![]() ![]() |
8 maart 1999 |
|
Referendum De regering wil dat de zittende Eerste Kamer het wetsvoorstel tot invoering van een correctief wetgevingsreferendum nog afhandelt. De kans dat dit kroonjuweel van D66 dan met tweederde van de stemmen wordt aanvaard is groter, dan wanneer eind mei de nieuwe senaat aantreedt. Een vreemde gedachtegang van het kabinet. Er wordt wel erg veel belang gehecht aan de invoering van dat referendum, terwijl het plan vanwege zijn zware drempels uiteindelijk weinig voorstelt. Doel van het referendum is de invloed van de kiezers te vergroten. Om dat te bereiken zet de ministersploeg die kiezers gemakshalve wel eerst terzijde. Niet de stem van de huidige kiezers wil het kabinet laten gelden, maar die van de kiezers van vier jaar geleden. Een staaltje van opportunisme, voorstanders van een referendum onwaardig. Zo behoort niet met de Grondwet, de basis van ons staatsbestel, te worden omgegaan. Maar zelfs onder de huidige samenstelling van de senaat is het onzeker of het voorstel voldoende steun krijgt. Als een groot deel van de oppositie en alle vijf VVD-senatoren, die ook in eerste lezing tegen het voorstel waren, tegenstemmen dan ontbreekt de benodigde tweederde meerderheid. Hopelijk laten die senatoren straks hun geweten en hun verstand spreken en gaan ze niet onder de onfatsoenlijke druk van het kabinet alsnog akkoord. De gebeurtenissen rond de Varkenswet leren hoe gevaarlijk het is als de senaat zich als stemvee laat misbruiken. Als D66 na verwerping van het voorstel uit het kabinet stapt zoals de fractievoorzitter van die partij in de senaat heeft gedreigd, dan doet ze dat maar. De Democraten hadden vorig jaar na hun enorme verkiezingsnederlaag toch al niet moeten toetreden tot dit kabinet.
|
Artikel 3 der Statuten |
|
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
|