Abortus na 24 weken
mag bij baby's met
fatale aandoening
door Annet de Jong en Jeroen Hendriks - DEN HAAG, vrijdag
Artsen die op een zorgvuldige manier abortus plegen
na 24 weken, zijn niet strafbaar als duidelijk is dat de baby direct of
kort na de geboorte zal overlijden.
Dat mag nu in principe niet omdat een ongeboren vrucht
na 24 weken als levensvatbaar wordt beschouwd.
De artsen moeten zelf bepalen bij welke aandoeningen
late zwangerschapsafbreking is toegestaan en aan welke
zorgvuldigheidseisen moet worden voldaan. De huidige abortuswetgeving
wordt niet veranderd.
De ministers Borst (Volksgezondheid) en Korthals
(Justitie) leggen dit plan volgens doorgaans betrouwbare bronnen in
justitiële kring vandaag voor aan de ministerraad.
De bewindslieden vinden het onwenselijk om de Wet
afbreking zwangerschap te wijzigen, om te voorkomen dat er opnieuw een
maatschappelijke discussie over abortus losbarst.
Overleven
Als de ongeboren vrucht wel kans op overleven
heeft, maar geen kans op verbetering en er dus sprake is van
voortzetting van een uitzichtloze toestand, is abortus na week 24 in
beginsel wel strafbaar.
Een 'verdachte' gynaecoloog kan een beroep doen op
overmacht, als het gaat om een noodtoestand. Een landelijke
beoordelingscommissie bestaande uit medici, ethici en juristen moet het
openbaar ministerie in die gevallen adviseren over het al dan niet
vervolgen van de arts.
Alle gevallen van late zwangerschapsafbreking, dus ook
de niet-strafbare, moeten worden gemeld bij de gemeentelijke
lijkschouwer en bij de inspectie voor de gezondheidszorg. Deze kan
eventueel het medisch tuchtcollege inschakelen.
Borst (D66) en Korthals (VVD) hopen dat door een
duidelijke regeling artsen bereid zullen zijn te melden wanneer zij na
de wettelijke termijn van 24 weken een zwangerschap beëindigen in
het belang van het ongeboren kind en de moeder.
Gebleken is dat medici nauwelijks melden, omdat zij
een late abortus onder genoemde omstandigheden beschouwen als een
natuurlijke dood. Het gaat om foetussen met zeer ernstige afwijkingen,
zoals fatale longaandoeningen en niet te opereren hartafwijkingen.
De betrokken ministers delen de visie dat
zwangerschapsafbreking strafbaar is als de vrucht levensvatbaar is. Dat
is normaal het geval na 24 weken. Foetussen met fatale afwijkingen
worden niet beschouwd als levensvatbaar.
Behandeling van het kind na de geboorte wordt als
'zinloos' aangemerkt als vaststaat dat de baby ernstig zal lijden. Ook
de latere gezondheidstoestand van het kind is hier van belang, met name
de vraag of het in staat zal zijn contact met mensen te hebben, verbaal
of non-verbaal. Verder speelt ook de psychisch toestand van de moeder
een belangrijke rol. In sommige schrijnende gevallen kan volgens medici
niet van een moeder gevraagd worden de zwangerschap tegen haar wil uit
te dragen.
|