Madrid wint strijd om
Salvador Dali's nalatenschap
door Gerrit-Jan Hoek - BARCELONA, zaterdag
Tien jaar na zijn dood op 23 januari 1989 is de
belangstelling voor Salvador Dali groter dan ooit. Dit jaar hopen de
drie musea in Figueras, Pubol en Port Lligat die aan Dali gewijd zijn,
voor het eerst het magische aantal van 1 miljoen bezoekers te
overschrijden.

Salvador Dali
Maar de strijd om de culturele nalatenschap van Spanje
grootste surrealistische schilder heeft pas vorige maand definitief
zijn beslag gekregen. Het Spaanse Hooggerechtshof wees in juli de eis
van Dali's laatste secretaris, Robert Descharnes, af.
De Fransman claimde de inkomsten van alle rechten van
reproducties van Dali's doeken, beeldhouwwerken en juwelenverzameling
op grond van een afspraak met de schilder vlak voor zijn overlijden.
Maar volgens de Spaanse rechter berusten de rechten van Dali's
culturele erfenis bij de Spaanse staat.
Op zijn sterfbed had Dali al zijn werken aan de Spaanse
overheid nagelaten, die de exploitatie in 1995 overdroeg aan de
Stichting Gala-Dali, mede vernoemd naar de metgezellin van de schilder.
Daardoor zag Descharnes een uiterst lucratieve handel in rook opgaan.
Voor een andere secretaris van Dali is 1999 een nog
veel groter rampjaar. John Peter Moore (84) wacht binnenkort ondanks
zijn hoge leeftijd een lang proces wegens verduistering en vervalsing
van werken van zijn voormalige baas.
De voormalige Ierse marineman werd in 1960 door Dali's
vrouw Gala als secretaris van Dali aangetrokken. Gala ging daarbij
vooral af op het onberispelijke uiterlijk van de kapitein, die om een
betaald baantje zat te springen. Want van zijn karige marinepensioentje
kon de aan luxe verslaafde kapitein Moore nauwelijks rondkomen.
Maar toen Dali hem in 1975 voor zijn diensten bedankte,
was Moore opeens een gefortuneerd man. Hij was eigenaar van een
kolossaal huis op een steenworp afstand van Dali's woning in Port
Lligat met een adembenemend uitzicht op de Middellandse Zee. De muren
van zijn luxueuze optrekje, bewaakt door videocamera's, hingen vol met
enkele van de 300 schilderijen van Dali. De rest exposeerde hij in zijn
eigen privé-museum dat hij in Cadaques met zijn vrouw Catherine
Perrot runde.
De plotselinge rijkdom veroorzaakte een stroom van
geruchten dat Moore zijn vermogen en kunstbezit niet op rechtmatige
manier verworven zou hebben.
Zijn vrouw, een Zwitserse die kunstgeschiedenis
gestudeerd had, werd ervan verdacht de mislukte schetsen die Dali
dagelijks in de prullenmand deponeerde, thuis met een strijkbout keurig
glad te hebben gestreken en van een valse handtekening van de meester
te hebben voorzien. Maar alle beschuldigingen over vervalsing en
verduistering konden nooit hard gemaakt worden.
Tot dit jaar. De Stichting Gala-Dali ontketende een
ware kruistocht tegen de fraude van de nalatenschap van Dali, een van
de meest vervalste meesters uit de recente kunstgeschiedenis. En
daarbij spande het net zich ook al snel ook rond de verdachte
ex-secretaris van Dali. In april werden John Peter Moore en zijn vrouw
vlak bij de grens aangehouden toen zij op weg waren naar Frankrijk. Bij
huiszoeking in hun privé-museum in Cadaques nam de politie meer
dan 10.000 vervalste litho's in beslag.
Maar de grootste verrassing moest nog komen. Enkele
weken geleden stelden agenten van de speciale brigade die belast is met
de bescherming van het nationale kunstbezit, zich vragen over twee
bijzondere schilderijen in het Moore-Perrot-museum.
Na enig speurwerk en internationale contacten bleken de
schilderijen in 1974 uit de galerij Knoedler in New York verdwenen te
zijn. De galerij had de werken, een dubbelportret van Gala als
experiment van Dali op een bronzen ondergrond, te leen gekregen. Maar
toen Dali ze terugvroeg bleken alleen de lijsten nog in het magazijn te
staan.
De FBI en Interpol zetten een speuractie in gang,
maar de schilderijen bleven spoorloos. Uiteindelijk kreeg Dali een
schadeloosstelling van 125.000 dollar.
Het verweer van Moore op vragen van de politie, hoe de
verdwenen schilderijen in zijn bezit waren gekomen, kon de agenten
nauwelijks overtuigen. Moore beweerde dat hij die twee schilderijen
gekregen had van de gemeenschappelijke vriend van Dali, als
tegenprestatie voor een persoonlijke lening die die vriend niet kon
terugbetalen.
Maar dat verhaal valt nauwelijks meer te achterhalen.
De gulle vriend blijkt al ruim tien jaar geleden te zijn overleden.
|