&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[Financiën]
[Nederland]
[I-mail]

 


woensdag
17 maart 1999

 


[Beurstip]
[Belastingdienst]
[ING Bank]
[V & L informatica]
[KPN Business Center]
[Autosite]
[ABN AMRO]

Nieuwe voedingsmiddelen
lokken farma-industrie

door Marijn Jongsma - ROTTERDAM, woensdag

De voedingsmiddelenindustrie staat aan de vooravond van een revolutie. Enorme bedragen zullen worden besteed aan de ontwikkeling van producten die de gezondheid bevorderen en de kans op ziekten verkleinen: de zogenaamde 'functional foods'. "De komende jaren zie ik heel veel samenwerkingen met de farmaceutische industrie ontstaan", stelt Tex Gunning, topman van Van den Bergh Nederland, een van de grootste werkmaatschappijen van Unilever. "Van allianties tot volledige fusies."

De eerste botsing met een 'branchevreemde' onderneming is al een feit. Het Amerikaanse chemie- en farmaconcern Johnson & Johnson kocht de wereldwijde rechten van een door het Finse Raisio ontwikkelde cholesterolverlagende margarine, dat onder de naam Benecol op de markt moet verschijnen. Unilever spande een kort geding aan, omdat de naam te veel zou lijken op het eigen vlaggenschip Becel.

Zo'n rechtszaak is op zich niets nieuws voor een vaak geïmiteerde 'merkenbouwer' als Unilever. Het steekt Gunning duidelijk meer dat Benecol in principe al binnen de Europese Unie verkocht mag worden, terwijl de Nederlandse tegenhanger Becel Pro-activ nog steeds in het zware traject van de Europese goedkeuring zit.

Johnson & Johnson glipte door de achterdeur binnen. Het aangekochte product wordt sinds eind 1995 mondjesmaat in Finland verkocht, terwijl de Europese regelgeving op het gebied van innovatieve voeding met gezondheidsclaims pas in mei 1997 in werking trad. Al bestaande producten werden toen ontzien.

Met alle risico's van dien op een slechte start van de functional foods, meent Gunning. "We hebben straks Becel met een Europees keurmerk, en het concurrerende product zonder. Wat moet de consument daarmee? Wat we absoluut niet kunnen gebruiken is dat er een discussie gaat ontstaan over deze heel nieuwe categorie producten. Vertrouwen in de autoriteiten is heel belangrijk. Daarom vinden we de zware eisen ook terecht. We hebben van de discussie rond genetisch gemodificeerde producten geleerd dat je niet bang, bang de markt op moet willen. Het gaat hier niet om een nieuw soepje van Unox."

Niettemin erkent de Van den Bergh-topman ruiterlijk dat de Finnen 's werelds grootste margarineproducent een slag voor waren met de succesvolle verwerking van extra plantensterolen in margarine. Het betreft verbindingen die de strijd aangaan met cholesterol, waardoor het cholesterolgehalte in het bloed met gemiddeld acht tot tien procent kan dalen.

"Het is bestemd voor mensen met een licht verhoogd cholesterolgehalte", licht Gunning toe. "Dan hebben we het over 20 tot 30% van de volwassen bevolking." Margarine leent zich uitstekend voor zo'n toepassing, aangezien er regelmatig vergelijkbare hoeveelheden van worden gegeten.

De afgelopen jaren waren producenten als Unilever juist bezig om de concentratie minder gezonde stoffen in voedsel (zoals vet) terug te dringen. Inmiddels is het onderzoek vooral gericht op de verhoging van het gehalte aan bestanddelen die een heilzame werking hebben. De mogelijkheden zijn enorm, verzekert Gunning. Zo verlagen de anti-oxidanten in thee eveneens het risico op hart- en vaatziekten. En zorgt de rode kleurstof in tomaten voor een kleinere kans op prostaatkanker. Op deze twee gebieden is onderzoek nog volop gaande.

"We zijn nu in staat bepaalde elementen in voedsel te isoleren", aldus Unilever-onderzoeker Jan Weststrate. "Vervolgens kunnen we de werking onderzoeken en zonodig meer van deze elementen aan het product toevoegen."

Door dit soort ontwikkelingen wordt de voedselindustrie steeds meer een kennisgedreven industrie, in plaats van een bulksector die vooral gericht is op schaalvergroting en het uitbouwen van wereldwijde merknamen. De naar verwachting hoogrenderende functional foods kunnen de komende jaren bijdragen aan een goede omzetgroei in de industrie, denkt Gunning, een rol die nu vooral door de horeca- en snackproducten wordt vervuld. Tegelijkertijd neemt het aantal concurrenten toe.

"De farmaceuten zien de producten met gezondheidsclaims als hún markt, en ook chemische en biotechnische concerns zullen zich erop storten. En dat terwijl geen enkele grote voedingsmiddelenproducent zich kan veroorloven weg te blijven. Nou zijn de farmaceuten beter in het medische stuk, terwijl een bedrijf als Unilever meer begrijpt van de consument en de handel. Met alleen technologie win je de slag niet."

Verlovingen en zelfs huwelijken tussen ooit branchevreemde concerns zullen het gevolg zijn, meent Gunning, naast een nog inniger samenwerking met universiteiten. "Als Unilever houden we alle mogelijkheden open. Jezelf binden aan één farmaceutisch concern is niet verstandig. Er zit geen enkele tussen die van alle spectra verstand heeft. Daarom zijn verschillende allianties het beste."

Door de hogere onderzoekskosten brengt de introductie van functional foods ook grotere risico's met zich mee. Gunning ziet de toekomst echter zonnig tegemoet. "Voor een prijzenslag ben ik de afgelopen vijf jaar banger geweest. Op een innovatiemarkt heb je die niet. Daar gaat het erom wie het snelst is, en wie vertrouwen weet te winnen. Je moet eerder bang zijn dat je een bepaalde nieuwe categorie producten mist."

Tex Gunning in zijn werkkamer van Unilever-onderdeel Van den Bergh Nederland, het Rotterdamse bedrijf waar al decennia margarine van de band rolt.

FOTO: ROEL DIJKSTRA






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.