Strategie Van Melle meer
op lokale merken gericht
Van een onzer verslaggevers - AMSTERDAM, vrijdag
Van Melle gaat zich meer toeleggen op goedkopere,
lokale merken, die door het plaatselijke management worden ontwikkeld.
Op die manier is de snoepfabrikant minder gevoelig voor economische
crises zoals in Rusland en Azië, die in 1998 tot een
nettowinstdaling van 11% leidden.
Volgens bestuursvoorzitter Izaak van Melle betekenen de
lagere prijzen van niet-wereldmerken beter geschikt voor de kleinere
portemonnee niet automatisch dat ook de winstmarges daarvan lager
liggen. "Dit soort producten wordt ook lokaal, en dus goedkoper
geproduceerd. We stimuleren de managers merken te ontwikkelen die
volledig op de regio zijn geënt. Zorg dat het daar een succes
wordt, dan zien we elders wel verder." De mierzoete Airheads,
speciaal ontwikkeld voor de Amerikaanse markt, worden inmiddels ook al
naar landen buiten de Verenigde Staten geëxporteerd.
Meer dan de helft van de Van Melle-omzet wordt
gerealiseerd met de wereldwijd bekende snoepjes Mentos en Fruittella.
Ook het twee jaar geleden geïntroduceerde Meller zou in die
eregalerij moeten worden bijgezet. "Maar Meller is zeker nog geen
wereldmerk", stelde Van Melle gisteren. "Dat is ook een heel
karwei. Het wordt bijvoorbeeld nog niet in de Verenigde Staten
verkocht." Het snoepje is nu goed voor "een paar
procent" van de omzet, en levert nog geen winst op. "Dat
duurt langer dan verwacht."
In 1998 werd Van Melle midscheeps geraakt door de crisis
in Azië, en vanaf augustus ook door de ineenstorting van de
Russische economie. Vooral in Indonesië, waar de fabrikant een
goede winstgevende positie had opgebouwd, kwam de klap hard aan. De
volumedaling werd nog eens versterkt door de in waarde gedaalde roepia.
"Voor het einde van het jaar, wanneer er verkiezingen worden
gehouden, zien we daar geen verbetering", aldus Van Melle. Wel
wordt er geprofiteerd van de goedkope productie in de Gordel van
Smaragd (Indonesië), van waaruit wordt geëxporteerd naar
omliggende landen en het Middenoosten. "We realiseren er de
laagste kostprijs die we ooit hebben gezien."
Al met al daalde de omzet in Azië met 50
miljoen, en die in Rusland met 10 miljoen. Door een hogere omzet
in de Verenigde Staten en de aankoop van een groep fabrieken in
Hongarije, Tsjechië en Slowakije bleef de daling van de
concernomzet beperkt tot 3%. Daarmee kwam deze uit op 890
miljoen. Wennen was het wel, aldus financieel directeur André
Boudewijns: "Een daling is nog niet eerder in de geschiedenis van
Van Melle voorgekomen."
Het probleem in Rusland is erger dan de omzetdaling doet
vermoeden, aldus Boudewijns. "Tot en met augustus verkochten we
juist meer. Had die trend zich doorgezet, dan hadden we over heel 1998
een omzetstijging van 20 miljoen geboekt."
Eind vorig jaar verwachtte Van Melle nog een winstdaling
van 15%. Vooral door betere resultaten in de Verenigde Staten, de
Benelux en Japan bleef die teruggang beperkt tot 11%, waarmee de
nettowinst uit gewone bedrijfsuitoefening op 52,4 miljoen
neerkwam. Om de kosten te besparen werden vorig jaar op de Filippijnen
en in het Nederlandse Weert fabrieken gesloten, waarvoor een
voorziening van 17,1 miljoen werd getroffen. Inclusief bijzondere
baten en lasten kwam de nettowinst uit op 40,6 miljoen.
Aan een concrete winstverwachting voor dit jaar
waagde Van Melle zich niet, vooral omdat een snel herstel van Rusland
en Indonesië nog niet binnen handbereik is. "Voordeel is wel
dat concurrerende importen vrijwel zijn verdwenen. Daardoor hebben we
in bepaalde gevallen ons marktaandeel kunnen verbeteren." Thailand
en Zuid-Korea laten volgens hem al tekenen van herstel zien.
"Laten we hopen dat dat een olievlekwerking heeft." In China,
waar in 1998 tijdelijk een fabriek werd gesloten, wordt volgens de
topman "eindelijk resultaat" geboekt. Medio dit jaar gaat Van
Melle ook snoepjes produceren in India.
De productie van snoepjes bij Van Melle. In 1998 werd
de Nederlandse productie geconcentreerd in Breda.
FOTO: VAN MELLE
|