&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

dinsdag 27 april 1999

Vergadering G-7 in teken van economische opleving Van onze correspondent - FRANKFURT/WASHINGTON, dinsdag De ministers van Financiën en de presidenten van de centrale banken van de zeven grootste industrielanden (G-7) konden gisteren tijdens hun vergadering aan de vooravond van de IMF-voorjaarsvergadering in Washington opgelucht ademhalen. In vergelijk met een half jaar geleden, de sombere IMF-jaarvergadering van september jongstleden, is er veel in positieve zin veranderd. Alle tekenen wijzen erop dat de volgende eeuw met betere groeicijfers kan worden begonnen. Weliswaar is er de oorlog in Kosovo, maar die heeft het vertrouwen van de beleggers niet in negatieve zin beïnvloed, zo blijkt uit de stand van de Amerikaanse beurs van Wall Street de afgelopen dagen. De situatie in Brazilië heeft zich gestabiliseerd; het IMF is het zo goed als eens over nieuwe kredieten aan zorgenkind Rusland; de 'tijgerlanden' in het Verre Oosten zijn over hun dieptepunt heen. Volgens Michel Camdessus, directeur van het IMF, is de crisis voorbij voor de snelgroeiende ontwikkelingslanden in Azië. Het hooggeïndustrialiseerde Japan kruipt nog het langzaamst uit het dal. Japan stond de laatste jaren onder forse kritiek omdat het te weinig deed aan het stimuleren van de binnenlandse vraag. Inmiddels is al het nodige gebeurd met een pakket belasting- en renteverlaging, zij het tot op heden met weinig succes. Maar voor de VS staat er tenminste nog een heel jaar met stevige en inflatievrije groei in de boeken: de motor voor de rest van de wereld-economie. Europa hobbelt daar achteraan met een magere 1,5 a 2 procent groei, maar desalniettemin toch nog groei voor dit jaar. Volgend jaar liggen de groeicijfers weer tegen de 3 procent. Naast noodzakelijke steungelden voor Albanië en Macedonië wordt ook gepraat over schuldenverlichting van de armste landen. Het betreft 40 landen uit Afrika en Latijns-Amerika die gerekend worden tot de zgn. HIPC's, de Highly Indebted Poor Countries, oftewel de straatarme ontwikkelingslanden met schulden die ze nooit meer kunnen terugbetalen. Het is de bedoeling dat voor deze landen $12,5 miljard wordt vrijgemaakt via goudverkopen door het IMF. Tot op heden hebben alleen Oeganda en Bolivia iets van deze schuldendelging mogen merken. Maar Duitsland lijkt zijn verzet te hebben opgegeven tegen deze verkopen door het IMF van overtollige goudvoorraden waardoor de kans is toegenomen dat op de volgende G-7 top medio juni in Keulen het groene licht wordt gegeven. Hoewel het IMF in zijn 'World Economic Outlook' benadrukt dat er nog conjuncturele risico's bestaan, dringen de VS niet langer aan op een algehele revisie van het financiële systeem in de wereld. In october sprak de Amerikaanse minister van Financiën Robert Rubin zich nog uit voor de noodzaak van een nieuwe en brede 'nieuwe architectuur' van het financiële systeem in de wereld. Nu zegt hij al dat de internationale gemeenschap crisislanden met een redelijk stabiele wisselkoers niet meer de helpende hand hoeft te bieden. De G-7 willen dat de ontwikkelingslanden hun kapitaalinvoer alswel hun kapitaaluitvoer aan meer regelmaat binden. Met andere woorden: het oppeppen van de conjunctuur door plotsklapse kapitaalinvoer moet worden geremd, maar ook economische teruggang door kapitaalvlucht. MICHEL CAMDESSUS ... crisis voorbij ... FOTO: EPA

Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.