&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

woensdag 14 juli 1999

Dow lager na winstnemingen Van een onzer redacteuren - NEW YORK, woensdag De problemen in Argentinië met het terugbetalen van schulden en meer in het algemeen de malaise in Latijns-Amerika werd gisteren als excuus gebruikt door Amerikaanse beleggers om hun eerder behaalde winsten veilig te stellen. Als gevolg van dit gedrag moest de belangrijke Dow Jones-index 26 punten inleveren op 11175. Samen met de Dow Jones Industrials moest ook de Nasdaq-index fors inleveren. Deze index van vooral technologie-fondsen daalde met 12,24 punten tot 2778,20. De problemen in Argentinië werden goed geïllustreerd door de ontwikkelingen op de aandelenmarkt in dat land. Maandag jongstleden verloor de beursindex daar 8 procent. Beleggers waren vooral beducht voor de gevolgen van de nieuwe crisis daar voor de Amerikaanse economie Argentinië is een van de grootste handelspartners van de VS. Het lichte herstel van de effectenmarkt in het land op dinsdag kon de Amerikanen er niet meer van weerhouden hun winsten te verzilveren. De obligatiemarkt, die maandag nog volop profiteerde van de Argentijnse problemen, lag er gisteren lusteloos bij. Uiteindelijk werd nauwelijks onveranderd gesloten. De 30-jarige staatsobligatie ging eruit op 117¼. Dat was $1/4 hoger dan een dag eerder. Het rendement was onveranderd op 5,90%. Op de aandelenmarkt hadden beleggers vooral oog voor de nieuwste bedrijfsresultaten. Toch verkochten zij gisteren zelfs de stukken van bedrijven die met beter dan verwachte cijfers naar buiten kwamen. Een van de weinige fondsen die aan deze neerwaartse trends kon ontkomen was Merrill Lynch dat $1 3/8 steeg tot $79 1/8. De zakenbank had even tevoren een kwartaalresultaat bekend gemaakt van $1,57 per aandeel. Dat lag ver boven de gemiddelde verwachting van analisten die hadden gerekend op $1,46. De resultaten bij branchegenoot PaineWebber waren nagenoeg even goed met een kwartaalwinst van $163,5 miljoen ofwel $1,02 per aandeel (verwachting: 94 cent), maar het fonds moest toch $ 3/8 inleveren op $45 1/8. Alle andere grote financiële instellingen zagen hun koers dalen. Morgan Stanley leverde driekwart dollar in op $101½, Citigroup ruim een dollar op $47¾ en JP Morgan bijna tweeënhalve dollar op $138¼.

Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.