat dit in 2012 zal zijn opgelopen tot ƒ6,7 miljard, zodat in dat jaar minstens ƒ2,5 miljard daarvan direct in de schatkist valt. Daaraan zie je dat ook voor de fiscus geldt: wat in het vat zit verzuurt niet.

Toch maakt de fiscus er in 2001 een eind aan. Veel lijfrentepolissen tegen periodieke premiebetaling zullen dan door de klanten worden stopgezet. Dit betekent dat de polissen premievrij worden gemaakt en dat het premie-inkomen van levensverzekeraars fors daalt. Vanaf 2001 geldt de algemene lijfrente-aftrek niet meer. Aftrek is vanaf dat jaar nog slechts toegestaan wanneer iemand kan aantonen dat hij of zij een pensioengat heeft. De bewijslast ligt bij de belastingbetaler.

Wie is in staat om dat zelfstandig te berekenen? Bijna niemand, want de pensioenproblematiek is voor de gemiddelde Nederlander uiterst ingewikkeld. Je hebt daarbij de hulp nodig van een pensioendeskundige en dat zijn mensen die andere tarieven hanteren dan de tuinman. Ook voor de belastingdienst wordt het in de uitvoering een heel probleem om uit te vinden of iemand al dan niet in aanmerking komt voor lijfrente-aftrek. Bovendien is het onjuist om ervan uit te gaan dat iedereen in Nederland een goed pensioen heeft. Uit allerlei berekeningen van verzekeraars blijkt dat voor veel mensen het maar wat fijn is dat ze via de lijfrente-aftrek nog wat aan pensioen kunnen bijsprokkelen.

Kortom, het is een ondoordacht fiscaal idee om de algemene lijfrente-aftrek vanaf 2001 te schrappen. Decennia lang is juist gepoogd de spaarzin van Nederlanders te versterken. Maar ook dat idee wordt opgeofferd aan de Heilige Koe die het Belastingplan voor de 21e eeuw is.

Verzekeraars krijgen vanaf 2001 miljarden minder binnen.

FOTO: JOS VAN LEEUWEN






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.