De tijd dringt voor
redders in Ture
ANKARA, zaterdag
De tijd begint te dringen voor de naar schatting
35.000 slachtoffers van de Turkse aardbeving die nog onder het puin van
ingestorte gebouwen liggen. Velen van hen kunnen kunnen nog in leven
zijn, maar lang zullen zij het niet meer uithouden. De 'deadline' voor
het vinden van overlevenden is gesteld op maandag of dinsdag.

Turkse vrouwen dragen kapjes voor hun mond om zich te
beschermen tegen eventuele ziektekiemen die verspreid worden door
rottende lijken onder het puin. Op de pick-up truck waar zij langs
lopen liggen de resten van een door de aardbeving gedood gezin.
FOTO: AP
Door de Turkse gewoonte, grote betonnen platen te
gebruiken bij de bouw van huizen, is de kans dat mensen gevangen zitten
onder het puin groot. Dit in tegenstelling tot aardbevingen in
bijvoorbeeld Irak, waar mensen direct verpletterd worden onder
ingestorte gebouwen omdat deze gebouwd zijn van (bak)steen.
Of mensen nog levend gevonden worden is afhankelijk van
hun lichamelijke conditie en of zij gewond zijn of niet.
Reddingswerkers worden in elk geval nog steeds bemoedigd door de kreten
van hulp die zich een weg banen door meters beton.
Epidemieën
Even groot als de haast die geboden is bij het zoeken
naar overlevenden, is het gevaar voor het uitbreken van epidemieën
nu de lijken onder de puinhopen van de steden door de hitte beginnen te
rotten. Door de aardbeving kapot getrokken waterleidingen helpen
ziekteverwekkers sneller te verspreiden. Volgens dokters ter plaatse is
het gebied rijp voor besmettelijke ziektes als cholera en dysenterie.

Gered! Een team van Hongaarse reddingswerkers is erin
geslaagd om een klein meisje levend uit een door de aardbeving
getroffen gebouw in Izmit te halen. Haar moeder kon haar geluk niet op.
Op een stretcher werd het kind naar een ambulance gebracht, waar ze
gauw wat te drinken kreeg.
FOTO: EPA
De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) noemde de
gezondheidsgevaren door in ontbinding rakende lijken echter
"verwaarloosbaar". Volgens de WHO wordt er veel geld gestoken
in de aanvoer van mobiele toiletten en schoon water. Ook zou de
controle op besmettelijke ziekten scherp zijn.
Een Franse vrijwilliger in het getroffen gebied, Wolff
Pierre, ontkracht de geruststellende woorden van de WHO: "We
rekenen op dysenterie, diarree en buikgriep. Ik heb tot nu toe al
twintig tot dertig gevallen van dysenterie ontdekt." Volgens het
Turkse ministerie van Gezondheid wordt uit hygiënische
overwegingen het water in het rampgebied voorzien van chloor. De Turkse
regering beval de doden snel te begraven.
Plunderaars
Inmiddels is het rampgebied ten prooi gevallen aan
plunderaars. In de provincie Kocaeli arresteerde de Turkse politie
dertig mensen die in verwoeste huizen op zoek waren naar waardevolle
spullen. De mannen hadden de bewoners van de huizen verteld dat ze
kwamen helpen met het zoeken naar overlevenden.
Ondertussen lopen de schattingen over de totale schade
nogal uiteen. Meldde donderdag de Turkse krant Finansal Forum al
dat de schade zo'n 50 miljard gulden bedraagt,gisteren schatte de
directeur van de Turkse Centrale Bank, Gazi Ercel, deze op 10 tot 14
miljard. Andere ramingen komen in de buurt van de 40 miljard. Wat de
precieze schade ook moge zijn, de Wereldbank, het Internationaal
Monetair Fonds (IMF) en diverse landen hebben Ankara alle mogelijke
steun toegezegd.
De brand in de Tupras olieraffinaderij bij Izmit is
onder controle gebracht. Dit meldde Husamettin Danis, algemeen
directeur van het staatsbedrijf. Volgens de directeur kan de brand elk
moment geblust zijn. Het nieuws wordt in een persbericht bevestigt door
het bij de bluswerkzaamheden betrokken Nederlandse bedrijf RISC uit
Rotterdam.
Tijdens de brand zijn er als gevolg van lekkende
pijpleidingen grote hoeveelheden olie in de zee terecht gekomen,
waarbij een oppervlakte van 750 duizend vierkante meter vervuild is
geraakt. Een Brits schoonmaakteam werd gisteren in Izmit verwacht om de
vervuiling het hoofd te bieden. (AFP/Reuters/DPA/AP)
|