Aandeelhouders BTG nu
ook ruzie met elkaar
Van een onzer verslaggevers - GORINCHEM, dinsdag
Grootaandeelhouders J. Gaal en H. van den Hombergh
van het vorig jaar in opspraak geraakte beleggingsvehikel BTG zijn niet
langer "on speaking terms". Gaal verwijt Van den Hombergh ten
onrechte de opbrengst van de verkoop van 420.000 stukken De Vries
Robbé Groep naar een rekening te hebben gesluisd van een
persoonlijke holding. Dat geld was bedoeld voor BTG.
BTG Holdings verkocht de 420.000 stukken De Vries
Robbé de juridische opvolger van Mulder Boskoop in mei vorig
jaar, op een zeer pikant moment. In tegenstelling tot wat BTG in een
prospectus had beloofd, werd een zogenoemde lock-up periode van
één jaar met voeten getreden. Dat laatste kwam in een wel
heel merkwaardig daglicht te staan toen niet veel later bleek dat bij
een deelneming van De Vries Robbé in Groot-Brittannië op
één project een verlies dreigde te ontstaan van 10
miljoen.
"Ikzelf heb voor de verkoop van de stukken als enig
en zelfstandig bevoegd bestuurder van BTG opdracht gegeven", zo
stelt Gaal. Dat hij daarmee iets deed dat niet door de beugel kon,
bestrijdt hij ten stelligste. "De Vries Robbé was toen al
op de hoogte van de problemen bij de Britse deelneming, maar vond het
niet nodig om er melding van te maken."
De verkoop van de stukken in mei 1998 waardoor het
belang van BTG in De Vries Robbé afnam van ruim 50 tot 21%
leverde volgens Gaal 19,5 miljoen op; geld dat bedoeld was voor
BTG. "Van den Hombergh heeft echter via een fax effectenkantoor
Nijenburgh gevraagd het geld over te maken naar Hombergh Holdings."
Hoe Nijenburgh vorig jaar nog in het nieuws omdat het de
lopende zaken overnam van het van beursfraude verdachte effectenkantoor
Leemhuis & Van Loon het geld naar Van den Hombergh over heeft
kunnen maken, zonder eerst contact te hebben gezocht met BTG, is Gaal
een raadsel. "Ik heb vervolgens geprobeerd om er met Van den
Hombergh uit te komen, maar dat is niet gelukt." Uiteindelijk
restte Gaal naar eigen zeggen niets anders dan een gang naar de rechter.
Niet alleen Van den Hombergh werd daarbij gedaagd, maar
ook het effectenkantoor. In de zaak tegen Nijenburgh deed de
arrondissementsrechtbank in Utrecht vorige week uitspraak. BTG werd in
het gelijk gesteld en het effectenkantoor veroordeeld tot de
onmiddellijke betaling van 8 miljoen. "Die uitspraak
verbaast me niet, maar ik ben blij dat hij er nu eindelijk is",
aldus Gaal.
BTG zou door de onterechte overboeking in 1998 in
betalingsproblemen zijn gekomen. "We kunnen nu met de crediteuren
die ons al die tijd hun vertrouwen hebben gegeven netjes
afrekenen." Volgens Gaal is de veroordeling van Van den Hombergh
zelf, voor de rest van de geleden schade, nu niet meer dan een kwestie
van tijd. Van den Hombergh was gisteravond niet bereikbaar voor
commentaar.
|