De Telegraaf-i [] VoorpaginaDe Telegraaf-i [] ArchiefDe Telegraaf-i [] XtraDe Telegraaf-i [] Reactie-RedactieDe Telegraaf-i [] NieuwsLinkDe Telegraaf-i [] NieuwsFocusDe Telegraaf-i [] VacaturesiteDe Telegraaf-i [] AutositeDe Telegraaf-i [] Weersite
 &referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[Financiën]
[Nederland]
 

 


woensdag
2 juni 1999

 


[Matchbank]
[Prive Roddelbox]
[V & L informatica]
[Jaarverslag Service]
[Quicklink]

Wimbledon 1996 staat voor
vaderlands tennis
in het geheugen gegrift

door Jon Visbeen - PARIJS, woensdag

Honderd jaar tennis heeft Nederland veel gebracht. De witte racketsport is een onderdeel geworden van de samenleving. Ondanks de wellicht weinig optimale voorwaarden die onze democratie de laatste decennia met zich mee heeft gebracht. Of juist: dank zij, want de generatie-Krajicek is natuurlijk niet uit de lucht komen vallen. Daarover kan een ieder redetwisten. Maar waren het niet verbeten ouders (Krajicek sr., Van Lottum sr. en De Vries van Seda Noorlander) die de basis vormden voor de triomfen op het internationale podium? Zat er kortom geen structuur achter het vaderlandse tennis en is elk succes een incident geweest?

Eigenlijk wel. In de tijd van Henk Timmer ging die vlieger in elk geval zeker op. De vorig jaar overleden voorganger van Tom Okker en Richard Krajicek was van goede komaf, kon zich in de jaren '20 als een van de weinigen een racket permitteren. En ook een hockeystick, een golfclub en een paar schaatsen. Timmer was een allrounder, die zich niet alleen manifesteerde op de tennisbaan. Tom Okker hanteert de ijzeren vijf tegenwoordig ook wat vaker dan het racket, dat tegenwoordig niet meer uit hout, maar zelfs uit titanium wordt vervaardigd. De kunstverzamelaar en -handelaar uit Hazerswoude is nog steeds in het bezit van het recordaantal dubbelspeltitels in het Grand Prix-circuit. "Moet je nagaan, dat de organisatie pas in 1972 statistieken is gaan bijhouden van dergelijke dingen. Anders was ik wel tot over de honderd gekomen. Van '68 tot '72, het begin van het proftijdperk, heb ik ook aardig wat titels bij elkaar geslagen. Maar die worden nooit vermeld."

Het beeld dat op het netvlies van iedere tennisliefhebber staat gebrand. Richard Krajicek gaat in 1996 op het heilige gras van Wimbledon door zijn knieen nadat hij het meest prestigeuze toernooi ter wereld heeft gewonnen. FOTO: REUTERS

Tom Okker mag tot de allergrootsten uit de geschiedenis van het nationale en internationale tennis worden gerekend. Zonder dat hij overigens in de single een Grand Slam-titel op zijn naam wist te schrijven. Die eer was weggelegd voor Kea Bouman (1927, Parijs) en Richard Krajicek (1996, Wimbledon). Okker haalde het tot de finale van de US Open in 1968, maar kwam de gepassioneerde Arthur Ashe tegen, die hem stuitte. De voormalige nummer drie van de wereld behoorde in zijn tijd niettemin tot de toonaangevende spelers. "Met alle respect, maar Henk Timmer zal niet direct hebben bijgedragen aan de popularisering van de sport. Hoeveel titels hij ook heeft vergaard. In zijn tijd was de communicatie niet dusdanig, dat een ieder zijn verrichtingen kon volgen. In mijn periode ging tennis over de hele wereld en werd het via televisie en kranten gevolgd. Dat heeft veel teweeggebracht. De indoor tenniscentra vlogen ineens als paddestoelen uit de grond. Toch was het veel overzichtelijker dan tegenwoordig. De tennisfan kon zich makkelijker identificeren met klinkende namen. Laver, Emerson, Stolle, Nastase, Rosewall, Fibak en vele anderen hebben ontelbare keren tegenover mij gestaan en andersom. Het zijn namen, die in het tennis nog steeds op ieders lip liggen. Nu heb je een te grote verscheidenheid aan evenementen, waardoor het voor de liefhebber moeilijker is om te volgen."

Okker leunt in de spelersruimte op Roland Garros even achterover. Hij denkt nog eens na over zijn rol in honderd jaar Nederlands tennis. Afgewogen zoekt hij naar antwoorden. De Vliegende Hollander, zoals hij in zijn hoogtijdagen werd genoemd vanwege zijn lichtvoetigheid en snelheid op de baan, kan terugkijken op een glansrijke carrière, waarmee hij ook anno 1999 nog geregeld wordt geconfronteerd. De nostalgisch ingestelde directeuren van de Grand Slam-toernooien halen de vedetten van toen elk jaar weer voor het voetlicht. "Toch speel ik niet vaak meer. Hooguit vijf, zes keer per jaar en dan moet ik ook nog oppassen voor blessures. Maar het blijft leuk en doordat er wat wordt betaald, hoef ik me over mijn reis- en verblijfskosten niet druk te maken", vertelt Okker met een grijns op het gezicht.

Hij sloeg in zijn loopbaan 1,2 miljoen dollar bijeen. Daar doet Richard Krajicek, als hij een beetje op tik is, niet eens een seizoen over. Het geeft aan, hoe populair de tennissport wereldwijd is geworden. Met Krajicek is het nationale fenomeen genoemd zonder Siemerink, Van Swol, Van Eijsden, Haarhuis, Sanders, Eltingh, Schapers, Timmer of Okker ook maar iets te kort te doen. En om nog maar te zwijgen over de dames Bouman, Groenman, Mesker of Stöve, die ieder op hun beurt het vaderlandse tennis van een impuls hebben voorzien. Richard Krajicek, een zoon van uit Tsjechië gevluchte ouders, bouwde een haat/liefde-verhouding op met het Nederlandse publiek. Tot 1996 werd hij vaak afgeschilderd als de traag ogende tennisser, die niet altijd zijn stinkende best deed. Wimbledon veranderde alles in één klap. Hij rekende af met al zijn critici door de belangrijkste tennistitel ter wereld te grijpen. Iets dat geen Nederlander ooit was gelukt. En de honger van de 27-jarige Muiderberger lijkt anno 1999 nog steeds niet gestild. Een gegeven, dat de honderdjarige tennisbond moet koesteren. Beter kun je een tweede eeuw van je bestaan niet ingaan.






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.