Protest schaatsers tegen bloedtesten
Van onze speciale verslaggever - INZELL, maandag
Met een volledig Nederlands ereschavot op de
afsluitende vijf kilometer van de laatste Wereldbekerwedstrijd allround
van dit seizoen in Inzell domineerde het commerciële trio Rintje
Ritsma, Bob de Jong en Gianni Romme tijdens de generale repetitie voor
de WK-afstanden. Maar niet alleen op het ijs van het Ludwig Schwabl
Stadion vervulden de Nederlanders een voortrekkersrol.
Hans van Kuyk, de arts van de Koninklijke Nederlandse
Schaatsenrijders Bond (KNSB), diende gisteren een officieel protest in
tegen de gang van zaken tijdens de gezondheidstesten die in Inzell voor
de eerste maal zijn gehouden. De medicus heeft bezwaar tegen het feit
dat de onderzoeken zeer fraudegevoelig blijken te zijn en heeft zijn
grieven in een brief kenbaar gemaakt aan de Internationale Schaats Unie
(ISU).
Het feit dat er geen contra-expertise mogelijk is, de
naam van de geteste atleet met een sticker op het buisje wordt geplakt
en niet wordt in gegraveerd en (te) vaak van hand tot hand gaat, werken
in de optiek van Van Kuyk mogelijk fraude in de hand. Bovendien wordt
het buisje niet verzegeld en wordt er geen tweede bloedmonster
afgenomen.
"Wanneer de zaken fout gaan, gaat het
uitvoerende instituut vrijuit maar krijg je als sporter een
uitroepteken achter je naam dat je je hele leven bij de draagt",
aldus Van Kuyk, die zich vooral verwonderde over de lakse wijze waarop
de procedure werd afgehandeld en het feit dat fotografen en
cameraploegen bij de onderzoeken aanwezig mochten zijn. "Als je
een dergelijke test doet, moet je het in ieder geval wel goed doen. Nu
weten de atleten bijvoorbeeld niet wat er eigenlijk met hun bloed
gedaan wordt en wat de exacte waarden zijn die als grens worden gezien.
En dat kan natuurlijk niet."
"We hebben hier in Inzell een aantal onhandigheden
geconstateerd, die wij zullen doorgeven in de hoop dat de eventuele
volgende keer hiermee wat zorgvuldiger wordt omgegaan", aldus Van
Kuyk, die bij veel andere ploegen tot zijn verrassing een laconieke
opstelling constateerde. "Vaak kwamen schaatsers totaal onbegeleid
binnen. Vreemd. Het is immers niet zomaar iets, even je in de arm laten
prikken."
|