![[Rabobank]](http://krant.telegraaf.nl/krant/advertenties/adv.0000000892.gif)
![[ING-Bank]](http://krant.telegraaf.nl/krant/advertenties/adv.00000008c4.gif)
![[BOL, voor al uw boeken]](http://krant.telegraaf.nl/krant/advertenties/adv.00000008ce.gif)
![[KPN Business Center]](http://krant.telegraaf.nl/krant/advertenties/adv.0000000878.gif)
|
De Financiële Consument
onder redactie van Peter van der Tuin. Bijdrage: Theo Mebius.
Vrijwel iedereen in Nederland heeft naast aanspraak
op AOW een oudedagsvoorziening, hetzij als werknemer via een
pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij, dan wel doordat men zelf de
opbouw heeft verzorgd. Daarnaast hebben velen aanvullende voorzieningen
gesloten. De aantrekkelijkheid van het vormen van deze voorzieningen
is, dat de fiscale last over dit deel van het inkomen naar de toekomst
wordt verschoven.
Het ministerie van Financiën heeft bij herhaling
gezegd, dat men de fiscale aftrekbaarheid aan betere regels wil
koppelen. Daartoe treedt op zeer korte termijn een nieuwe wet in
werking, die tot gevolg heeft dat er in pensioenland een soort
aardverschuiving op gang wordt gebracht. Verder ligt er een plan voor
een nieuw belastingsysteem, in te voeren in 2001. Daarin worden alle
toekomstvoorzieningen onder één
"oudedagsparaplu" gebracht.
Revolutie in pensioenland
In Nederland is de pensioensituatie van de burgers in
het algemeen uitstekend geregeld. Men kan zelfs stellen, dat er weinig
landen in de wereld zijn met zo'n goed pensioensysteem als Nederland
kent. Misschien is dat mede te danken aan de relatief hoge tarieven
voor de loon- en inkomstenbelasting in ons land. Pensioen- en
lijfrentepremies zijn immers tot zekere hoogte fiscaal aftrekbaar.
Daardoor is het dus aantrekkelijk om voor iemands totale
arbeidsbeloning (loon en pensioentoezegging) een zo groot mogelijk deel
toe te kennen in de vorm van pensioen. Over dit deel van de beloning
behoeft op het moment van toekennen immers geen belasting te worden
voldaan, zodat dit naar de toekomst wordt verschoven. De belasting over
het pensioen wordt pas geheven, wanneer het pensioen wordt genoten.
Uitstel van belastingheffing is altijd aantrekkelijk.
De fiscale aftrek van pensioenpremies is tot nu toe in
Nederland geregeld via een kort artikel in de Wet op de Loonbelasting
1964, waarin een vrij algemene definitie over pensioenen is opgenomen.
Naar het oordeel van de regering is een meer gedetailleerde
definiëring noodzakelijk. Dit mede vanwege de ingrijpende
veranderingen die zich de laatste decennia in de maatschappij hebben
voorgedaan. Het traditionele gezin met één kostwinner,
die z'n hele werkzame leven bij één "baas"
doorbrengt en op z'n 65ste met pensioen gaat, wordt steeds meer
verleden tijd. Veel gezinshuishoudingen bestaan uit twee of meer
kostwinners. Werknemers kunnen gebruik maken van VUT-voorzieningen.
Gedurende het werkzame leven hebben mensen soms diverse werkgevers met
alle consequenties van dien op het gebied van pensioenbreuken. Velen
wonen samen en hebben al dan niet een samenlevingscontract. Mensen
willen eerder dan met hun 65ste met werken stoppen. Al deze
maatschappelijke veranderingen spelen mee, wanneer het gaat over
pensioenopbouw.
Bovendien komt het voor, dat mensen talloze aanvullende
oudedagsvoorzieningen hebben getroffen via koopsommen,
privé-beleggingen en andere vormen van kapitaalverzekeringen met
lijfrenteclausules. Het werd dus tijd om een nieuwe wettelijke basis te
leggen onder het Nederlandse pensioensysteem.
Een door staatssecretaris Vermeend ingestelde commissie,
onder voorzitterschap van de Directeur Generaal van het ministerie van
Financiën Witteveen, werd uitgenodigd om aanbevelingen te doen
voor een flexibeler pensioensysteem. In september 1995 heeft deze
commissie 29 aanbevelingen gedaan, die uiteindelijk in 1998 tot het
Wetsontwerp Fiscale behandeling van pensioenen hebben geleid. Dit
wetsvoorstel is in november 1998 door de Tweede Kamer aangenomen. Nu
ligt het ter behandeling bij de Eerste Kamer. Als deze ermee instemt
kan de wet ingaan op 1 mei of 1 juni aanstaande.
Zoals gezegd brengt de nieuwe wet een aardverschuiving
in pensioenland. Voor de grote massa van de Nederlanders echter heeft
dit weinig merkbare consequenties. Hun pensioenaanspraken blijven wat
ze zijn. Maar er is wel een wettelijke basis gelegd voor allerlei
nieuwe ontwikkelingen, zoals individualisering, flexibilisering,
pre-pensioen, een zeer lucratieve uitruilpensioenregeling,
hoog-laagpensioen, inpassing van het spaarloon, uitstelpensioen,
onverminderde pensioenopbouw bij demotie of deeltijdwerk en meer. Als
zodanig schept de nieuwe wet mogelijkheden waar iedere toekomstige
gepensioneerde en wie is dat niet gebruik van kan maken. Om die reden
zal in deze rubriek in een zestal afleveringen (het gaat immers om een
moeilijke materie) worden uiteengezet wat de aardverschuiving in
pensioenland in concreto inhoudt.
De centrale vraag is dus: hoe bouw je onder de nieuwe
wet een goed pensioen op? Sommige pensioenvormen zijn onder de nieuwe
wet niet meer mogelijk en daarvoor gaat een overbruggingsregeling van
vijf jaar gelden.
Wie eerder met pensioen gaat, komt verder met golfen
FOTO: PETER ZONNEVELD
|
|