&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

donderdag 18 maart 1999

Slachtoffers bloedbad Racak waren onschuldige burgers Van onze correspondenten - BOEDAPEST/PARIJS, donderdag De slachtoffers van het bloedbad van 15 januari jl. in de plaats Racak in de Servische Kosovo waren onbewapende burgers. Tot die conclusie is een Fins onderzoekteam dat de afgelopen weken 40 van de 45 lijken van het dorp heeft onderzocht. De bewering van het Finse team spreekt daarmee Servische onderzoekers tegen. De Serviërs hadden beweerd dat het om gewapende etnisch Albanese rebellen ging, die in de strijd waren omgekomen. Een etnisch Albanese vrouw, samen met haar dochter op de vlucht voor de Servische troepenmacht in Kosovo, rust even uit in de kou bij Glogovac, dertig kilometer ten westen van de hoofdstad Pristina. FOTO: AP Dokter Helena Ranta noemde gisteren het incident in Racak "een misdaad tegen de menselijkheid". De leidster van het onderzoek ging echter niet zo ver om schuldigen aan te wijzen. "Dat valt buiten onze taak." De Finse noemde het hoogst ongelukkig dat haar team pas onderzoek kon doen, nadat de Serviërs dat al een week lang hadden gedaan. Daarbij zou mogelijk bewijsmateriaal zijn verdwenen. Pal na het drama had de leider van de OVSE-missie in Kosovo, de Amerikaan William Walker, de schuld bij de Serviërs gelegd. Belgrado wilde daarop Walker uitwijzen wat voor een diplomatieke rel zorgde. Racak leidde ook tot de vredesbesprekingen in het Franse kasteel Rambouillet. Vredesoverleg De tweede ronde van onderhandelingen over Kosovo, die in Parijs gehouden worden, is tot op heden op niets uitgedraaid. De Servische delegatie is op geen enkele wijze bereid concessies te doen. De VS beschuldigden de Serviërs niet serieus te willen onderhandelen over Kosovo. De leider van de etnisch Albanese delegatie, Hashim Thaci verzekerde de Amerikaanse onderhandelaar James Rubin persoonlijk het eerder in Rambouillet bereikte akkoord te zullen ondertekenen. Vandaag zullen de voorzitters van de conferentie, de ministers van Buitenlandse Zaken van Frankrijk en Engeland, Hubert Védrine en Robin Cook samen met hun Amerikaanse collega Madeleine Albright zich over de impasse in het overleg beraden. Zij moeten beslissen of er nog een uitweg is of dat de medewerking van de Serviërs met mogelijke NAVO-acties afgedwongen zal moeten worden.

Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.