Nieuwe voedingsmiddelen
lokken farma-industrie
door Marijn Jongsma - ROTTERDAM, woensdag
De voedingsmiddelenindustrie staat aan de vooravond
van een revolutie. Enorme bedragen zullen worden besteed aan de
ontwikkeling van producten die de gezondheid bevorderen en de kans op
ziekten verkleinen: de zogenaamde 'functional foods'. "De komende
jaren zie ik heel veel samenwerkingen met de farmaceutische industrie
ontstaan", stelt Tex Gunning, topman van Van den Bergh Nederland,
een van de grootste werkmaatschappijen van Unilever. "Van
allianties tot volledige fusies."
De eerste botsing met een 'branchevreemde' onderneming
is al een feit. Het Amerikaanse chemie- en farmaconcern Johnson &
Johnson kocht de wereldwijde rechten van een door het Finse Raisio
ontwikkelde cholesterolverlagende margarine, dat onder de naam Benecol
op de markt moet verschijnen. Unilever spande een kort geding aan,
omdat de naam te veel zou lijken op het eigen vlaggenschip Becel.
Zo'n rechtszaak is op zich niets nieuws voor een vaak
geïmiteerde 'merkenbouwer' als Unilever. Het steekt Gunning
duidelijk meer dat Benecol in principe al binnen de Europese Unie
verkocht mag worden, terwijl de Nederlandse tegenhanger Becel Pro-activ
nog steeds in het zware traject van de Europese goedkeuring zit.
Johnson & Johnson glipte door de achterdeur binnen.
Het aangekochte product wordt sinds eind 1995 mondjesmaat in Finland
verkocht, terwijl de Europese regelgeving op het gebied van innovatieve
voeding met gezondheidsclaims pas in mei 1997 in werking trad. Al
bestaande producten werden toen ontzien.
Met alle risico's van dien op een slechte start van de
functional foods, meent Gunning. "We hebben straks Becel met een
Europees keurmerk, en het concurrerende product zonder. Wat moet de
consument daarmee? Wat we absoluut niet kunnen gebruiken is dat er een
discussie gaat ontstaan over deze heel nieuwe categorie producten.
Vertrouwen in de autoriteiten is heel belangrijk. Daarom vinden we de
zware eisen ook terecht. We hebben van de discussie rond genetisch
gemodificeerde producten geleerd dat je niet bang, bang de markt
op moet willen. Het gaat hier niet om een nieuw soepje van Unox."
Niettemin erkent de Van den Bergh-topman ruiterlijk dat
de Finnen 's werelds grootste margarineproducent een slag voor waren
met de succesvolle verwerking van extra plantensterolen in margarine.
Het betreft verbindingen die de strijd aangaan met cholesterol,
waardoor het cholesterolgehalte in het bloed met gemiddeld acht tot
tien procent kan dalen.
"Het is bestemd voor mensen met een licht verhoogd
cholesterolgehalte", licht Gunning toe. "Dan hebben we het
over 20 tot 30% van de volwassen bevolking." Margarine leent zich
uitstekend voor zo'n toepassing, aangezien er regelmatig vergelijkbare
hoeveelheden van worden gegeten.
De afgelopen jaren waren producenten als Unilever juist
bezig om de concentratie minder gezonde stoffen in voedsel (zoals vet)
terug te dringen. Inmiddels is het onderzoek vooral gericht op de
verhoging van het gehalte aan bestanddelen die een heilzame werking
hebben. De mogelijkheden zijn enorm, verzekert Gunning. Zo verlagen de
anti-oxidanten in thee eveneens het risico op hart- en vaatziekten. En
zorgt de rode kleurstof in tomaten voor een kleinere kans op
prostaatkanker. Op deze twee gebieden is onderzoek nog volop gaande.
"We zijn nu in staat bepaalde elementen in voedsel
te isoleren", aldus Unilever-onderzoeker Jan Weststrate.
"Vervolgens kunnen we de werking onderzoeken en zonodig meer van
deze elementen aan het product toevoegen."
Door dit soort ontwikkelingen wordt de voedselindustrie
steeds meer een kennisgedreven industrie, in plaats van een bulksector
die vooral gericht is op schaalvergroting en het uitbouwen van
wereldwijde merknamen. De naar verwachting hoogrenderende functional
foods kunnen de komende jaren bijdragen aan een goede omzetgroei in de
industrie, denkt Gunning, een rol die nu vooral door de horeca- en
snackproducten wordt vervuld. Tegelijkertijd neemt het aantal
concurrenten toe.
"De farmaceuten zien de producten met
gezondheidsclaims als hún markt, en ook chemische en
biotechnische concerns zullen zich erop storten. En dat terwijl geen
enkele grote voedingsmiddelenproducent zich kan veroorloven weg te
blijven. Nou zijn de farmaceuten beter in het medische stuk, terwijl
een bedrijf als Unilever meer begrijpt van de consument en de handel.
Met alleen technologie win je de slag niet."
Verlovingen en zelfs huwelijken tussen ooit
branchevreemde concerns zullen het gevolg zijn, meent Gunning, naast
een nog inniger samenwerking met universiteiten. "Als Unilever
houden we alle mogelijkheden open. Jezelf binden aan één
farmaceutisch concern is niet verstandig. Er zit geen enkele tussen die
van alle spectra verstand heeft. Daarom zijn verschillende allianties
het beste."
Door de hogere onderzoekskosten brengt de introductie
van functional foods ook grotere risico's met zich mee. Gunning ziet de
toekomst echter zonnig tegemoet. "Voor een prijzenslag ben ik de
afgelopen vijf jaar banger geweest. Op een innovatiemarkt heb je die
niet. Daar gaat het erom wie het snelst is, en wie vertrouwen weet te
winnen. Je moet eerder bang zijn dat je een bepaalde nieuwe categorie
producten mist."
Tex Gunning in zijn werkkamer van Unilever-onderdeel
Van den Bergh Nederland, het Rotterdamse bedrijf waar al decennia
margarine van de band rolt.
FOTO: ROEL DIJKSTRA
|