Wereldbank bezorgd over
ontwikkeling Derde Wereld
WASHINGTON, dinsdag
De Wereldbank heeft maandag alarm geslagen over het
ontwikkelingsproces in de Derde Wereld. Nadat de levensstandaard een
generatie lang verbeterde, dreigt het proces nu te stokken. Dat komt
vooral door de economische problemen in Azië, de vroegere Sovjet
Unie en Latijns-Amerika, en de verdere verspreiding van het aidsvirus
in Afrika.
Volgens de bank
wordt het steeds moeilijker de internationaal overeengekomen
doelstellingen voor de periode 1990-2015 te halen. Daartoe behoren een
halvering van de armoede, vermindering van de kindersterfte met
tweederde en lager onderwijs voor alle kinderen. "Een jaar geleden
waren we nog vol vertrouwen dat het zou lukken, maar nu is dat
twijfelachtig", aldus Wereldbank-president James Wolfensohn,
De bank geeft de waarschuwing in het jaarlijkse rapport
World Development Indicators. Daarin staat een schat aan gegevens over
de stand van de ontwikkeling in zowel arme als rijke landen per eind
1997.
In een aantal opzichten blijkt vroegere vooruitgang de
afgelopen jaren teniet gedaan. Zo zijn de sterftecijfers in Afrika weer
gestegen. Aids mag dan in de rijke landen op zijn retour zijn, in veel
Afrikaanse landen is de ziekte nog steeds een enorme plaag. In Zimbabwe
draagt 26 procent van de bevolking tussen 15 en 49 jaar het virus, in
Botswana 25 procent en in Zambia 19 procent.
Ook met de inkomensongelijkheid is het in grote delen
van de wereld de verkeerde kant opgegaan. Dramatisch is wat dat betreft
de ontwikkeling in de vroegere Sovjet Unie. In Rusland is het aantal
mensen onder de armoedegrens (een inkomen van 4 dollar per dag)
gestegen van twee miljoen in 1987 tot 66 miljoen in 1995, wat neerkomt
op 40 procent van de bevolking.
Het rapport bevat ook veel lichtpunten. Zo hebben in
veel landen meisjes hun achterstand op jongens bij de toegang tot
onderwijs ingehaald. Verder zagen de ontwikkelingslanden hun inkomsten
uit het toerisme in de periode 1980-1997 fors stijgen van 22 miljard
dollar tot 125 miljard dollar per jaar.
De snelle ontwikkeling in de communicatie biedt
armere landen de mogelijkheid een fase min of meer over te slaan.
Terwijl het vaste telefoonnet nog dun is, rukt de mobiele telefoon al
op. In landen als de Filipijnen lag de verhouding tussen de aantallen
zaktelefoons en vaste aansluitingen daardoor eind 1997 al relatief hoog.
|