Mir opgegeven
Van onze correspondent - MOSKOU, woensdag
Het paradepaardje van de Sovjet-ruimtevaart, het
Russische ruimtestation Mir, zal eind augustus na ruim dertien jaar
dienst door zijn huidige driekoppige bemanning worden verlaten.
De Mir zal daarna, voorzien van nog te installeren
apparatuur waarmee het vanuit een slonzig gebouw even buiten Moskou
radiografisch kan worden bestuurd, nog tot zeker maart 2000 in een baan
om de aarde draaien. Als er tegen die tijd niet een half miljard gulden
aan particuliere fondsen is gevonden, zal men de Mir geleidelijk
richting aarde laten 'afzinken'.
De brokstukken die niet verbranden in de dampkring
vallen dus vermoedelijk in het vroege eerste voorjaar van het nieuwe
millennium neer in de Stille Oceaan. Of komende augustus al op Parijs,
zoals de Middeleeuwse ziener Nostradamus volgens de mode-ontwerper Paco
Rabanne voorspelt, een versie die Moskouse deskundigen afdoen als
'klinkklare onzin'.
Maar gezien eerdere rampen en bijna-rampen met de
Mir, die door tijdig ingrijpen van kosmonauten konden worden verijdeld,
houden sommigen hun hart vast.
Het door een lege schatkist geteisterde Rusland is niet
in staat om de Mir na augustus op eigen kracht bemand in de kosmos te
houden. Een bod van de Britse zakenman Peter Llwellyn, die bereid was
tegen betaling van honderd miljoen dollar historie te maken als eerste
'ruimte-toerist', bracht aanvankelijk wat hoop. Maar deze is inmiddels
verpulverd: Llewellyn heeft zich ontpopt als een fantast.
De Brit was al in het opleidingscentrum 'Sterrenstad'
begonnen aan de zware training voor zijn in augustus geplande trip (hij
moest bovendien 50 kilo afvallen), maar werd vorige week ineens gelast
te vertrekken, toen bleek dat hij zelf geen geld had om de trainingen
te kunnen betalen.
|