Rel in Washington
om spionage China
Van onze correspondent - NEW YORK, maandag
China wordt ervan beticht geavanceerde nucleaire
wapentechnologie te hebben gestolen van de Verenigde Staten. Een in
Taiwan geboren Amerikaanse atoomgeleerde zou de nucleaire geheimen in
de jaren tachtig aan China hebben doorgespeeld, maar zou ongemoeid
gelaten zijn omdat het Witte Huis de relatie met Peking niet onder druk
wilde zetten.
De Chinese regering reageerde woedend op de
beschuldigingen die afgelopen zaterdag voor het eerst werden
gepubliceerd door de Amerikaanse krant The New York Times. Minister
Tang Jiaxuan van Buitenlandse Zaken noemde de aantijgingen 'zeer
onverantwoordelijk en ongegrond'.
Richard Shelby, de voorzitter van de commissie voor de
inlichtingendiensten in de Amerikaanse Senaat, beschuldigde gisteren de
regering-Clinton van verregaande en opzettelijke laksheid, waardoor de
'nationale veiligheid van de VS enorme schade is toegebracht'. Maar het
Witte Huis ontkende dat het onderzoek naar de affaire om politieke
redenen is gedwarsboomd.
De atoomspionage werd in 1995 ontdekt door
Amerikaanse inlichtingendiensten na de analyse van ondergrondse
atoomproeven in China. De VS wisten de hand te leggen op een geheim
Chinees document uit 1988 waaruit bleek dat Peking een wapen had dat
verbluffende overeenkomsten vertoonde met de W-88.
W-88
De zogeheten 'miniatuur oorlogskop' is in staat
verscheidene nucleaire bommen tegelijk af te vuren. De inslag van een
lange afstandsraket die is uitgerust met de W-88 is twintig keer zo
zwaar als de Hiroshima-atoombom.
De techniek is een uitvinding van het Nationaal
Laboratorium in Los Alamos, New Mexico, waar in de Tweede Wereldoorlog
de eerste atoombom werd ontwikkeld. De verdachte, die sinds 1996 door
de FBI werd gevolgd, verbleef daar tot eind vorig jaar als
computer-expert.
De FBI, die volgens The New York Times talmde met het
onderzoek, kon de beschuldigingen tegen de geleerde niet hard maken.
Uiteindelijk is de man begin dit jaar onderworpen aan een
leugendetector-test, waarbij hij wel door de mand zou zijn gevallen,
maar niet werd gearresteerd.
Het Witte Huis zou in de zomer van 1997 op de hoogte
zijn gebracht van de atoomspionage, kort voor de eerste
Amerikaans-Chinese topontmoeting in acht jaar tijd. De nationale
veiligheidsadviseur Sandy Berger werd bovendien gewaarschuwd voor
andere Chinese spionage-operaties die nog gaande zouden zijn.
Maar de regering-Clinton zou bewust lauw hebben
gereageerd om de betrekkingen met China niet op het spel te zetten.
Clinton's Democratische partij lag destijds onder vuur wegens het
accepteren van illegale verkiezingsfondsen, die mogelijk uit Peking
afkomstig waren.
Het is niet de eerste keer dat China erin zou slagen
topgeheimen uit de VS te stelen. Begin jaren tachtig werd een eveneens
in Taiwan geboren Amerikaan ervan verdacht China aan de neutronenbom te
hebben geholpen. De man, werkzaam op het Lawrence Livermore Nationaal
Laboratorium, nam ontslag toen hij met de aantijgingen werd
geconfronteerd.
Een andere Amerikaan van Chinese afkomst, Peter Lee,
bekende in 1988 dat hij vanuit Los Alamos geheime lasertechnologie aan
Peking had geleverd. Lee komt in april vrij na een gevangenisstraf van
12 maanden in een half-open inrichting.
Volgens de Amerikaanse inlichtingendiensten is de
beveiliging in de nationale wapen-laboratoria sinds het eind van de
Koude Oorlog zo lek als een mandje. Tussen 1994 en 1996 zouden acht
buitenlandse spionnen toegang hebben gehad tot het laboratorium in Los
Alamos zonder dat hun een strobreed in de weg werd gelegd.
|