&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

woensdag 18 augustus 1999

"Russische inval in Tsjetsjenië" MOSKOU, woensdag De Russen lijken steeds vastberadener te worden in hun streven om een einde te maken aan de vanuit Tsjetsjenië ondersteunde moslim-rebellie in Dagestan. Volgens de Tsjetsjeense leider Aslan Maschadov zijn Russische troepen gisteren zelfs de grens tussen zijn in feite afgescheiden land en Dagestan overgetrokken. Een hoge Tsjetsjeense regeringsfunctionaris zei dat een colonne Russische pantservoertuigen en infanterie gisterenochtend om half elf de grens passeerde. Vervolgens zouden de Russen de plaats Bratskoje hebben ingenomen, om hierna verder landinwaarts te trekken. Volgens de persdienst van de Tsjetsjeense grenswacht zijn de troepen een paar uur later weer uit het land vertrokken. Wat de motivatie voor deze inval was, en wat de troepen tijdens hun aanwezigheid precies hebben ondernomen is niet bekend. Het Russische ministerie van Defensie ontkende gisteren dat een dergelijk incident heeft plaatsgevonden, al heeft premier Poetin eerder wel verklaard dat hij een inval in Tsjetsjenië niet uitsluit. Vluchtelingen Door het conflict in Dagestan zijn volgens de Verenigde Naties inmiddels al zo'n tienduizend mensen op de vlucht geslagen. Judith Kumin, woordvoerster van de Unhcr, de vluchtelingenorganisatie van de VN, maakte bekend dat de Dagestaanse regionale migratiedienst 9.838 vluchtelingen heeft geregistreerd. De Europese Unie heeft inmiddels de bezetting van een aantal dorpen in de regio door moslim-fundamentalisten in een verklaring veroordeeld. De EU veroordeelde ook het uitroepen van "een zogenaamde" islamitische staat in Dagestan. In een oproep vroeg de Unie de Russen geen buitenproportioneel geweld te gebruiken om de rebellie neer te slaan. "De Europese Unie vraagt de Russen alleen het geweld te gebruiken dat nodig is om de orde in Dagestan te herstellen", aldus de verklaring. Premier Poetin voerde de druk op de ketel gisteren op door mee te delen dat de militairen nog een week hebben om de opstand de kop in te drukken. De Russische vastberadenheid om de orde te herstellen, en een debacle als tijdens de verloren oorlog tegen Tsjetsjenië te voorkomen, blijkt uit het feit dat het leger officieel het commando over de 'Operatie Dagestan' heeft overgenomen van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Om het moreel onder de Russische militairen op peil te houden is hen een salaris van zo'n tweeduizend gulden per maand beloofd, naar Russische begrippen een klein kapitaal. Het bedrag is het vijftigvoudige van wat de soldaten nu verdienen. De Russische minister van Financiën Michael Kasjanov en premier Poetin zijn de salarisverhoging overeengekomen. De Russen zetten hun aanvallen op de rebellen onverminderd voort. Met bombardementen en zware artillerie proberen zij de weerstand te breken. Volgens een woordvoerder van het Russische ministerie van Binnenlandse Zaken lijden de opstandelingen zware verliezen, en is hun moreel gebroken. De Russische vechtlust en onheilsberichten ten spijt, hebben de moslimrebellen nog steeds minstens drie dorpen onder controle. In het rebellenbolwerk Ansalta arriveerden maandag 120 extra manschappen. De rebellen gaan er vanuit dat de Russen hen niet uit de dorpen kunnen verdrijven. (AP/REUTERS/AFP)

Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.