De Telegraaf-i [] VoorpaginaDe Telegraaf-i [] ArchiefDe Telegraaf-i [] XtraDe Telegraaf-i [] Reactie-RedactieDe Telegraaf-i [] NieuwsLinkDe Telegraaf-i [] NieuwsFocusDe Telegraaf-i [] VacaturesiteDe Telegraaf-i [] AutositeDe Telegraaf-i [] Weersite
 &referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[Financiën]
[Nederland]
 

 


donderdag
29 juli 1999

 


[BOL, voor al uw  boeken]
[Prive Roddelbox]
[Autosite]

Westen buigt zich over
verlanglijstje Balkan

door Frank van Vliet - BOEDAPEST, donderdag

De wereldleiders die vandaag en morgen in Sarajevo verzameld zijn hoeven maar uit het raam van hun conferentieoord te kijken om zich bewust te worden waarom de regio hen wederom geld vraagt.

De Amerikaanse president Clinton, de Duitse premier Schröder en 'onze' Wim Kok hebben vanuit het voormalige olympische ijshockeystadion in de Bosnische hoofdstad uitzicht op waarschijnlijk een van de meest gefotografeerde begraafplaatsen ter wereld. Op het voetbalveld naast de sporthal geven honderden kruisen de laatste rustplaats aan van de slachtoffers van de oorlog die aan 200.000 mensen het leven kostte.

'Nooit meer Bosnië' werd sindsdien een gevleugelde uitspraak in de politiek. Desondanks vond op een steenworp afstand in Kosovo opnieuw een tragedie plaats. Om te voorkomen dat er nogmaals een brand op de Balkan uitbreekt met dure consequenties voor de internationale gemeenschap, begint vandaag de 'Stabiliteitsverdrag top' in Sarajevo.

Stuk van taart

Niet alleen Kosovo rekent op (veel) geld, ook landen als Albanië, Bosnië, Bulgarije, Kroatië, Macedonië, Hongarije, Roemenië en zelfs het relatief rijke Slovenië hopen op een stukje van de taart. Ze kunnen alle aantonen (economische) schade te hebben opgelopen door de crisis om Kosovo.

Sarajevo heeft sinds de Olympische Spelen in 1984 niet meer zoveel hoogwaardigheidsbekleders ontvangen. Delegaties uit meer dan dertig landen worden er verwacht.

In hoog tempo zijn gebouwen voor de top opgeknapt. NAVO-pantservoertuigen en militairen houden opvallend een oogje in het zeil. Het vliegveld is gedurende de top voor burgerverkeer gesloten. Talloze verkeerswegen zijn eveneens afgesloten. "We hebben hier wel genoeg militairen gezien, dacht ik."

Het na maandenlange Servische bombardementen weer redelijk opgelapte Sarajevo zal zich van zijn beste zijde willen tonen. Kok en de zijnen zouden er echter verstandig aan doen door de façade van vrolijke terrasjes heen te kijken.

Weliswaar zijn wegen, bruggen en huizen deels hersteld, maar dat gebeurde vooral met veel internationale steun en niet op eigen kracht. Bosnië kreeg meer dan drie miljard dollar per jaar, maar een efficiënt bestuur is niet van de grond gekomen.

Corruptie

De werkloosheid schommelt rond de 50 procent, buitenlandse investeringen zijn er door corruptie en een verouderd bankwezen nauwelijks. Volkswagen, dat vorig jaar een fabriek (her)opende in Sarajevo, klaagt steen en been. Afspraken met de overheid worden keer op keer door Sarajevo niet nagekomen.

Serviërs, moslims en Kroaten weigeren samen te werken. Vluchtelingen kunnen maar mondjesmaat terugkeren. Van een echte democratie is geen sprake evenmin van een marktgerichte economie. Het is moeilijk het oude op communistische leest geschoeide systeem van vriendjespolitiek te doorbreken.

In Kosovo dreigen dezelfde fouten te worden gemaakt als in Bosnië. Desondanks zien de blauwdrukken voor de wederopbouw van Kosovo er hetzelfde uit als die voor Bosnië. Snelle verkiezingen, een internationaal bestuurder met veel volmachten en een internationale vredesmacht.

Volgens Carl Bildt, de vroegere gezant voor Bosnië, moet de internationale gemeenschap de regio als één geheel zien. In het verleden keek men te snel hoe een lokale ruzie opgelost kon worden zonder daarbij aan de consequenties voor de buren te denken. Integratie is voor de Zweed het toverwoord. Daarbij gaat het juist niet alleen om reconstructie van wegen en huizen, maar ook om veranderingen binnen het economische en politieke systeem.

Dat besef is ook aanwezig op de conferentie. Aan de financiële hulp wordt de eis van een moderne economie en een transparant politiek systeem verbonden. Van de landen van het oude Joegoslavië voldoet alleen Slovenië redelijk aan die eis. Kroatië als goede tweede kampt nog met kinderziekten zoals een gebrekkige persvrijheid en corruptie in de omgeving van president Franjo Tudjman.

Vreedzaam

In Bosnië is nog veel te weinig bereikt en ook Macedonië, dat in 1991 vreedzaam uit Joegoslavië wist te stappen, heeft nog een lange weg te gaan. De crisis in Kosovo heeft de gespannen verhoudingen tussen de Albanese minderheid (30 procent) en de Macedoniërs alleen maar doen toenemen.

De oorlog heeft het land onder meer door de vluchtelingencrisis, maar ook door het wegvallen van de traditionele handelspartner Servië, economisch aan de rand van de afgrond gebracht.

Het buurland Albanië is al jarenlang het zieke kindje van Europa. Hele delen van het land zijn onbestuurbaar en worden door roversbenden beheerst. De belangrijkste politieke partijen staan elkaar naar het leven en de corruptie tiert welig. Slechts de massale aanwezigheid van de NAVO tijdens het Kosovo-conflict bracht enige orde in het land.

Van de overige landen die hopen op een financieel steuntje in de rug van het rijke Westen staat NAVO-lid Hongarije er het beste voor. Het is niet meer de vraag of het land lid wordt van de Europese Unie maar wanneer.

In tegenstelling tot Hongarije weten westerse investeerders Roemenië en Bulgarije maar mondjesmaat te vinden. Deze landen snakken naar zowel het NAVO-lidmaatschap als toetreding tot de EU. Ze vinden dat ze wel eens beloond mogen worden voor hun trouwe diensten aan de internationale gemeenschap tijdens de oorlogen in ex-Joegoslavië.

Ramp

De crisis in het buurland heeft hen handen vol met geld gekost. Het verlammen van het scheepsverkeer op de Donau door de NAVO-luchtaanvallen was voor de arme naties al een ramp.

Grote afwezige op de conferentie is uiteraard Servië, met tien miljoen inwoners toch een factor van belang. Niemand wil echter onderhandelen met het land zolang president Slobodan Milosevic er aan de macht is. Met een wegens oorlogsmisdaden aangeklaagde president doet men geen zaken.

Het uitsluiten van Servië vormt echter wel een ernstig probleem. Het wordt steeds moeilijker aan het verpauperde Servische volk uit te leggen dat de oorlog niet tegen hen maar tegen het regime werd gevoerd. Het past ook niet in het beeld van een aanpak die eindelijk de hele regio bestrijkt.

Een zwak en geïsoleerd Servië in het hart van de Balkan is een potentiële bron van onrust. Dat die beroering snel naar elders kan overslaan heeft het verleden wel geleerd. Voor de bewijzen daarvan hoeven de geachte afgevaardigden maar uit het venster te kijken.






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.