Emotionele economie
De conjunctuurvisie van Drs. M. W. Dekker, algemeen directeur NPM
Capital
De mens is geen volledig rationeel wezen. En dat is
maar goed ook. Emoties krijgen gelukkig ook nog een kans. In de liefde
bijvoorbeeld. Of in de muziek. Ik noem maar wat. Ook de homo economicus
is niet geheel rationeel. Emoties spelen misschien wel een veel grotere
rol in het gedrag van consumenten, ondernemers en beleggers dan we
denken. Ook dat heeft z'n positieve kanten. Immers, no guts, no glory.
En die "guts" worden ongetwijfeld gedragen door positieve
emoties. Maar het emotionele in de economie heeft ook z'n lastige
kanten. Want emoties kunnen fluctueren. Verwachtingen gevoed door hoop,
enthousiasme, maar ook door angsten kunnen daardoor meer of minder
gunstig worden. Denk maar aan de renteverwachting, gevoed door hoop of
angst. Al die verwachtingen beïnvloeden vervolgens het feitelijk
gedrag van de consumenten, de investeerders en de beleggers. De
golfbewegingen in de economie die hierdoor ontstaan noemen we
"conjunctuur".
Nu was conjunctuur vroeger iets waar alleen geleerde
economen bij universiteiten, EZ en De Nederlandsche Bank zich mee bezig
hielden. Tegenwoordig hebben we allemaal overal verstand van, dus ook
van de economie. Wat je nu veel om je heen hoort, is dat de oude
theorie van de conjuncturele golfbewegingen in de praktijk niet meer
werkt. In "de nieuwe economie" hoeven we niet meer bang te
zijn voor sterke neerwaartse bewegingen. De aanhoudende groei van de
laatste zeven jaar zou hiervoor het bewijs zijn. Waar of niet waar?
Om de werkelijkheid te beschrijven denk ik dat we het
onderscheid moeten maken dat ooit aan eerstejaars economiestudenten al
werd voorgehouden: je hebt structurele bewegingen, conjuncturele cycli
en je hebt incidenten (bijvoorbeeld een oorlogssituatie) die de
economie beïnvloeden. Persoonlijk denk ik dat de economie nog
steeds gekenmerkt wordt door conjuncturele bewegingen, maar dat we de
laatste jaren een heel sterke mix van structurele bewegingen hebben die
de conjunctuur als het ware overheersen. Dat zijn bijvoorbeeld de
stormachtige opkomst van ICT, de mondialisering, de invoering van de
euro, de schaalvergroting door concentraties en de terugtredende
overheid. Met elkaar hebben deze factoren de economie een enorme power
gegeven.
Door die power van de structurele veranderingen zien de
golfbewegingen er veel positiever uit, maar ze zijn er nog steeds. Je
zou kunnen zeggen, voorheen ging het goed, matig of slecht (en in het
laatste geval was er een echte krimp van de economie) en nu zitten we
blijkbaar in een langdurige periode waarin het heel goed, goed of
"nog heel behoorlijk" gaat. Dat de Nederlandse economie van
die gunstige situatie extra profiteert, heeft meerdere oorzaken. We
hebben het dan wel vaak over het poldermodel, maar een fors beetje
geluk speelt zeker een rol. Bijvoorbeeld het feit dat ons land ook door
zijn ligging voor veel internationale ondernemingen een ideale
vertrekbasis is voor Europese distributie. En vergeet niet dat bij ons
het accent ligt op handel en dienstverlening, en veel minder op
industrie. Dat betekent alleen al dat je veel flexibeler bent. Een
computer kan je uitzetten en snel weer aanzetten als je hem nodig hebt.
Bij een grote machine of installatie ligt dat anders. Een handelend of
dienstverlenend bedrijf kan z'n activiteiten en z'n bezetting redelijk
snel aanpassen aan veranderende omstandigheden, een fabriek met
onderbezetting kost gewoon dik geld.
Dat er onderliggend nog steeds sprake is van ups en
downs in de economie zie je vooral in de meer traditionele sectoren.
Daar is in een periode dat het even wat minder gaat dan ook behoefte
aan herstructureringsfinanciering. Werk aan de winkel voor een
participatiemaatschappij die op langere termijn durft te denken. Maar
het merendeel van de participaties heeft momenteel toch het karakter
van groeifinanciering. Snelgroeiende ICT-bedrijven en ondernemingen die
willen groeien via overnames en internationalisatie.
Dat zal zeker nog wel enige jaren aanhouden.
|