Serviërs doodna
aanslag in Kosovo
PRISTINA, woensdag
Twee Servische burgers zijn gisteren gedood door een
granaataanval op een markt in het voornamelijk door Serviërs
bewoonde dorp Kosovo Polje, vlakbij de Kosovaarse hoofdstad Pristina.
Veertig mensen werden gewond, van wie er vier ernstig
aan toe zijn.
Vier mensen, waarvan twee in ieder geval etnische
Albanezen, zijn door de KFOR-troepen opgepakt in verband met de
dodelijke aanslag.
Meteen na de aanslag blokkeerden de Serviërs de
hoofdweg naar het dorp en eisten betere veiligheidsgaranties. Een
Servische functionaris in Kosovo beschuldigde Albanese extremisten van
de aanslag, die hij een "slachting" noemde. Hij beklaagde
zich erover dat de Servische dorpen rond Pristina de laatste dagen
lijden onder voortdurende aanvallen van de etnische Albanezen.
De granaataanval volgde op de bekendmaking van de Franse
politie in Kosovo dat zij vier Serviërs had aangehouden op
verdenking van de massamoord op twintig etnische Albanezen in de tijd
van de NAVO-bombardementen van afgelopen voorjaar.
De commandant van de Franse politie, kolonel Claude
Vicaire, maakte bekend dat de twintig vermoorde Albanezen lagen in een
massagraf van 28 lijken, dat onderzoekers onlangs hebben gevonden in
Vidomiric in de buurt van Kosovska Mitrovica. Negen van de lichamen
zijn al geïdentificeerd.
De Franse kolonel vertelde dat in totaal 54 mensen op
verdenking van moordpartijen zijn gearresteerd in de omgeving van
Kosovska Mitrovica sinds de KFOR-troepen in juni zijn gearriveerd.
|