Bolkestein favoriet
als euro-commissaris
Van een onzer redacteuren - DEN HAAG, woensdag
De voormalige VVD-leider Frits Bolkestein is in het
bedrijfsleven veruit de favoriet om namens Nederland lid van de
Europese Commissie te worden.
Dat blijkt uit een NIPO-enquête, die deze week
wordt gepubliceerd in het blad Ondernemen! van de
ondernemersorganisatie MKB-Nederland.
Bolkestein wordt op de voet gevolgd door respectievelijk
voormalig minister van Economische Zaken Hans Wijers (nu directeur van
een organisatie-adviesbureau), oud-MKB-voorzitter Jan Kamminga (nu
commissaris van de koningin in Gelderland), oud-premier Ruud Lubbers
(CDA) en diens partijgenoot Hans van den Broek, die nu nog
eurocommissaris is maar binnenkort zal aftreden.
Verder blijkt uit het onderzoek dat tussen de 56 en 78%
van de 500.000 ondernemers naar de stembus zal gaan. Dit is volgens MKB
"opvallend hoog", omdat bij de vorige euro-verkiezingen nog
geen 36% van de stemgerechtigden kwam opdagen. Tevens blijkt dat 95%
van het midden- en kleinbedrijf nog nooit gebruik heeft gemaakt van
Europese subsidies. De weinige bedrijven die dat wel hebben gedaan,
komen vooral uit de transportsector en de industrie.
De aandacht in de programma's van de Nederlandse
delegaties in het Europees Parlement voor het economische
concurrentievermogen van Europa is onder de maat. Dat is een gemiste
kans, omdat de Europa in de concurrentiestrijd met de andere
economische machtsblokken de Verenigde Staten en Japan op een groot
aantal punten achter blijft.
Dat zei voorzitter Hans Blankert van VNO-NCW gisteren op
een bijeenkomst van deze werkgeversorganisatie.
Zeker PvdA, D66 en GroenLinks laten het op dit punt
afweten, aldus Blankert. "Veel van Europa's sociale problemen waar
de politici zich in hun programma's druk over maken, vallen of staan
met het verbeteren van ons concurrentievermogen", stelde Blankert.
Verder wees de VNO-NCW-voorman op de vele regelgeving
die vanuit Brussel komt. Per jaar komen 3500 Europese verordeningen tot
stand die direct van kracht zijn in Nederland. Daarnaast vaardigt
Brussel 85 richtlijnen per jaar uit, die moeten worden omgezet in
Nederlandse wetgeving. Dit leidt jaarlijks tot 100 tot 200
"omzettingsmaatregelen" in ons land, aldus Blankert.
De invloed van het Europees Parlement op de
regelgeving is aanzienlijk toegenomen, meent Blankert. Nederland moet
dus via het Europarlement actief meedoen met de wetgeving in Europa.
Maar dan moet het parlement wel veel beter letten op de effecten van
regelgeving op het bedrijfsleven.
|