Wijze les voor Delibas
door Luuk Blijboom - ROTTERDAM, maandag
Het was voor Orhan Delibas bij zijn rentree in de Nederlandse
boksring als in het dagelijkse leven: een kwestie van geven en nemen.
De Arnhemse zwaarverdergewicht deelde gistermiddag in Rotterdam (iets)
meer uit dan hij te incasseren kreeg van zijn taaie Franse tegenstander
Jean Pierre d'Allessandro en sloot daarmee de generale repetitie voor
zijn Europese titelgevecht na acht volle ronden met een positieve
balans af (80-74, 80-74, 78-75).
Maar voor hij de handschoen opneemt tegen d'Allessandro's landgenoot
Maradou Thiam, de titelhouder, dient er nog heel wat werk te worden
verzet, was Delibas' wijze les van zijn eerste optreden op vaderlandse
bodem in tweeëneenhalf jaar. Het gevecht boeide van het begin tot
het einde, mede door het ongekende incasseringsvermogen van de
Fransman, maar legde tevens feilloos de zwakke plek van de nog altijd
ongeslagen Delibas bloot. Het werken aan de lijf-aan-lijfgevechten zal
de komende twee maanden centraal staan in de Keulse boksschool van de
Duitse trainer Ulli Weber.
"Toen ik zaterdag naar de weging ging en de kop van die
Fransman zag, wist ik al dat het geen gemakkelijke partij zou worden.
Hij is typisch zo'n bokser die vijf klappen pakt incasseert terwijl hij
er maar eentje uitdeelt. Ik was perfect voorbereid op dit gevecht, maar
heb me toch verkeken op het korte werk. In Duitsland is men niet zo
gecharmeerd van die lijf-aan-lijf gevechten, maar af en toe kom je
tegenstanders tegen die die strijdwijze hanteren. Toen ik zag dat hij
zo bokste, had ik twee keuzes. Of het gevecht met hem aangaan, of hem
uit de weg gaan. Ik had een van de twee opties moeten nemen, maar nu
hinkte in feitelijk op twee gedachten. Met het oog op het Europese
titelgevecht zal ik in de nabije toekomst een keuze moeten maken welke
strijdwijze ik in een dergelijk geval hanteer. Om me nu uit die
hachelijke situaties te redden moest ik steeds afklemmen. Nu kon ik me
dat wel veroorloven, maar bij een groot titelgevecht kan het fataal
zijn."
Het speet Delibas na afloop dat het kritische Rotterdamse bokspubliek
de twee vuistschermers op een staande ovatie trakteerde, maar harder
applaudisseerde voor de Fransman dan voor hem. De 35-jarige
D'Allessandro (26 partijen, twintig winst) is gezegend met het
klassieke hoofd van een bokser en een incasseringsvermogen dat diep
respect afdwong. Bijna lachend liet hij Delibas' stoten op zich af
komen, vaak zonder daarbij de moeite te nemen de dekking op te zoeken.
"Het kan niet goed zijn om zoveel klappen te krijgen",
verwonderde 'Turkish Delight' zich na afloop van de partij over zijn
opponent. De eerlijkheid gebood hem evenwel te zeggen dat hij in zijn
23e profpartij zelf ook meer te verduren kreeg dan goed voor hem was.
"Dit was een goede test voor het naderende titelgevecht.
Natuurlijk had ik deze partij liever in een eerder stadium afgerond.
Maar ik was iets tè gretig vandaag. Ik wilde me te graag laten
zien. Helaas zat er niet in."
"Hij heeft onnodig veel geïncasseerd en dat zal ik in de
toekomst móeten voorkomen. In een ander gevecht kan dat je
letterlijk en figuurlijk je kop kosten", wist ook Weber. De
klappen konden in de optiek van de voormalige Oost-Duitser echter niet
opwegen tegen de ervaring die zijn pupil tegen de Fransman op deed.
"Dit gevecht heeft laten zien dat zijn verdediging voor
verbetering vatbaar is. Hij heeft acht ronden lang geen rust gekregen
van zijn tegenstander. Maar ik wanhoop niet. Orhan is een vlijtige
bokser die erg leergierig is, hij heeft alleen veel gevechten nodig.
Delibas heeft vandaag een zeer waardevolle bijdrage geleverd aan de
toekomst van het Nederlandse profboksen. Hij is een bokser van
wereldklasse. Misschien wel de beste die Nederland ooit heeft
gehad."
|