&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

maandag 12 april 1999

Oranje-vrouwen in een dip Van onze handbalmedewerker - NIEUWEGEIN, maandag 'Een post-WK-depressie', noemde bondscoach Bert Bouwer het tegenvallende optreden van zijn handbalsters in de halve finale van het Europa Cup-toernooi. Cercle Nîmes bleek een volwassen tegenstander die niet voor niets een ronde eerder de vertegenwoordiger van het sterkste handballand ter wereld, Noorwegen, had verslagen. De marge van drie doelpunten (24-21) is meestal te gering om de terugwedstrijd te overleven, maar Bouwer heeft toch het volste vertrouwen in een goede afloop. "We hebben gewoon niet goed gespeeld, ons vooral defensief niet constant aan de opdrachten gehouden. Allemaal het gevolgd van wat slechtere trainingsarbeid de laatste weken, mede door ziektegevallen en blessures bij Marieke van Linder en Diane Lamein", zei de coach. Alleen inval-keepster Jokelyn Tienstra mocht terugkijken op een geslaagd optreden. In de 37e minuut pareerde ze als plaatsvervanger van Marlie Menten een strafworp en Bouwer kreeg de ingeving haar te laten staan. Met een percentage stops van meer dan 60 deed ze het beter dan Menten, die in de ogen van Bouwer niet goed genoeg keepte. Ze had vooral een veel betere kijk op de onderhandse schoten van spelmaakster Angelique Deize en hield daarmee Nederland in de race voor de finale. "Ik weet dat Marlie de wedstrijd begint en ik moet er staan als dat nodig is. Wij vormen binnen het team een zeer hecht tweetal, trainen meestal samen. Dat liep deze week gesmeerd, dus mijn optreden verbaasde me niet echt", zei Tienstra. Ze onderkent dat de samenwerking met Menten anders is dan toen Laura Robben er nog was: "Laura stond op een veel hoger niveau en daardoor was de afstand tussen ons ook groter. Marlie en ik zijn nog oude maatjes van E & O en zijn meer een twee-eenheid." De fitheid van de Françaises bleek aanmerkelijk beter dan die van eerdere, zelfs zeer gerenommeerde tegenstanders uit Duitsland en Kroatië. Normaal gesproken raast Oranje het laatste kwartier over de tegenstander heen, maar de speelsters van Nîmes bleken ook over genoeg fysiek vermogen te beschikken. Even was de marge vijf treffers, maar aanvallende fouten in de slotfase gaven de Françaises de gelegenheid de schade te beperken tot slechts drie treffers, waardoor Oranje volgende week zondag nog volop aan de bak moet in Nîmes, waar 4000 toeschouwers voor een enorme heksenketel kunnen zorgen. "Ik hoop dat we volgende week Scandinavische scheidsrechters hebben. Die weerstaan hectische taferelen over het algemeen beter dan Oostblokkers", keek Bouwer vooruit, die opvallend mild was over het parmantige Spaanse koppel in Nieuwegein. "Ach ja, ik ben wat wijzer geworden door de recente EK- en WK-kwalificatie-ervaringen. Je kunt beter begrip tonen en vriendelijk blijven. Ook de speelsters worden daar steeds doortastender in." Het mannenhandbal stond dit weekeinde in het teken van de beker en dus plaatsing voor de Europa Cup II. Als voorproefje van de vanaf volgende week te verspelen 'best of five-serie' om het landskampioenschap nam Aalsmeer alvast een psychologische voorsprong door concurrent Sittardia met 23-20 terug te wijzen. In de andere halve eindstrijd schoot E & O de illusie van de nummer zes van de competitie, Tachos, resoluut aan flarden: 27-18. De finale werd een teleurstelling voor favoriet Aalsmeer. Het was de eerste helft wel sterker, maar kon niet genoeg afstand nemen van de Emmenaren. Het fellere E & O was vooral na de pauze trefzekerder met Vladimir Tomanovic en Frank van der Zanden in de hoofdrollen met ieder acht treffers. Omdat de tweedelijns-schutters van Aalsmeer in gebreke bleven, zat prolongatie van de beker er niet meer in: 22-26. Zo heeft de ploeg van coach Peter Portengen toch nog een prijs na het missen van de finale van de play-offs.

Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.