&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> |
29 september 1999 |
|
Bizar Minister Pronk (Milieu) heeft het nodig gevonden om publiekelijk afstand te nemen van het beleid van zijn opvolger als minister van Ontwikkelingssamenwerking, zijn partijgenoot Eveline Herfkens. Een bizarre vertoning, en niet alleen omdat Pronk als milieuminister de volle medeverantwoordelijkheid draagt voor het nieuwe, door hem afgekraakte beleid van ontwikkelingssamenwerking. Hij treedt zo het staatsrecht met voeten. Maar ook inhoudelijk zit Pronk er volstrekt naast. Mevrouw Herfkens heeft terwille van een doelmatige besteding van de gelden terecht het aantal landen beperkt waaraan ons land hulp geeft. Het aantal is nu trouwens nog te groot. Pronk's kritiek daarop snijdt dan ook geen hout. Tot verder verdriet van Pronk stelt Herfkens goed democratisch bestuur en goed economisch beleid als voorwaarde voor de hulp. Uit internationaal onderzoek blijkt ook dat ontwikkelingslanden die dat hebben, het meeste gebaat zijn bij ontwikkelingshulp. Het afgelopen weekeinde vertrok een topambtenaar omdat die de eigen minister hinderlijk voor de voeten liep. In feite doet Pronk niets anders. Hij moet kiezen: of aanblijven en dus het beleid volledig steunen, of vertrekken om het als vrij man te kunnen bekritiseren. Een tussenweg voor hem is er niet.
|
Artikel 3 der Statuten |
Grote broek De nieuwe D66-minister van landbouw Brinkhorst laat er geen gras over groeien. Als de paarse coalitiepartijen zijn plan tot sanering van de veestapel in uiterlijk 2002 niet steunen, stapt hij op. Dat hij met dit dreigement vooral het oog heeft op de VVD, is duidelijk. Die partij wil de boeren meer tijd geven om zich aan de verscherpte mestnormen aan te passen. De bewindsman voelt daar niets voor. Het begrip dat de liberalen, die op hoofdlijnen het saneringsbeleid steunen, voor de boeren opbrengen, is echter aanzienlijk verstandiger dan de oorlog die Brinkhorst met hen is begonnen door zijn plan als dictaat door hun strot te drukken. Daarvoor is het veel te ingrijpend. Het voortbestaan van circa 6000 boerenbedrijven staat op het spel. Daarom moet de herstructurering in goed overleg met de sector plaatsvinden, waarbij de minister mag eisen dat de boeren loyaal meewerken. Van enig uitstel mag ook geen afstel komen. Door nu onverhoeds met aftreden te dreigen trekt de minister een veel te grote broek aan en frustreert hij vruchtbaar overleg met de boeren en met het parlement. Daar is niemand mee gediend, ook niet de regeringscoalitie die in het voorjaar toch met schade en schande heeft geleerd dat met interne spanningen niets te winnen valt.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|