&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

woensdag 14 juli 1999

Khatami: onlusten bedreigen de staat Van onze redactie buitenland - AMSTERDAM, woensdag Hoewel de Iraanse autoriteiten een demonstratieverbod voor Teheran hadden afgekondigd, hebben nieuwe betogingen van studenten gisteren in de Iraanse hoofdstad tot chaos en geweld geleid. De oproerpolitie maakte met traangas, bruut geweld en tientallen arrestaties snel een einde aan de bij de universiteit gehouden protestbijeenkomst. Een deel van de ongeveer tienduizend demonstranten, die politieke hervormingen en persvrijheid eisen, zetten hun protestacties echter elders voort. Er vielen in totaal meer dan honderd gewonden. Demonstrerende studenten in de straten van de Iraanse hoofstad Teheran proberen het effect van traangas op hun ogen te verminderen door karton en autobanden in brand te steken. FOTO: AP De hervormingsgezinde president Mohammed Khatami veroordeelde op de staatstelevisie de studentenprotesten die het centrum van Teheran op zijn grondvesten deden schudden. "Deze acties zijn niet in het belang van onze natie, ons systeem en het regeringsprogramma", zei Khatami. Volgens hem zijn de opgepakte betogers geen studenten, "maar oproerkraaiers die politiek voordeel nastreven en het islamitische systeem van Iran willen beschadigen." Khatami zei dat de betogingen, die begonnen als vreedzaam protest tegen de sluiting van de populaire, hervormingsgezinde krant Salam, nu een gewelddadige bedreiging zijn van de nationale veiligheid. "Daarom moeten zij met harde hand worden onderdrukt", aldus de president wiens aanhangers het initiatief namen tot het massale protest dat de zesde opeenvolgende dag inging. De bevolking werd opgeroepen vandaag bij het universiteitsgebouw voor het bewind te demonstreren. Knokploegen Aanvankelijk werd gisteren vooral gevochten in de buurt van de universiteit, maar later verspreidden de rellen zich naar andere wijken. In de loop van de avond heroverden Iraanse ordetroepen, conservatieve knokploegen van de Ansar Hezbollah en duizenden leden van de paramilitaire Basij-troepen de meeste straten van het centrum van Teheran op de hervormingsgezinde betogers. Er was weinig oppositie te zien toen de conservatieve moslimmilitanten triomfantelijk en met geheven wapens in de verlaten straten van de hoofdstad patrouilleerden. "Wij schenken de leider het bloed in onze aderen", scandeerden de paratroepen van Ansar Hezbollah en Basij, verwijzend naar de hoogste religieuze leider van het land en de opvolger van ayatollah Khomeini, ayatollah Ali Khamenei. Argusogen In het buitenland worden de gebeurtenissen in Iran met argusogen gevolgd. De Verenigde Staten drong er bij de Iraanse autoriteiten op aan de protesterende studenten in bescherming te nemen en de "mensenrechten in acht te nemen". Ook de Italiaanse regering riep op om het geweld tegen de demonstranten te beëindigen en de democratische hervormingen die president Khatami voorstaat, in versnelde vorm te realiseren. De Franse regering schaart zich eveneens vierkant achter Khatami en zijn hervormingspolitiek. Parijs betreurt de machtsstrijd tussen fundamentalistische geestelijke leiders en hervormingsgezinde politici zoals Khatami, waardoor de interne stabiliteit wordt verstoord. In buurland Turkije werd de onrust in Iran door premier Bulent Ecevit gekenschetst als een "te verwachten ontwikkeling." Israël reageerde behoudender maar benadrukte dat de onlusten in Teheran een "binnenlandse aangelegenheid zijn." Het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken reageerde furieus op de internationale commentaren. "Wij laten de gebeurtenissen in ons land door anderen niet misbruiken om hun eigen politieke doelen na te streven."

Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.