Westen buigt zich over
verlanglijstje Balkan
door Frank van Vliet - BOEDAPEST, donderdag
De wereldleiders die vandaag en morgen in Sarajevo
verzameld zijn hoeven maar uit het raam van hun conferentieoord te
kijken om zich bewust te worden waarom de regio hen wederom geld vraagt.
De Amerikaanse president Clinton, de Duitse premier
Schröder en 'onze' Wim Kok hebben vanuit het voormalige olympische
ijshockeystadion in de Bosnische hoofdstad uitzicht op waarschijnlijk
een van de meest gefotografeerde begraafplaatsen ter wereld. Op het
voetbalveld naast de sporthal geven honderden kruisen de laatste
rustplaats aan van de slachtoffers van de oorlog die aan 200.000 mensen
het leven kostte.
'Nooit meer Bosnië' werd sindsdien een gevleugelde
uitspraak in de politiek. Desondanks vond op een steenworp afstand in
Kosovo opnieuw een tragedie plaats. Om te voorkomen dat er nogmaals een
brand op de Balkan uitbreekt met dure consequenties voor de
internationale gemeenschap, begint vandaag de 'Stabiliteitsverdrag top'
in Sarajevo.
Stuk van taart
Niet alleen Kosovo rekent op (veel) geld, ook landen
als Albanië, Bosnië, Bulgarije, Kroatië, Macedonië,
Hongarije, Roemenië en zelfs het relatief rijke Slovenië
hopen op een stukje van de taart. Ze kunnen alle aantonen (economische)
schade te hebben opgelopen door de crisis om Kosovo.
Sarajevo heeft sinds de Olympische Spelen in 1984 niet
meer zoveel hoogwaardigheidsbekleders ontvangen. Delegaties uit meer
dan dertig landen worden er verwacht.
In hoog tempo zijn gebouwen voor de top opgeknapt.
NAVO-pantservoertuigen en militairen houden opvallend een oogje in het
zeil. Het vliegveld is gedurende de top voor burgerverkeer gesloten.
Talloze verkeerswegen zijn eveneens afgesloten. "We hebben hier
wel genoeg militairen gezien, dacht ik."
Het na maandenlange Servische bombardementen weer
redelijk opgelapte Sarajevo zal zich van zijn beste zijde willen tonen.
Kok en de zijnen zouden er echter verstandig aan doen door de
façade van vrolijke terrasjes heen te kijken.
Weliswaar zijn wegen, bruggen en huizen deels hersteld,
maar dat gebeurde vooral met veel internationale steun en niet op eigen
kracht. Bosnië kreeg meer dan drie miljard dollar per jaar, maar
een efficiënt bestuur is niet van de grond gekomen.
Corruptie
De werkloosheid schommelt rond de 50 procent,
buitenlandse investeringen zijn er door corruptie en een verouderd
bankwezen nauwelijks. Volkswagen, dat vorig jaar een fabriek
(her)opende in Sarajevo, klaagt steen en been. Afspraken met de
overheid worden keer op keer door Sarajevo niet nagekomen.
Serviërs, moslims en Kroaten weigeren samen te
werken. Vluchtelingen kunnen maar mondjesmaat terugkeren. Van een echte
democratie is geen sprake evenmin van een marktgerichte economie. Het
is moeilijk het oude op communistische leest geschoeide systeem van
vriendjespolitiek te doorbreken.
In Kosovo dreigen dezelfde fouten te worden gemaakt als
in Bosnië. Desondanks zien de blauwdrukken voor de wederopbouw van
Kosovo er hetzelfde uit als die voor Bosnië. Snelle verkiezingen,
een internationaal bestuurder met veel volmachten en een internationale
vredesmacht.
Volgens Carl Bildt, de vroegere gezant voor Bosnië,
moet de internationale gemeenschap de regio als één
geheel zien. In het verleden keek men te snel hoe een lokale ruzie
opgelost kon worden zonder daarbij aan de consequenties voor de buren
te denken. Integratie is voor de Zweed het toverwoord. Daarbij gaat het
juist niet alleen om reconstructie van wegen en huizen, maar ook om
veranderingen binnen het economische en politieke systeem.
Dat besef is ook aanwezig op de conferentie. Aan de
financiële hulp wordt de eis van een moderne economie en een
transparant politiek systeem verbonden. Van de landen van het oude
Joegoslavië voldoet alleen Slovenië redelijk aan die eis.
Kroatië als goede tweede kampt nog met kinderziekten zoals een
gebrekkige persvrijheid en corruptie in de omgeving van president
Franjo Tudjman.
Vreedzaam
In Bosnië is nog veel te weinig bereikt en ook
Macedonië, dat in 1991 vreedzaam uit Joegoslavië wist te
stappen, heeft nog een lange weg te gaan. De crisis in Kosovo heeft de
gespannen verhoudingen tussen de Albanese minderheid (30 procent) en de
Macedoniërs alleen maar doen toenemen.
De oorlog heeft het land onder meer door de
vluchtelingencrisis, maar ook door het wegvallen van de traditionele
handelspartner Servië, economisch aan de rand van de afgrond
gebracht.
Het buurland Albanië is al jarenlang het zieke
kindje van Europa. Hele delen van het land zijn onbestuurbaar en worden
door roversbenden beheerst. De belangrijkste politieke partijen staan
elkaar naar het leven en de corruptie tiert welig. Slechts de massale
aanwezigheid van de NAVO tijdens het Kosovo-conflict bracht enige orde
in het land.
Van de overige landen die hopen op een financieel
steuntje in de rug van het rijke Westen staat NAVO-lid Hongarije er het
beste voor. Het is niet meer de vraag of het land lid wordt van de
Europese Unie maar wanneer.
In tegenstelling tot Hongarije weten westerse
investeerders Roemenië en Bulgarije maar mondjesmaat te vinden.
Deze landen snakken naar zowel het NAVO-lidmaatschap als toetreding tot
de EU. Ze vinden dat ze wel eens beloond mogen worden voor hun trouwe
diensten aan de internationale gemeenschap tijdens de oorlogen in
ex-Joegoslavië.
Ramp
De crisis in het buurland heeft hen handen vol met
geld gekost. Het verlammen van het scheepsverkeer op de Donau door de
NAVO-luchtaanvallen was voor de arme naties al een ramp.
Grote afwezige op de conferentie is uiteraard
Servië, met tien miljoen inwoners toch een factor van belang.
Niemand wil echter onderhandelen met het land zolang president Slobodan
Milosevic er aan de macht is. Met een wegens oorlogsmisdaden
aangeklaagde president doet men geen zaken.
Het uitsluiten van Servië vormt echter wel een
ernstig probleem. Het wordt steeds moeilijker aan het verpauperde
Servische volk uit te leggen dat de oorlog niet tegen hen maar tegen
het regime werd gevoerd. Het past ook niet in het beeld van een aanpak
die eindelijk de hele regio bestrijkt.
Een zwak en geïsoleerd Servië in het hart
van de Balkan is een potentiële bron van onrust. Dat die beroering
snel naar elders kan overslaan heeft het verleden wel geleerd. Voor de
bewijzen daarvan hoeven de geachte afgevaardigden maar uit het venster
te kijken.
|