Supersnelle zweeftrein
kan zonder staatsgeld
Van een onzer verslaggeefsters - DEN HAAG, vrijdag
De financiering van de supersnelle magneettrein die
in 2010 in de Randstad zou kunnen rijden, zou compleet uit private
middelen kunnen komen. Dit bleek gisteren tijdens de presentatie van
een studie door initiatiefnemers Siemens Nederland, ABN Amro, Ballast
Nedam en HBG.
Mochten de private middelen niet genoeg opleveren, dan
kan de bijdrage van de overheid oplopen tot maximaal 10 procent van de
totale kosten van het project, 5 miljard euro.
Dit is een benadering van de kosten van de bouw en bij
voorbeeld personeelskosten. Het bedrag is vooral op grond van de
ervaringen in Duitsland opgesteld, waar de besluitvorming rond de komst
van een magneettrein, die in 2005 tussen Hamburg en Berlijn moet gaan
rijden, zo goed als rond is. Vandaag geeft de Duitse regering het
definitieve startsein.
De Nederlandse magneettrein moet gaan rijden tussen
Amsterdam, Schiphol, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. De opbrengsten uit
de kaartverkoop en de bij de terminals aanwezige winkels,
parkeerplaatsen en hotels, moeten kostendekkend zijn voor de bouw en
exploitatie van de baan.
Er wordt gerekend op 120.000 passagiers per dag. Ter
vergelijking: op Amsterdam Centraal Station komen dagelijks al 140.000
mensen. De kosten van een kaartje zullen 44 cent per kilometer
bedragen. "Hetzelfde als de NS nu", laat projectleider P. van
Gend van Siemens weten.
Zuiderzeelijn
Een andere mogelijke toepassing van de
magneettrein is de Zuiderzeelijn, waarmee de passagier in nog geen uur
van de Randstad naar Groningen reist, die weer met het "rondje
Randstad" verbonden moet worden. De kosten van dit project zijn
geraamd op 4,5 miljard euro. Omdat deze lijn minder passagiers zal
trekken, kunnen de overheidsbijdragen oplopen tot 20 tot 25 procent.
ABN Amro neemt het leeuwendeel van de voorfinanciering
voor haar rekening. "Dat is een heel hoog bedrag. Hoeveel dit
precies is, weten we niet", aldus J. ten Cate, directeur-generaal
van ABN Amro. "In vijftien jaar moet het terugverdiend zijn,
anders stappen we eruit."
Het gepresenteerde rapport stuit op nogal wat
terughoudendheid van de kant van het ministerie van Verkeer en
Waterstaat, een onontbeerlijke partner in de samenwerking.
Directeur-generaal J. Diris zei eerst de besluitvorming in Duitsland af
te willen wachten, voor het nemen van verdere stappen in ons land.
Andere bezwaren van zijn kant richten zijn dat de
plannen moeten passen in Europese projecten voor hogesnelheidslijnen.
En dat de NS geen financiële nadelen van het project moet
ondervinden. Commissaris van de Koning in Groningen, H. Alders,
reageerde positiever. Met de financiering ziet hij het wel zitten.
Bovendien liet hij weten het "een uitdaging te vinden dat de
private sector nu eens naar de publieke sector op zoek gaat".
De initiatiefnemers hopen ten zeerste dat de overheid
het ja-woord zal geven. Om dat af te dwingen wordt gewezen op het
voordeel voor de overheid dat er meer economische bedrijvigheid komt.
Bovendien betekent het project een financieel voordeel ten opzichte van
eerdere soortgelijke vervoersprojecten.
Volgens de klare taal van Ten Cate is "de
overheid gek als ze dit niet doet". De voordelen van een
magneettrein zijn de lage onderhoudskosten, het lage energieverbruik,
de geringe geluidsproductiviteit en het overbodig zijn van een
dienstregeling. Om de drie tot zes minuten stopt er een trein op een
station. Als het aan M. van Pernis, lid van de raad van bestuur van
Siemens ligt, stopt de trein tien tot twaalf keer, waarbij per stad
zelfs een dubbele stop gemaakt kan worden, buiten de stad en daar
binnen.
Het consortium geeft toe dat er natuurlijk "mensen
zijn die het niet leuk vinden dat ze opeens tegen een magneetbaan
aankijken". Het gaat om een baan op hoge palen, die om de 60 meter
staan. Om de sloop van huizen in de binnenstad te voorkomen, is het
mogelijk de lijn onder de grond aan te leggen. Maar dan wordt het
project wel een stuk duurder. De volgende fase is overleg met de
overheid en de mogelijke participatie van NS en KLM in de exploitatie.
"Ze hebben grote interesse", aldus Van Pernis.
|