Inflatie juli valt mee
NEW YORK, woensdag
Wall Street haalde opgelucht adem nadat gisteren
bekend werd dat de consumentenprijzen, een van de belangrijkste
inflatiegraadmeters, over de maand juli volgens verwachting met 0,3
procent zijn gestegen. Zonder de sterk schommelende prijzen van energie
en voedsel kwam de stijging uit op 0,2 procent volgens het Amerikaanse
ministerie van Handel.
De Dow Jones sloot in aansluiting op het nieuws 70.29
punten hoger en belandde met een slotstand van 11.117,08 punten weer
boven de 11.000 puntengrens.
De bekendmaking van het cijfersover de maand juli werd
op de financiële markten met spanning tegemoet gezien, omdat dit
een sterke aanwijzing vormt voor de toekomstige renteontwikkeling in de
VS.
Op 24 augustus vergaderen de Amerikaanse centrale banken
over een mogelijke renteverhoging. Nu de ontwikkeling van de
consumentenprijzen meevalt zal volgens analisten de stijging
waarschijnlijk niet meer bedragen dan 0,25 procent. Deze stijging is al
grotendeels verdisconteerd in de koersen. Verder bestaat er goede hoop
dat het bij deze renteverhoging zal blijven en dat er niet nog een komt
in oktober.
Deze hoop stuwde de financiële waarden op. Zij
waren de smaakmakers terwijl de technologiefondsen, een dag eerder nog
volop in de belangstelling door goede cijfers van Hewlett Packard,
terrein moesten prijsgeven.
JP Morgen profiteerde uiteindelijk slechts licht van de
positieve stemming en pakte $½ winst op $134½. American
Express was een van de weinige uitschieters onder de Dow-fondsen met
een winst van $4½ op $140¼. Citigroup dikte $1¼ aan op
$47 5/8.
Bij de technologiefondsen was de stemming minder zonnig.
Hewlett Packard moest door winstnemingen $6½ terug op $104. IBM
deelde de misère van HP niet en pakte $1 erbij op $128½.
Op de valutamarkt in New York stond de koers van de
euro tegen het eind van de handel op $1,0515 na een slot van $1,0510 in
Amsterdam. De notering van de dollar tegenover de gulden ging omlaag
van 2,0970 naar 2,0955.
|