Rechter beslist Frans-
Italiaanse tasjesoorlog
Vijf jaar geleden was Gucci bijna vergane glorie in
de wereld van luxegoederen en mode. Jarenlange vetes binnen de familie
Gucci en een uitverkoop van de merknaam deden het eens zo trotse en
exclusieve Italiaanse familiebedrijf aan de rand van de financiële
afgrond belanden. Een aantal Arabische financiers, verenigd in
Investcorp, stak in 1994 de helpende hand toe en gaf het bedrijf de
broodnodige kredieten. Anno 1999 is Gucci terug aan de absolute top in
de modewereld en zeer winstgevend. Met het succes kwamen echter ook de
kapers op de kust die het zelfstandig voortbestaan van Gucci bedreigen.
door MONIQUE HARMSEN - FLORENCE, donderdag
Gucci-topman Domenico de Sole, met ontwerper Tom Ford
het brein achter de wederopstanding van het Italiaanse modemerk, had
mooie plannen voor de toekomst nu Gucci goed op de rails stond. Voor
hij die kon uitvoeren moest hij echter begin dit jaar de barricaden op
om Gucci te verdedigen tegen een vijandige overname van de Franse
concurrent Moet Hennessy Louis Vuitton (LVMH) die sluipend zijn belang
in de Italiaanse tasjesmaker uitbreidde naar ruim 34 procent.
"Het is een nachtmerrie", stelt De Sole
geëmotioneerd in het Gucci-kantoor in Florence. "De
rechtszaak tegen LVMH eist al onze aandacht op. Het enige dat ik wil,
is gewoon weer aan de slag gaan met het runnen van Gucci."
Of dat lukt, zal afhangen van de uitspraak van de
Ondernemingskamer van de rechtbank in Amsterdam. Die beslist vandaag of
de beschermingsconstructies die De Sole in stelling heeft gebracht
tegen LVMH wel of niet toelaatbaar zijn en of er een enquete komt naar
het handelen van de Gucci-directie.
Hoewel hij geen mogelijkheid onbenut laat om het
onredelijke van de overnamepoging van LVMH te benadrukken, praat De
Sole liever over het bedrijf zelf. In zijn strakke grijze pak oogt De
Sole, van huis uit advocaat, in geen enkel opzicht als topman van het
meest trendy modebedrijf van dit moment. Desalniettemin praat hij
enthousiast over de laatste collecties.
Vol trots laat hij de nieuwste tassen zien die in een
iets aangepaste vorm precies lijken op het eveneens van Gucci
afkomstige exemplaar waarmee de toenmalige presidentsvrouw Jacqueline
Kennedy zich vaak in het openbaar vertoonde.
"Alles is vakwerk en met hand gemaakt",
vertelt De Sole. "Een deel doen we zelf, maar we werken ook nauw
samen met ambachtslieden uit de buurt van Florence. Er is hier een
enorme traditie en kennis in leerbewerking. Dit werk kunnen we niet
uitbesteden aan andere landen. Italie is erg belangrijk voor ons imago.
In onze branche moet je je imago beschermen".
Het oppoetsen van de merknaam was een van de eerste
wapenfeiten van De Sole nadat hij in 1994 het roer van Gucci in handen
nam. Nog steeds heeft hij een dagtaak aan het controleren van de
kwaliteit en exlusiviteit die de merknaam sterk moeten houden. Zijn
grote voorbeeld hierbij is Heineken.
"Ik heb regelmatig discussies met Karel
Vuursteen van Heineken, die in onze raad van commissarissen zit. We
praten dan over de merknaam en hoe je die moet beschermen. Heineken
doet dit erg goed. Het bier heeft overal dezelfde kwaliteit en geld als
een topmerk. Dat geldt ook voor Gucci. Consistentie is erg belangrijk.
We moeten overal ter wereld hetzelfde leveren. Daarom letten we er
sterk op dat onze winkels er waar dan ook ter wereld hetzelfde
uitzien."
Om fouten uit het verleden te vermijden, heeft De Sole
een limiet gesteld aan de groei van Gucci. "We hebben in november
vorig jaar diep nagedacht over de toekomst. Er is een limiet aan de
groei als exclusief merk. We kunnen als merk uitbreiden tot een omzet
van $1 miljard. Dan zijn de grenzen bereikt. Het plan was om er een
tweede merk bij te nemen. Er zijn veel goede merken in de markt, die
met onze hulp verder kunnen komen. We waren hierover in onderhandeling
met Morgan Stanley toen LVMH met haar belang op de proppen kwam."
De ridder op het witte paard kwam voor Gucci in de
vorm van Pinault Printemps Redoute, die voor $3 miljard een belang van
40 procent in het bedrijf nam en daarmee LVMH de pas afsneed. Hoewel de
reputatie van bestuurder Pinault niet veel beter is dan van LVMH-topman
Arnault, beiden worden vergeleken met vroegere roofridders, heeft De
Sole er vertrouwen in dat de toekomst van Gucci bij Pinault in betere
handen is.
"Ik was natuurlijk liever alleen doorgegaan. Ik had
voor 7 maart nog nooit van Pinault gehoord. Zij hebben echter een goede
prijs voor de aandelen Gucci betaald en gedroegen zich zeer fair in de
onderhandelingen. Bovendien, waarom zou ik ongerust zijn over Pinault?
Ik heb $3 miljard van hen in handen. Zij zouden eerder ongerust moeten
zijn."
Minder gerust is De Sole over de afloop van de
rechtszaak. Als de rechter de beschermingsconstructies verbiedt, krijgt
LVMH alsnog een kans Gucci in te lijven. Dit gebeurt echter wel tegen
een hogere prijs per aandeel dan in januari, toen LVMH werd gevraagd
een volledig bod uit te brengen. Bovendien is het de vraag of Tom Ford
en Domenico de Sole zullen blijven. Zelf heeft De Sole zijn kinderen al
verteld dat hij dan op zoek moet naar ander werk.
Valt de beslissing uit in het voordeel van Gucci, dan
zal De Sole zich de komende jaren ook gaan richten op het revitaliseren
van Yves Saint Laurent. Dat is nu nog in handen van Pinault, maar zal
dan worden doorverkocht aan Gucci.
|