Voorpagina
Nieuwsarchief
Xtra
El Cheapo
NieuwsFocus
Reiswereld
Vacatures
Auto
Weer
QuickLink
Reageer!
QuickAlert
NetMail
ChatWeb
Interman
Autovisie
Privé
Mijn TelegraafNet
 &referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[Financiën]
[Nederland]
 

 


zaterdag
18 september 1999

 


[ING bannerwedstrijd]
[Autosite]
[BOL, voor al uw boeken]

Effectenbeurs noteert
aandelen in eurocenten

door RENÉ LUKASSEN - AMSTERDAM, zaterdag

Wat elders in Europa al langer het geval is, staat nu ook in Amsterdam te gebeuren. Aandelennoteringen zullen vanaf medio oktober van dit jaar niet langer afgerond worden op vijf eurocent, maar op één eurocent. Dat betekent dat waar voor een aandeel ABN Amro tot dusver EUR22,20 (slotkoers donderdag) of EUR22,10 (slotkoers gisteren) werd betaald, medio oktober bijvoorbeeld EUR22,19, of EUR22,11 betaald kan worden.

De aanpassing van deze zogenoemde tick size is volgens directeur H. Brouwer van de AEX-Effectenbeurs vooral in het belang van de belegger. "Je transactiekosten gaan er door naar beneden, omdat je niet langer per definitie een aankoop- of verkooporder hoeft in te leggen die is afgerond op een eurostuiver. Nu is het verschil tussen een bied- en een laatprijs per definitie vijf eurocent en worden 'bestens'-orders afgerond op een eurostuiver, maar dat wordt dus anders." Zou een verlaging van de tick size in het belang zijn van de belegger, commissionairs en banken zouden volgens Brouwer niet staan te springen. "De tussenhandel wordt er niet beter van."

De wijziging van de tick size, of noteringsfractie, geldt voor zowel de aandelen in het limietenboek (alle AEX- en Midkap-fondsen plus Cap Gemini, CMG, Dordtsche, Gucci, Heineken Holding, Libertel en UPC), als voor die op de lokale markt. Van de aandelen uit het limietenboek die op 30 september van dit jaar noteren onder de EUR50, wordt de noteringsfractie verlaagd tot één eurocent. De aandelen die noteren boven de EUR50, houden de huidige tick size van vijf eurocent.

Voor de overige aandelen (die genoteerd zijn op de lokale markt) geldt een soortgelijke grens. De aandelen inclusief beleggingsfondsen, lirics en buitenlandse fondsen die EUR5 of minder noteren, krijgen een tick size van één eurocent. De stukken die EUR5 of meer noteren, houden de huidige noteringsfractie van vijf eurocent.

Toename handel
Brouwer geeft toe dat door het verlagen van de tick size de handel in sommige aandelen zal toenemen. Maar dat het vergroten van de verhandelbaarheid van met name lokale fondsen de belangrijkste overweging is geweest, spreekt hij tegen. "In sommige heel kleine fondsen gebeurt niet zoveel, maar een verlaging van de tick size verandert daaraan niets. Of het verschil tussen bied- en laatprijs daar nu verschillende guldens is, vijf eurocent of één eurocent, dat maakt niet uit. Het is juist omgekeerd: wil je de tick size verlagen, dan heb je in een bepaald fonds een flinke liquiditeit nodig."

Dat op de effectenbeurzen elders in Europa aandelen al langer in eurocenten noteren, heeft bij het besluit om de situatie in Amsterdam te wijzigen eveneens een rol gespeeld, zo erkent Brouwer. "We sluiten ons wat dat betreft nu aan bij de Europese standaard. We komen nu volledig in lijn met de andere beurzen in Europa." Dat de Amsterdamse effectenbeurs de stap mede zet om het weglekken van omzet tegen te gaan, bestrijdt Brouwer echter. "Daar hebben we geen last van. We groeien zelfs wat harder dan onze omgeving."

De Amsterdamse effectenbeurs werkt al langer aan de oprichting van een pan-Europees beurzenplatform, waarop de 300 belangrijkste Europese aandelen verhandeld moeten gaan worden. "We hebben een aantal modellen bekeken", aldus Brouwer. "Eén daarvan was een gemeenschappelijk platform met 300 Europese topfondsen. Maar dan moet je vragen beantwoorden als: waar zet ik die beurs neer en welke regels zijn er van toepassing? Bij een gebrek aan één Europese toezichthouder is zo'n pan-Europese beurs een moeilijk begaanbare weg, die lang zal duren."

Internet-beleggen
De betrokken partijen zouden nu dan ook hebben gekozen voor een technische oplossing, waarbij geprobeerd wordt de verschillende beurzen op elkaar aan te sluiten zodat één scherm ontstaat waarmee in de 300 fondsen gehandeld kan worden. Dat daarmee niet al te lang gewacht moet worden, gezien de snelle opkomst van onder meer internet-beleggen, wordt door Brouwer erkend. "De toenemende concurrentie legt wat dat betreft een enorme druk op ons." Ergens volgend jaar zou de pan-Europese schermenbeurs van start moeten gaan.

Ondanks dat bij de totstandkoming van de Europese schermenbeurs "nationale sentimenten wel degelijk een rol spelen", zou Europese samenwerking toch mogelijk zijn. "Je ziet dat het met de Benelux-beurzen ook werkt. Die samenwerking toont aan dat het kan."

Noodzaak tot de vorming van een Europees platform zou er nog steeds zijn. "Kapitaalvragers willen een Europese 'big board', want als je daarop verhandeld wordt, zegt dat iets over de kwaliteit van je onderneming. Beleggers zelf kiezen ook steeds meer voor Europese topfondsen dan voor Nederlandse, hoewel dat niet betekent dat er voor de lokale markt geen toekomst meer is. Als de markt zulke duidelijke signalen geeft, moet je als beurs de mogelijkheid gewoon bieden."






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.