Pijn bij kind nu te meten
door Ina Eggink - DEN HAAG, woensdag
Voor het eerst is in Nederland een betrouwbare
methode samengesteld voor het vaststellen van pijn bij jonge kinderen.
De pijnobservatieschaal is op verzoek van het Emma Kinderziekenhuis/AMC
ontwikkeld door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk
Onderzoek (NWO) en heeft inmiddels haar waarde in de praktijk bewezen.
Met de zogenoemde POKIS-methode kunnen artsen en
verpleegkundigen zeven gedragingen die bij kinderen tussen 0 en 4 jaar
een relatie vertonen met pijn, in kaart brengen. Het kind moet
onopvallend worden geobserveerd. In iedere categorie kan gescoord
worden met een 0 of een 1.
Tijdens de observatie wordt gekeken naar het gezicht,
dat bij pijn bijvoorbeeld een gerimpeld neusje vertoont; naar al dan
niet huilen; de ademhaling; rug en lijf (verkrampt, trillend); armen en
vingers (gebald, wild); benen en tenen (verkrampt, schoppend) en
agitatie (onrustig, prikkelbaar). Binnen een minuut heeft men inzicht
in de mate van pijn, variërend van geen pijn tot ernstige pijn.
De schaal is ontwikkeld en getoetst door de othopedagoge
Tera Boelen in samenspraak met het Emma Kinderziekenhuis/AMC in
Amsterdam en Twenteborg Ziekenhuis in Almelo. Tijdens het onderzoek
werden 300 kinderen van 1 tot 4 jaar bekeken na het verwijderen van
keel- of neusamandelen of het plaatsen van oorbuisjes. Hieruit is
gebleken dat de schaal betrouwbaar is en makkelijk toe te passen bij
acute en bij langdurende pijn.
Een betere beoordeling van de pijn betekent een
verbetering in de zorg van het zieke kind en is belangrijk voor de
genezing. Pijn verstoort de slaap en de eetlust en het belemmert de
ontwikkeling. Op grond van de scores kan de pijn bestreden worden.
De methode is inmiddels aan zestig ziekenhuizen met
kinderpijngroepen verstuurd. Ook huisartsen kunnen gebruik maken van
POKIS, die voor een goede beoordeling een aantal keren, bijvoorbeeld
ieder half uur na een pijnlijke ingreep, moet worden uitgevoerd.
|