Na tien jaar crisis verwacht
Frankrijk nu gouden tijden
door Pieter Nijdam - PARIJS, donderdag
Alle seinen staan op groen voor de Franse economie.
Na tien magere jaren, die resulteerden in een recordwerkloosheid van
12,6 procent in 1997 en veel sociale onvrede, wordt volgend jaar een
economische groei verwacht van 3 procent. Het financieringstekort neemt
af van 2,3 procent dit jaar naar 1,8 procent in 2000, terwijl de
geraamde inflatie slechts 1 procent bedraagt.
"De crisis is voorbij!" en "Gouden tijden
breken aan" staat in vette koppen op de omslag van enkele grote
financiële weekbladen. Het pessimisme van de jaren negentig lijkt
plaats te hebben gemaakt voor een ongebreideld optimisme.
"Frankrijk telt weer mee als economische wereldmacht",
schrijft een grote krant met enig chauvinisme.
Ondanks de fel bekritiseerde plannen van de regering
voor invoering van een 35-urige werkweek, ziet ondernemend Frankrijk
nieuwe kansen. Extra investeringen, expansie en schaalvergroting hebben
de afgelopen maanden de koersen op de Parijse beursvloer naar
recordhoogten gebracht. Sinds voorjaar 1997 steeg de beursindex (CAC-
40) met 50 procent. "The sky is the limit", roepen jonge
entrepreneurs, die steeds vaker het Engels machtig zijn.
De zucht naar globalisering wordt in Frankrijk het best
verwoord door de enorme golf van fusies. Het olie- en chemieconcern
TotalFina-Elf, de supermarktketen Carrefour-Promodès en de
bankcombinatie BNP-Paribas behoren tot de grootste ter wereld.
Aangespoord door de eigen regering willen Franse bedrijven een
leidinggevende rol gaan spelen in de internationale economie.
Met de sterk stijgende binnenlandse consumptie als steun
in de rug heeft de linkse regering van premier Lionel Jospin besloten
verder te gaan met de privatisering van logge staatsbedrijven. De
verwachte samensmelting van Crédit Lyonnais en Crédit
Agricole levert een bank op die qua balanstotaal tot de eerste vijf van
de wereld zal behoren. Philippe Jaffré, de gedumpte
president-directeur van Elf Aquitaine, zal naar verluidt deze nieuwe
megabank gaan leiden.
Voorts staat de verzelfstandiging van France
Télécom en Air France hoog op de agenda van premier
Jospin en de socialistische pragmaticus minister Dominique Strauss-Kahn
(Economie, Financiën en Industrie). Intussen kijkt de vleugellamme
gaullistisch-liberale oppositie met lede ogen toe hoe de linkse
regering nieuwe impulsen geeft aan het bedrijfsleven door het de vrije
hand te laten. Iets dat in het centralistische denken van Jospins
socialistische leermeester, wijlen president François
Mitterrand, volstrekt ondenkbaar was.
Hoewel premier Jospin begin dit jaar de zogenoemde
'Third way' van zijn Britse collega Tony Blair openlijk naar de
prullenbak verwees, lijkt hij in de praktijk de grondslagen van deze
liberaal-socialistische visie wel degelijk te omarmen. "Wetten
kunnen geen economie reguleren", liet de socialist zich onlangs
voor de televisie ontvallen. Een opmerking die volledig in het
verkeerde keelgat schoot van zijn politieke geloofsgenoten, die van
oudsher geloven in een centraal aangestuurde economie.
Jospin zag zich gedwongen openlijk een rukje naar links
te maken. Afgelopen maandag verklaarde hij voor socialistische
Europarlementariërs in Straatsburg dat bedrijven die winst maken
en tegelijk banen schrappen in de toekomst forse boetes tegemoet kunnen
zien. Bovendien zal paal en perk worden gesteld aan het grote aantal
uitzendkrachten die sommige bedrijven inhuren in plaats van werknemers
met een vast contract.
Met het oog op de presidentsverkiezingen in 2002 heeft
voor Jospin het terugbrengen van de enorme werkloosheid van thans 11,2
procent absolute prioriteit. De nieuwe generatie socialistische
politici, met Strauss-Kahn voorop, realiseert zich echter dat de
beproefde Franse methode om werkloosheid tegen te gaan door simpel meer
overheidsbanen te creëren, anno 1999 niet meer werkt. De rol van
het bedrijfsleven, die de ruimte moet krijgen voor expansie en nieuwe
investeringen, is daarbij onontbeerlijk.
Franse economen waarschuwen dan ook dat het optimisme
van nu als sneeuw voor de zon verdwijnt, als er zich weer een recessie
zal aandienen. De Franse overheid, die tot op heden nauwelijks
bezuinigingen heeft doorgevoerd en aldus geen reserves heeft opgebouwd,
zou zwaar in de problemen komen bij een stagnerende economie. Met een
kolossaal en zeer kostbaar ambtenarenapparaat (één op de
drie werknemers in Frankrijk is overheidsdienaar, P.N.) is de staatskas
snel uitgeput.
Dezelfde economen benadrukken bovendien dat de
verwachting van economische groei de eerste jaren na 2000 van 2,5 tot
2,9 procent in feite flinterdun is. Het succes van de Franse export van
de afgelopen twee jaar kan in belangrijke mate verklaard worden door de
hoge dollar. Wanneer de dollar eenmaal daalt, gaat dat onherroepelijk
ten koste van Frankrijks concurrentiepositie.
En dan is er nog de hoge werkloosheid die met 11,2
procent nog steeds uitsteekt boven het gemiddelde van 10,2 procent in
de Eurozône. Indien investeringen door het (inter-)nationale
bedrijfsleven uitblijven vanwege een dreigende recessie, heeft de
Franse overheid zélf geen handvat om dit grote
sociaal-economische probleem aan te pakken.
Philippe Brossard, hoofd research van ABN-Amro
Frankrijk, waarschuwt dan ook voor al te hoge verwachtingen over de
Franse economie. "De problemen waarmee de regering kampt zijn nog
steeds dezelfde." Tot nog toe leveren de aangekondigde fusies en
de rooskleurige winstcijfers alleen maar banenverlies op. Bij
TotalFina-Elf worden als gevolg van reorganisatie de komende drie jaar
2000 arbeidsplaatsen geschrapt en bij Michelin, dat de eerste zes
maanden van dit jaar een recordwinst boekte van 17 procent, staan
liefst 7500 banen op de tocht.
|