Philips-top wil
optiebeheer niet
uit handen geven
AMSTERDAM, woensdag
Philips scherpt de gedragsregels aan voor bestuurders
die opties willen verzilveren, maar heeft er niet voor gekozen een
voortrekkersrol te gaan vervullen in het Nederlands bedrijfsleven. Wel
moeten leden van de raad van bestuur en van de groepsraad hun
verkoopplannen voortaan eerst voorleggen aan voorzitter Cor Boonstra en
financieel directeur Jan Hommen.
Dit hebben de raad van commissarissen en de raad van
bestuur van Philips dinsdag gezamenlijk besloten. Het besluit is tevens
kenbaar gemaakt aan de Stichting Toezicht Effectenverkeer.
Maar het Eindhovense concern heeft ook overwogen om als
eerste beursgenoteerde onderneming in ons land het beheer van de opties
van topbestuurders geheel uit te besteden.
Daarmee zou Philips een geweldige voortrekkersrol hebben
gekregen in het Nederlandse bedrijfsleven. Maar kennelijk schrok de
Philips-top er voor terug om zover te gaan.
Aanleiding voor deze stap is de verkoop van opties door
Philips-manager Van der Poel twee weken geleden. De manager verkocht
een pakket aandelen vlak voordat bekend werd dat topman Pieper zou
vertrekken. Daarop kondigde het openbaar ministerie aan een onderzoek
te beginnen, want het vertrek van een topman kan de koers van een
aandeel beïnvloeden.
Van der Poel claimt dat hij zijn aandelen verkocht omdat
die dag bekend werd dat Philips zou gaan samenwerken met een Koreaans
bedrijf. Dat nieuws kwam voorbeurs naar buiten. Met de totale
transactie verdiende hij een half miljoen gulden.
Over de affaire Van der Poel zegt de raad van
commissarissen van Philips: "De handelswijze van Van der Poel met
betrekking tot het verhandelen van Philips-effecten wordt betreurd. De
top is echter overtuigd van de integriteit van de manager en denkt dat
er geen sprake is van kwade trouw".
|