&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

woensdag 18 augustus 1999

Aardbeving eiste 2000 levens Van onze redactie buitenland - AMSTERDAM, woensdag foto's: Reuters Het dodental van de krachtige aardbeving in Noordwest-Turkije, die gisterochtend toesloeg met een kracht van 6.7 op de schaal van Richter op een moment (03.00 uur lokale tijd) dat vrijwel iedereen lag te slapen, stijgt zeer snel. Gisteravond waren er al 2033 doden geteld en moesten meer dan 11.000 gewonden worden verzorgd. Maar het zoeken naar levenstekens tussen de puinhopen van ingestorte gebouwen gaat door. Hamza en Sema Bikbay waren gisteren rond het middaguur de enigen die in de zwaar getroffen stad Golcuk door reddingswerkers uit een ingestort flatgebouw waren gehaald. "Alles begon in te storten. We hielden elkaars hand vast en ik zei: "Oké we sterven", vertelde een dolgelukkige Hamza na haar redding. De burgemeester van Golcuk, Ismail Baris, schatte voor de staatsradio dat nog 10.000 burgers onder het puin liggen. Direct nadat Turkije had laten weten over onvoldoende deskundigen, materieel en snuffelhonden te beschikken om alle rampplekken af te gaan, werd van alle kanten hulp aangeboden. Met name de Verenigde Staten, Duitsland, Engeland, Israël en Frankrijk boden naast andere hulp speciaal getrainde reddingsteams aan. Ook aartsrivaal Griekenland bood hulp en troost. De Turkse premier Bülent Ecevit dankte de wereld gisteren via de tv voor de snelle hulp, maar waarschuwde dat het moeilijk zal zijn de hulpverleners naar het rampgebied te brengen, omdat wegen zijn verwoest. "Dit is de grootste natuurramp die ik heb meegemaakt", zei de 73-jarige premier met emotionele stem. De premier waarschuwde de burgers niet met zwaar materieel te graven naar overlevenden, omdat daarmee de kleine luchtbellen waarin slachtoffers een aantal dagen kunnen overleven verdwijnen en ze juist door zo'n hulpactie kunnen overlijden. Het rampgebied bestrijkt het industriële gebied ten westen van de Zee van Marmara, met de steden Istanboel, Sakarya, Bursa en Izmit, waar het epicentrum lag. Even ten zuiden van Izmit, in Golcuk, vloog door de beving de grootste olieraffinaderij van het land in brand. Uit angst voor explosies werden omwonende geëvacueerd. Ook de infrastructuur voor telecommunicatie werd ontwricht, waardoor onder meer het financiële verkeer stil kwam te liggen. Ook het elektriciteitsnet is zwaar beschadigd. Naschokken Vanwege het gevaar dat beschadigde gebouwen alsnog instorten, vooral door te vrezen naschokken, bivakkeren veel burgers op straat. Hoewel de overheid heeft gewaarschuwd voor instortingsgevaar, moest de politie gisteren soms geweld gebruiken om burgers ervan te weerhouden hun woningen binnen te gaan voor kostbaarheden of voedsel. De aardbeving heeft zelfs een mijn uit de Eerste Wereldoorlog losgeslagen bij Gallipoli. Hij werd aangetroffen door een Turkse kapitein in de Dardanellen, de zeestraat tussen de Middellandse Zee en de Zee van Marmara. De Internationale Federatie van Rode Kruis en Rode Halve Maan in Genève heeft gisteren de wereld gevraagd om een bijdrage van ruim 14 miljoen gulden voor hulp aan de naar schatting 100.000 mensen die op een of andere manier zijn getroffen door de ramp, bijvoorbeeld door het verlies van huis en haard. Koningin Beatrix heeft de Turkse president Demirel gisteren in een telegram haar medeleven betuigd met de slachtoffers, aldus de Rijksvoorlichtingsdienst. In het rampgebied zijn deze zomer veel minder Nederlandse toeristen wegens het Koerdische dreigement aanslagen te zullen plegen uit protest tegen de arrestatie van hun leider Öcalan.

Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.