DNB onderzoekt risico's
bij hypotheekverstrekking
Van een onzer verslaggevers - AMSTERDAM, donderdag
De Nederlandsche Bank (DNB) start deze zomer een
onderzoek naar de verstrekking van hypothecaire leningen door de
Nederlandse banken. Daarmee wil de centrale bank onder meer te weten
komen in hoeverre er te gemakkelijk geld wordt uitgeleend, en wat de
eventuele risico's daarvan voor het financiële systeem zijn.
"We moeten er meer van af weten", aldus
DNB-directielid prof.dr. A. Schilder RA, na afloop van de presentatie
van het jaarverslag over 1998. "We zien een sterke groei, en
bemerken soms uitwassen. Dat willen we meer 'en detail' in beeld
krijgen. Dat wil nog niet zeggen dat er nu dingen fout gaan."

Al in 1997 was de hypotheekschuld van de Nederlandse
gezinnen in Europees perspectief bijzonder hoog. Als percentage van het
bruto binnenlands product bedroeg het 60%, waarmee ons land alleen
Denemarken voor zich liet gaan. Tien jaar eerder lag dit percentage op
38. Tegelijkertijd behoort ook de stijging van de huizenprijzen tot de
Europese top. In 1997 lagen deze 62% hoger dan in 1990. Alleen Ierland
(een stijging van 54% ten opzichte van 1990) komt in de buurt van deze
ongekende hausse, die zich blijkens de gemiddelde prijsstijging in 1998
(bijna 10%) tot nu toe onverdroten voortzet.
Juist door de sterk gestegen huizenprijzen in reële
termen vergelijkbaar met het topjaar 1978 voelt niemand zich onprettig
bij de eveneens fors toegenomen hypotheekschuld, zo analyseerde
DNB-president dr. A. Wellink "Mensen zien hun duurder wordende
huis als een bezit, waarmee ze de schuld makkelijk kunnen dragen.
Daarnaast is de rente in de beschouwde periode zo ongeveer gehalveerd.
Dus per saldo zijn de lasten niet gestegen."
De historisch lage rente is niet de enige
haussefactor in de huizenmarkt, stelde Wellink. "Ook het sterk
gestegen aantal tweeverdieners speelt een rol. Het is niet aan de bank
om dat tegen te gaan." DNB speelt wel een rol wanneer sprake is
van een mogelijk te gemakkelijke kredietverlening door de banken.
Wellink: "In de loop van 1998 hebben we overleg
gevoerd om te voorkomen dat de bancaire standaarden te ver worden
opgerekt. Door de onderlinge concurrentie werden er in relatie tot het
onderpand steeds hogere bedragen uitgeleend. Dat gesprek heeft gunstig
uitgewerkt. Maar veel meer dan waarschuwen kunnen we niet."
In een situatie van 'overfinanciering' en torenhoge
huizenprijzen kan een oplopende rente grote gevolgen hebben. Voorzover
de rente niet voor langere tijd is vastgelegd, stijgen de lasten,
terwijl tegelijkertijd de huizenprijzen dalen. In het slechtste geval
blijft degene die zijn huis verkoopt met een restschuld zitten, in
plaats van vermogenswinst te boeken. Ook voor de banken is dit scenario
gevaarlijk: de waarde van het onderpand daalt immers, terwijl de omvang
van het verleende krediet gelijk blijft.
De situatie wordt nog versterkt doordat veel
huizenbezitters de afgelopen jaren hun hypothecaire lening hebben
verhoogd, om daarmee te profiteren van hun duurder geworden huis. Deze
'overwaarde' is een belangrijke motor achter de toegenomen consumptieve
bestedingen gebleken. Tevens is de overwaarde niet zelden gebruikt om
riante koerswinsten op de aandelenmarkt te behalen. Koerswinsten die in
belangrijke mate zijn terug te voeren op dezelfde lage rente die de
huizenprijzen opdrijft. Het wegvallen van de extra bestedingen die
hieruit voortvloeien heeft weer een invloed op de economie, en daarmee
mogelijk op het aantal tweeverdieners.
Onlangs wees de Oeso, de organisatie van rijke
industrielanden, nog op de gevaren van de hoge huizenprijzen in
Nederland. "Er kunnen inderdaad allerlei verstoppingen
optreden", vatte DNB-bestuurder Schilder samen. "Toen in 1979
de huizenmarkt instortte moest ik net mijn huis verkopen. De
uiteindelijke prijs viel mee, maar het stond wel negen maanden te
koop."
Met het dit najaar af te ronden onderzoek waarbij de
externe accountants van de financiële instellingen worden
betrokken wil DNB meer vat krijgen op de voorwaarden waaronder de
banken hypothecaire leningen verstrekken. "En op de controle
daarop", aldus Schilder. "Op die manier komen we te weten wat
de risico's zijn, en hoeverre die worden beheerst."
Of de banken te roekeloos zijn, is nog maar helemaal
de vraag, beklemtoonde Schilder. "Maar je staat er soms versteld
van wat er nu allemaal kan op het gebied van hypotheken. Bij DNB zelf
zijn we wat voorzichtiger. Binnen de bank kunnen werknemers bij het
voorzieningenfonds een hypotheek krijgen. Daarbij tellen we een tweede
inkomen nooit mee."
|