Strategie van Philips
blijft in nevelen gehuld
Van een onzer verslaggeefsters - AMSTERDAM, vrijdag
Philips overweegt niet zich op te splitsen. Dit was
het enige concrete dat J. Oosterveld, directeur Corporate Strategy,
gisteren zei tijdens een informele persbijeenkomst. Hoewel het
samenzijn duidelijkheid moest geven over Philips' strategie, bleef deze
opnieuw grotendeels in nevelen gehuld.
"Dat Philips zegt niet op te willen splitsen moet
je met een korrel zout nemen", aldus Jan Coen Balt van Stroeve
Effectenbank. "Bij Polygram werd het ook altijd ontkend, hoewel
het uiteindelijk toch is afgestoten."
Oosterveld reageert met zijn uitspraak op recente
speculaties in nationale en internationale media. Analisten riepen dat
de waarde van de zeven bedrijfsonderdelen los van Philips veel meer
waard zijn dan de totale waarde van de groep.
Oosterveld doet de speculaties van de hand door te
wijzen op de doelstelling van het rendement van het netto
bedrijfskapitaal (rona). Al een aantal jaren streeft het bedrijf naar
een rona van 24%, die het concern nog steeds niet heeft gehaald.
Afgelopen halfjaar bedroeg deze graadmeter 18,3%. "Als we een
aantal jaren 20% zouden halen, zou de discussie over de
conglomeraatskorting ophouden", meent hij. Een succesvol
conglomeraat is bijvoorbeeld General Electric (GE). De activiteiten van
dit Amerikaanse bedrijf zijn volgens Oosterveld binnen GE meer waard
dan los.
"In de berekeningen van analisten wordt de merknaam
over het hoofd gezien", aldus Balt. "De naam Philips duidt
toch op een bepaalde kwaliteit. Met een opsplitsing zou die merknaam
grotendeels verdwijnen."
Topman Cor Boonstra heeft sinds zijn aantreden eind
1996 bakken met geld uitgegeven om de naamsbekendheid van Philips te
vergroten. Nog steeds wordt alles uit de kast getrokken om uitlatingen
te voorkomen als 'Philips is een bord spaghetti' en 'Philips heeft een
stoffig imago'. Hoewel Philips' marktaandeel op het gebied van mobiele
communicatie nog geen 2% is, is mobiele telefonie een perfecte
mogelijkheid om het stoffige imago af te schudden en om te buigen tot
jong en snel. Balt vermoedt dat het ruim honderdjarige bedrijf deze
activiteit aanhoudt als marketing-tool. Veel analisten breken
hun hoofd hoe het in de toekomst moet met de mobiele telefoonpoot. Balt
voorspelt dat Philips aansluiting zal zoeken bij een andere kleine
partij.
Philips wil zich de komende jaren concentreren op het
uitbouwen van de zeven bedrijfsonderdelen. Licht, halfgeleiders,
consumentenelektronica, huishoudelijke apparaten, componenten, medische
systemen en Origin moeten volgens Oosterveld tot de top van de markt
gaan behoren. "Philips is dat in het verleden al onder andere
geweest met de kleuren-televisie en het scheerapparaat", zegt de
groepsdirecteur terwijl hij over zijn gladgeschoren wang wrijft. En dat
niet alleen, Philips moet in 2005 als trendsetter worden gezien door
klanten, de financiële wereld en de concurrentie. Oosterveld kijkt
nu met grote ogen naar het Amerikaanse Dell of Nokia uit Finland,
bedrijven die die begerenswaardige positie al wisten te bereiken.
"De volgende fase is het denken over welke
onderdelen prioriteit krijgen", aldus Oosterveld. Een van de
takken waarop Philips zich toe zal leggen is consumentenelektronica,
voorspelt Balt. "Dat past in de rol die Philips wil spelen in de
digitalisering van de maatschappij. Conform de high-volume electronics
(HVE)-strategie wil het bedrijf uitblinken in
consumentenproducten." HVE is een mooi woord voor de
massaproductie van elektronica-producten waarin Philips veel
technologie en kennis kwijt kan. Blauwdruk voor de nieuwe strategie
vormt de reorganisatie bij Philips' trots 'licht'. Zo zou de rest van
de organisatie ook moeten functioneren, meent Balt.
Ondanks alle ontkenningen van Oosterveld verwachten
analisten dat Origin en Medical Systems geen lang leven meer zijn
beschoren onder de hoede van Philips. "Medical Systems en Origin
gaan of afgesplitst of verkocht worden of krijgen een aparte
beursnotering", voorspelt Balt.
Opsplitsen ja of nee? Eerder trokken met dit gerucht
ook andere bedrijven de aandacht, die na verloop van tijd meestal uit
bleken te komen. Denk aan Unilever die in 1997 haar chemische
activiteiten afstootte, Vendex KBB die Vedior en Vendex Food weg deed,
KPN die haar postactiviteiten zelfstandig door het leven liet gaan en
VNU die haar dagbladen in de verkoop deed. "Uiteindelijk moeten
bedrijven wel toegeven aan de druk van de markt, want dat voegt waarde
toe", aldus Balt.
|