Doema wijzigt koers
over Start-2 verdrag
Van onze correspondent - MOSKOU, woensdag
Tegen de achtergrond van de aanhoudende economische
malaise en de zucht naar verse kredieten van het Internationale
Monetaire Fonds (IMF), lijkt het Russische lagerhuis, de Doema, zijn
principiële verzet tegen de ratificatie van het Start-2 verdrag te
hebben opgegeven.
De koerswijziging betekent een opsteker voor premier
Jevgeni Primakov die volgende week een bezoek brengt aan Washington,
onder meer om bij het IMF en de Amerikanen broodnodige financiële
steun los te praten.
Maar het door communisten en nationalisten gedomineerde
lagerhuis vraagt voor een "da-woord" voor het verdrag dat
Moskou en Washington in 1993 tekenden, en dat voorziet in een reductie
van nucleaire kernraketten, wel het nodige wisselgeld.
In een wetsvoorstel dat de Doema-raad gisteren aan
president Boris Jeltsin stuurde, eist de Doema dat de ratificatie wordt
gekoppeld aan het strikt naleven door Washington van het ABM-verdrag
uit 1972, dat de ontwikkeling van anti-raketsytemen verbiedt. Ook stelt
de Doema dat Rusland zich moet kunnen terugtrekken uit het verdrag als
het land wordt bedreigd door de VS en andere NAVO-leden.
Gaat Jeltsin met deze voorwaarden akkoord, dan zal het
parlement de ratificatie-debatten snel hervatten, zo liet
Doema-voorzitter Gennadi Seleznjov gisteravond doorschemeren.
Voorheen weigerde een meerderheid in de Doema het
ontwapeningsverdrag te ratificeren, omdat de Russen geen geld zouden
hebben om de maximaal 3500 kernkoppen te ontmantelen. Maar Start-2 werd
vaak ook gebruikt als politiek instrument, vooral om te protesteren
tegen het Amerikaanse beleid in Irak en op de Balkan.
Hoewel in 1996 de Amerikaanse president Bill Clinton in
Helsinki aan zijn ambtsgenoot Jeltsin beloofde geen anti-raketsystemen
te zullen ontwikkelen als de Russen het Start-2-verdrag zouden
ratificeren blijkt inmiddels Washington van dit standpunt te zijn
teruggekomen.
Momenteel wordt er door de Amerikanen weer hard gewerkt
aan plannen voor anti-ballistische systemen, wat de Russen zien als een
flagrante schending van het ABM-verdrag.
De Doema heeft gisteren eveneens besloten dat het op
15 april zal stemmen over de afzetting van Jeltsin, onder andere
vanwege de door hem in 1994 begonnen oorlog in Tsjetsjenië. Gezien
de zware grondwettelijke voorwaarden is de kans dat deze
"impietsjment"-poging het haalt, niet groot.
|