Consument krijgt hulp
van Nederlandsche Bank
Van een onzer verslaggevers - AMSTERDAM, donderdag
De Nederlandsche Bank gaat het toezicht op de
financiële sector verscherpen. Naast de gebruikelijke taken gaat
de centrale bank zich actief bemoeien met voorlichting aan de
consument. Hiervoor is een nieuwe afdeling opgericht.
Dit meldt De Nederlandsche Bank in het jaarverslag over
1998. President dr. A.H.E.M. Wellink spreekt van een
"wildgroei" aan financiële producten die over het
publiek worden uitgestort. Veel van die aanbiedingen zijn zó
ingewikkeld dat de consument niet in staat is te beoordelen of het een
goede aanbieding is.

De directie van De Nederlandsche Bank presenteert
het jaarverslag onder het toeziend oog van haar voorgangers. Van links
naar rechts: Prof. dr. A. Schilder RA, drs. H.J. Brouwer, dr. A.H.E.M.
Wellink (president), drs. J. Koning. FOTO:
HANS PETERS
Zelfs voor de specialisten bij De Nederlandsche Bank is
het soms moeilijk om de details van een voorstel te doorgronden.
Wellink: "Je ziet soms door de bomen het bos niet meer." Hij
ergert zich openlijk aan allerlei advertenties. "Banken bieden aan
'18% rendement!' met grote letters. Alleen in piepkleine lettertjes
staat de lezen dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie
zijn voor de toekomst." Volgens de bank-president zijn dit soort
advertenties op de grens van misleiding.
De afdeling voor consumenten is thans in opbouw. Nu
werken er drie mensen; uiteindelijk zullen dat zeven worden. De
afdeling krijgt drie taken: voorlichting vanuit de bank over allerlei
financiële zaken, het controleren van reclames en
product-informaties van banken/verzekeraars en het publiek behulpzaam
zijn met het doorgeven van klachten.
Prof. dr. A. Schilder RA (binnen de directie van De
Nederlandsche Bank verantwoordelijk voor het toezicht) benadrukt dat de
bank niet zelf klachten gaat behandelen. De bank verwijst alleen door
naar de juiste instanties, zoals het Klachtenbedrijf van de beurs of de
Verzekeringskamer.
Het nieuwe toezicht, gericht op de consument, is
onderdeel van de herstructurering van het totale toezicht op de
Nederlandse financiële sector. Door de steeds verder gaande
concentratie in de financiële sector is het onderscheid tussen
banken, verzekeraars en effectenbedrijven aan het vervagen. De meeste
grote financiële concerns zijn in alle drie sectoren actief.
Minister Zalm (Financiën) wil daarom een Raad van
Financiële Toezichthouders oprichten die gezamenlijk
verantwoordelijk worden voor het controle van de financiële
wereld. In deze Raad wordt samengewerkt door De Nederlandsche Bank
(verantwoordelijk voor het bankwezen), de Verzekeringskamer
(verantwoordelijk voor de verzekeraars) en de STE (de Stichting
Toezicht Effectenverkeer).
Het is overigens de bedoeling van de minister dat de
drie toezichthouders elk blijven bestaan. Wellink verwacht niet dat de
Raad uiteindelijk alle toezichthoudende taken naar zich toe zal trekken.
Het afgelopen jaar zijn er verschillende affaires
geweest die De Nederlandsche Bank tot ingrijpen hebben genoopt. Zo zijn
de regels voor beleggingsclubs aangescherpt nadat de Doetinchemse club
D'n Anwas met miljoenenverliezen werd geconfronteerd. Ook is de bank
bezig de regelgeving rond de optiehandel te herzien. Dit naar
aanleiding van de onverwachte verliezen bij de Coffeng en Extra
Clearing die in de miljoenenverliezen doken na verkeerde
optietransacties. In beide gevallen gingen de moedermaatschappijen voor
veel geld het schip in.
|