De Telegraaf-i [] VoorpaginaDe Telegraaf-i [] ArchiefDe Telegraaf-i [] XtraDe Telegraaf-i [] Reactie-RedactieDe Telegraaf-i [] NieuwsLinkDe Telegraaf-i [] NieuwsFocusDe Telegraaf-i [] VacaturesiteDe Telegraaf-i [] AutositeDe Telegraaf-i [] Weersite
 &referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[Financiën]
[Nederland]
[I-mail]

 


donderdag
27 mei 1999

 


[Autosite]
[Jaarverslag Service]
[ABN AMRO]
[Libertel]
[ING MKB Milieu campagne]
[Matchbank]
[BOL, voor al uw boeken]

DNB onderzoekt risico's
bij hypotheekverstrekking

Van een onzer verslaggevers - AMSTERDAM, donderdag

De Nederlandsche Bank (DNB) start deze zomer een onderzoek naar de verstrekking van hypothecaire leningen door de Nederlandse banken. Daarmee wil de centrale bank onder meer te weten komen in hoeverre er te gemakkelijk geld wordt uitgeleend, en wat de eventuele risico's daarvan voor het financiële systeem zijn.

"We moeten er meer van af weten", aldus DNB-directielid prof.dr. A. Schilder RA, na afloop van de presentatie van het jaarverslag over 1998. "We zien een sterke groei, en bemerken soms uitwassen. Dat willen we meer 'en detail' in beeld krijgen. Dat wil nog niet zeggen dat er nu dingen fout gaan."


Al in 1997 was de hypotheekschuld van de Nederlandse gezinnen in Europees perspectief bijzonder hoog. Als percentage van het bruto binnenlands product bedroeg het 60%, waarmee ons land alleen Denemarken voor zich liet gaan. Tien jaar eerder lag dit percentage op 38. Tegelijkertijd behoort ook de stijging van de huizenprijzen tot de Europese top. In 1997 lagen deze 62% hoger dan in 1990. Alleen Ierland (een stijging van 54% ten opzichte van 1990) komt in de buurt van deze ongekende hausse, die zich blijkens de gemiddelde prijsstijging in 1998 (bijna 10%) tot nu toe onverdroten voortzet.

Juist door de sterk gestegen huizenprijzen in reële termen vergelijkbaar met het topjaar 1978 voelt niemand zich onprettig bij de eveneens fors toegenomen hypotheekschuld, zo analyseerde DNB-president dr. A. Wellink "Mensen zien hun duurder wordende huis als een bezit, waarmee ze de schuld makkelijk kunnen dragen. Daarnaast is de rente in de beschouwde periode zo ongeveer gehalveerd. Dus per saldo zijn de lasten niet gestegen."

De historisch lage rente is niet de enige haussefactor in de huizenmarkt, stelde Wellink. "Ook het sterk gestegen aantal tweeverdieners speelt een rol. Het is niet aan de bank om dat tegen te gaan." DNB speelt wel een rol wanneer sprake is van een mogelijk te gemakkelijke kredietverlening door de banken.

Wellink: "In de loop van 1998 hebben we overleg gevoerd om te voorkomen dat de bancaire standaarden te ver worden opgerekt. Door de onderlinge concurrentie werden er in relatie tot het onderpand steeds hogere bedragen uitgeleend. Dat gesprek heeft gunstig uitgewerkt. Maar veel meer dan waarschuwen kunnen we niet."

In een situatie van 'overfinanciering' en torenhoge huizenprijzen kan een oplopende rente grote gevolgen hebben. Voorzover de rente niet voor langere tijd is vastgelegd, stijgen de lasten, terwijl tegelijkertijd de huizenprijzen dalen. In het slechtste geval blijft degene die zijn huis verkoopt met een restschuld zitten, in plaats van vermogenswinst te boeken. Ook voor de banken is dit scenario gevaarlijk: de waarde van het onderpand daalt immers, terwijl de omvang van het verleende krediet gelijk blijft.

De situatie wordt nog versterkt doordat veel huizenbezitters de afgelopen jaren hun hypothecaire lening hebben verhoogd, om daarmee te profiteren van hun duurder geworden huis. Deze 'overwaarde' is een belangrijke motor achter de toegenomen consumptieve bestedingen gebleken. Tevens is de overwaarde niet zelden gebruikt om riante koerswinsten op de aandelenmarkt te behalen. Koerswinsten die in belangrijke mate zijn terug te voeren op dezelfde lage rente die de huizenprijzen opdrijft. Het wegvallen van de extra bestedingen die hieruit voortvloeien heeft weer een invloed op de economie, en daarmee mogelijk op het aantal tweeverdieners.

Onlangs wees de Oeso, de organisatie van rijke industrielanden, nog op de gevaren van de hoge huizenprijzen in Nederland. "Er kunnen inderdaad allerlei verstoppingen optreden", vatte DNB-bestuurder Schilder samen. "Toen in 1979 de huizenmarkt instortte moest ik net mijn huis verkopen. De uiteindelijke prijs viel mee, maar het stond wel negen maanden te koop."

Met het dit najaar af te ronden onderzoek waarbij de externe accountants van de financiële instellingen worden betrokken wil DNB meer vat krijgen op de voorwaarden waaronder de banken hypothecaire leningen verstrekken. "En op de controle daarop", aldus Schilder. "Op die manier komen we te weten wat de risico's zijn, en hoeverre die worden beheerst."

Of de banken te roekeloos zijn, is nog maar helemaal de vraag, beklemtoonde Schilder. "Maar je staat er soms versteld van wat er nu allemaal kan op het gebied van hypotheken. Bij DNB zelf zijn we wat voorzichtiger. Binnen de bank kunnen werknemers bij het voorzieningenfonds een hypotheek krijgen. Daarbij tellen we een tweede inkomen nooit mee."






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.