|
Bisschop Eijk vindt
homoseksualiteit
neurotische stoornis
GRONINGEN, woensdag
Priesters kunnen homoseksuelen het best doorverwijzen
naar een psycholoog voor de behandeling van hun ,,neurotische
ontwikkelingsstoornis''. Homo's zijn niet in staat tot ,,de wederzijdse
zelfgave van twee personen aan elkaar'' zoals die alleen in het
huwelijk gestalte krijgt, en kunnen daarom geen liefdesrelatie aangaan.
Bisschop Eijk
...kuisheid...
De nieuwe bisschop van Groningen, dr. W. Eijk,
verkondigde deze opvatting over homoseksualiteit in zijn lessen aan de
priesteropleidingen Rolduc in Kerkrade en het Sint Janscentrum in Den
Bosch. Een oud-student van de Bossche opleiding speelde de
rk-kerkhistoricus Ton van Schaik Eijks traktaten over 'speciale
moraaltheologie' in handen. Van Schaik citeert er deze week in het
weekblad Hervormd Nederland vrijelijk uit.
Eijk, moraaltheoloog en arts, verdedigt inzake
(homo)seksualiteit, huwelijk en geboortebeperking zonder voorbehoud de
leer van Rooms-Katholieke Kerk. De traktaten ademen volgens Van Schaik
,,een benauwde biechtstoelmoraal anno 1950''.
Funest
Eijk hield de priesterstudenten onder meer voor dat een
seksuele relatie tussen homo's niet meer is dan ,,wederzijdse
zelfbevrediging''. Priesters moeten hun te allen tijde de kerkleer
voorhouden. Die noemt homoseksuele relaties ,,intrinsiek ongeordend''
en maant homo's tot kuisheid. ,,Iemand bevestigen in zijn
homoseksualiteit betekent in verreweg de meeste gevallen dat men de
betrokkene fixeert in zijn neurose en dat is funest'', schrijft Eijk.
De nieuwe bisschop van Groningen was gisteren wegens
vakantie niet voor commentaar bereikbaar.
Met zijn seksuele ethiek vertegenwoordigt Eijk de
,,zieke onderbuik van de kerk'', vindt de homoseksuele Groningse
priester en oud-Europarlementariër Herman Verbeek. De opvatting
die Eijk verkondigt, is het product van de ,,oude, mannelijke, seksueel
gefrustreerde clerus'' in het Vaticaan. De priesters en pastoraal
werk(st)ers in het bisdom, die onder Eijks voorganger Möller een
aanzienlijke vrijheid genoten, houden volgens Verbeek hun hart vast.
|
|