Speurneuzen terug uit rampgebied
door Eric de Brouwer - EINDHOVEN, maandag
De Reddingshonden Hulpgroep Holland is gisteravond
vanuit Istanboel aangekomen op het vliegveld Eindhoven. Dankzij het
team werden afgelopen weekeinde in de Turkse plaats Sakarya twee
jongetjes levend onder de puinhopen vandaan gehaald.
"We zijn erg tevreden met dit resultaat. Onze
missie zou eigenlijk al zijn geslaagd als we één
overlevende zouden hebben gevonden. Nu konden we zelfs twee jonge
levens redden", zegt een van de leden van de hulpgroep, Leo de Man
uit Krimpen aan den IJssel.
De Nederlandse reddingswerkers en hun honden
lokaliseerden vrijdagmorgen een jongetje onder de puinhopen van een
totaal ingestorte etagewoning. De bergingsploegen konden hem na
urenlang zoeken uiteindelijk bevrijden. Het jongetje bleek dagenlang
klem te hebben gezeten in een ruimte tussen een wasmachine en het
plafond.
In de nacht van vrijdag op zaterdag stuitten de
speurhonden opnieuw op een nog levende persoon. Ook hier wisten
bergingsploegen vervolgens een klein jongetje levend onder het puin
vandaan te halen.
Het reddingsteam (bestaande uit zes mannen, drie vrouwen
en vijf speurhonden) reisde in opdracht van het Nederlandse Rode Kruis
vorige week woensdag af naar Istanboel van waaruit de brigade onder
politiebegeleiding met een bus en een Turkse tolk verder trok naar de
plaats Sakarya, zo'n 150 kilometer buiten Istanboel.
"Deze tocht duurde maar liefst vier uur, omdat we
langs totaal verwoeste wegen en allerlei blokkades onze weg moesten
zien te vinden", aldus De Man. "Eenmaal aangekomen in Sakarya
hebben we meteen op straat een bivak opgezet van tentzeilen die we
kregen van de lokale bevolking. Vanaf dat moment hebben we eigenlijk
aan een stuk door gezocht naar overlevenden van deze allesvernietigende
aardbeving."
De eerste dagen van hun verblijf in het rampgebied
verliepen voor de leden van de hulpgroep erg moeizaam. De Nederlandse
reddingswerkers troffen onder de puinhopen tientallen doden aan. De
Man: "Die momenten, hoe triest ook, horen nou eenmaal bij dit
werk. Als team moet je daar doorheen en de zoektocht naar levenden
voortzetten."
Water en brood
Ook de weersomstandigheden waaronder de reddingsploeg
moesten werken, waren zwaar. "De temperaturen liepen overdag op
tot 36, 37 graden. Om die reden hebben we veel 's avonds en 's nachts
gewerkt", zegt De Man, die benadrukt dat hij en zijn collega's
alle hulp hebben gekregen van de plaatselijke Turkse bevolking.
"Van hen kregen we water en brood. Voor onze honden werd zelfs een
zak voer geregeld."
Afgelopen zaterdag moesten de reddingswerkers
noodgedwongen stoppen met hun acties, omdat de Turkse hulpdiensten een
begin maakten met het spuiten van chemicaliën om verspreiding van
bacteriën te voorkomen. De honden kunnen hierdoor geen menselijke
geuren meer opvangen. De Man: "Daarbij komt dat de
desinfectiemiddelen schadelijk zijn voor onze honden."
|