Landbouw kan
niet zonder gif
Van een onzer verslaggeefsters - DEN HAAG, dinsdag
Teelten mogen niet verdwijnen als gevolg van het
aanstaande besluit zo'n 42 bestrijdingsmiddelen voor de land- en
tuinbouw te verbieden. Toch moet een schone productie van land- en
tuinbouwproducten speerpunt van het beleid blijven.
Dit heeft staatssecretaris G. Faber (Landbouw) gezegd
tijdens een regulier overleg met de boerenorganisatie LTO-Nederland.
Daarbij bood LTO Faber zo'n 24.000 handtekeningen van boze boeren aan.
"Het gaat het landbouwbedrijfsleven er niet om
zoveel mogelijk middelen te behouden", zegt LTO-voorzitter
Doornbos. "Maar het moet niet ten koste gaan van de teelten. Faber
heeft de bereidheid getoond een aantal middelen toe te laten die het
etiket 'onmisbaar' dragen." Ook heeft Faber gevraagd om de
bevindingen van LTO aangaande de landbouwkundige gevolgen van het
spuitverbod.
Volgens glastuinbouwvoorzitter F. Hoogervorst van LTO
moet het kabinet de ambtelijke procedures rond het aanwijzen van een
nieuw grootschalig tuinbouwgebied gaan versnellen.
"Als gevolg van de afwijzing door het kabinet van
de locatie Cromstrijen in de Hoeksche Waard liggen we nu ver achter met
de herstructurering van de tuinbouw", stelt Hoogervorst. De
Hoeksche Waard was voor LTO de ideale locatie voor een nieuw
grootschalig tuinbouwgebeid. Dat is nodig omdat de tuinders in het
traditionele tuinbouwgebied Westland niet verder kunnen uitbreiden.
Vorige week bepaalde het kabinet dat de Hoeksche Waard
geen grootschalig tuinbouwgebeid zal krijgen. Volgens minister Pronk
(Vrom) er is op de korte termijn tot 2002 voldoende ruimte op 14
locaties (waaronder Emmen en Venlo) om uit te breiden. Op de lange
termijn, van 2002 tot 2005, ziet Pronk goede mogelijkheden in
West-Brabant (de Moerdijkse Hoek) en Zeeland (Borssele, Reinerswaal,
Kanaalzone). Naar schatting is er de komende tien jaar behoefte aan
zo'n 2000 hectare nieuwe tuinbouwgrond.
"De Moerdijkse Hoek zien wij ook wel zitten",
zegt Hoogervorst. "Maar in Cromstrijen waren we met de provincie
al zover dat er snel gebouwd kon worden. Een nieuwe locatie levert
minstens vier jaar vertraging op. Daarom willen we een versnelling van
de procedures bij de provincie. Het kabinet heeft een voorkeur voor de
Moerdijkse Hoek, maak het dan ook waar."
Volgens Hoogervorst zijn locaties in het noorden of
Zeeland en Limburg geen oplossing. "De tuinders willen in het
westen blijven. Vaak hebben de partners een baan of een eigen zaak, die
kunnen niet zomaar gaan verhuizen naar een ander deel van het land. We
willen de mensen niet verplichten te verhuizen."
Het ministerie van Landbouw noemt een versnelling van
procedures "voorbarig". "Over 10 jaar is er in de
tuinbouw behoefte aan 2000 hectare. Die vind je niet op een plek.
Bovendien komt de Moerdijkse Hoek pas in beeld vanaf 2002", aldus
een woordvoerder.
|